In oorsprong uit 1796 daterende pastorie met verdieping onder met muldenpannen gedekte zadeldaken tussen (tegen) trapgevels; het gebouw heeft oorspronkelijke vermoedelijk een L-vormige plattegrond en een drie vensterassen brede voorgevel gehad, is later (waarschijnlijk eind 19e eeuw) in volledige aangepaste vorm aan de N.O. zijde met twee vensterassen verbreed en aan de achterzijde voorzien van een aanbouw zonder verdieping onder met pannen gedekt zadeldak met schild (wrs. eerste kwart 20e eeuw). De gevels zijn opgetrokken in Kunradersteen, voorzien van hardstenen venster- en deurkozijnen, T-ramen met gedeeld bovenlicht en muurankers van siersmeedwerk. Goed en gaaf voorbeeld van de wat rijkere streekeigen bouwwijze, die hier doorgaans alleen aangetroffen wordt bij kastelen en kapitale hoeven.