Toren der Herv. kerk. Rijzig 15e eeuws bouwwerk, beneden met tufsteen bekleed en in de klokkenverdieping geleed door nissen met natuurstenen traceringen. Traptoren tegen de zuidzijde. Korte, ingesnoerde naaldspits. Klokkenstoel met klok van P. en J. van Trier, 1643, diam. 149,3 cm.
Herv. kerk. Ruime laatgotische dorpskerk, waarvan het driebeukige, pseudobasilicale schip en het smalle en lagere, driezijdig gesloten koor door 16e eeuwse netgewelven overkluisd zijn. Aan de noordzijde van het koor een sacristie, overdekt door een kruisrib- en een stergewelf. Kraagstenen met bladwerk en figurale sculptuur.

Tot de inventaris der kerk behoren onder meer: een preekstoel met koperen lezenaar, 17e eeuw; twee herenbanken, 17e eeuw; twee tekstborden en grafzerken, 17e eeuw. Tegen de noordwand van het koor fragmenten van laatgotische schilderingen; in het netgewelf van het koor laatgotisch lofwerk. Oorspronkelijk eenklaviers orgel, in 1842 door C.F.A. Naber gemaakt. In 1850 door Naber uitgebreid met een Onderpositief. Dit Positief werd in 1871 door P. van Oeckelen ingrijpend gewijzigd. Bij de restauratie in 1983 werd deze toestand gehandhaafd. Het orgel werd tevens uitgebreid met een vrij Pedaal.