Gepleisterd blok van twee WONINGEN met verdiep onder met blauwe muldenpannen gedekt zadeldak (nok//straat) en met aan de voorzijde in het midden twee insteekkapjes (zadeldaken); de voorgevels zijn verlevendigd door verhoogd, roze-rood geschilderd lijstwerk van baksteen en dito plint; getoogde vensters (in de geveltoppen aan de voorzijde halfrond gesloten) met oorspronkelijke hoofdindeling van de ramen; rechtgesloten deuren met bovenlicht in de zijgevels. De woningen zijn in 1901 door de Laura & Vereeniging gebouwd ten behoeve van beambten van de mijn "Laura" en vormen door de eenheid in architectuur, gelijk kleur- en materiaalgebruik tesamen met Laurastraat 52, 54 en 60 t/m 74 als reeks een gaaf voorbeeld van de woningbouw voor mijnbeambten.