Onderstaande gebouwen behoren tot de R.K. Kerk St. Martinus (1869-1871), architect J.P.H. Cuypers; inrichting Atelier Cuypers-Stoltzenberg; en omsluiten als het ware het koor van de kerk; sacristie en pastorie zijn door middel van een tussenlid met elkaar verbonden. Gezien de relatie met de kerk is een datering omstreeks 1871 -mogelijk ook iets later- aannemelijk. Gebouwen en interieur der sacristie zullen eveneens vermoedelijk tot stand gekomen zijn onder architectuur van P.J.H. Cuypers, respectievelijk zijn ingericht door atelier Cuypers-Stoltzenberg.
Sacristie: deze bestaat uit souterrain en bel-etage en wordt gedekt door een met leien belegd schilddak, waarin twee dakkapellen. Het schone werk wordt verlevendigd door siermetselwerk en de hardstenen dorpels van de vensters. Inwendig bezit het gebouw neo-gotische interieur-onderdelen, zoals eikehouten kastenwanden met wand- en losstaande kasten, voorzien van briefpanelen en ander siersnijwerk, waaronder vierpasmotief; beschilderde friezen met kerkelijke opschriften en polychrome gebrandschilderde glazen met afbeeldingen van personen uit het rooms-katholiek kerkelijk leven; een stijl beschilderd balkenplafond en koperen kroonluchters met glazen kelklampjes. Het neo-gotische eikehouten ameublement (stoelen en tafel) is afkomstig uit de pastorie.
Verbindingslid: dit bestaat uit souterrain en beletage, en is voorzien van spitsboogvensters en enig siermetselwerk, als de sacristie.
Pastorie: deze bestaat uit souterrain, waarboven drie verdiepingen en zolder en wordt gedekt door twee haaks op elkaar staande, met leien gedekte, zadeldaken. Getoogde T-vensters, waarvan die der verdiepingen zijn uitgerust met hardstenen onderdorpels. In het topgevelveld twee getoogde vensters, gevat in spitsboog en hijsluik met hijsbalk. Sierankers, sierpinakels en siermetselwerk. Ter rechterzijde van de pastorie bevindt zich de overhuifde ingang waarvan het spitsbogig tongewelf wordt oversteund door hardstenen zuiltjes. In deze ruimte bevindt zich ook een toegang tot het souterrain, dat wordt overgewelfd door op gesneden strandvinken en moerbalken rustende troggewelven. Op de overige verdiepingen nog enige oorspronkelijk interieuronderdelen, zoals kasten en beschilderde plafonds.
Traptoren: deze is gelegen achter de pastorie en wordt gedekt door een met leien belegd, hoogopgaand schilddak met sierpinakels. Ook hierin zijn oorspronkelijke interieuronderdelen aanwezig, waaronder een bewerkte trap en gesneden consoles.