R.K. kerk, St. Andreas. Driebeukige pseudobasiliek. De westelijke vier traveeën, XV b(?), vergroot met een neogotische koorpartij in 1870 en met een neogotische toren (apart monumentnummer 40419) in 1884. Zuilen met onversierde lijstkapitelen, kruisribgewelven. Belangrijke kerkmeubelen: preekstoel, gedateerd 1657, met gesneden beelden in getoogde nissen; twee herenbanken in het koor; twee kerkbanken en een orgelgalerij, alle in dezelfde stijl met toogpanelen en rijk snijwerk. Zandstenen doopvont (XV) met achthoekige kuip, versierd met traceerwerk. Twee roodzandstenen zerken met reliëffiguren (ca. 1600). Koperen reliëfplaat met Kruisigingsvoorstelling, XVI a, in geprofileerde zandstenen lijst. Tegen de westzijde van de kerk, bij de noorderzijbeuk een voorstelling van 'Christus op de koude steen' in Baumbergersteen (XVI a?) en houten geselkolom (XVII?), waartegen lijdenswerktuigen. Kruis ter plaatse nog aanwezig. Het resterende, waaronder het corpus, bevindt zich reeds jaren in het aartsbisschoppelijk museum te Utrecht. Tweeklaviers mechanisch orgel, van oorsprong gemaakt door Wilhelm Rutter in 1846. Ombouw en vergroting door Gradus en Hendricus Gradussen in 1887 en wijzigingen door Kerk- en Concertorgelfabriek v/d Gebr. Franssen in 1927. Het instrument is gerestaureerd in 1967 door de firma Jos H. Vermeulen. In de dakruiter klok van C. Voigt, 1781, diam. 62,8 cm.