Tweebeukige kerk, in oorsprong omstreeks 1500 en herbouwd met gebruikmaking van gedeelten van het gotische muurwerk na een brand in 1699, welke herbouw in 1701 gereed kwam. De twee beuken werden gescheiden door houten palen, in begin 19e eeuw omkleed met zuilen van stucwerk. Beide beuken gedekt door zadeldaken. Eenvoudige, gepleisterde toren, omstreeks 1500, met hoge, in 1967 vernieuwde spits, opgaand van een boogfries. Tot de inventaris behoren: een gesneden preekstoel, eerste helft 17e eeuw, met versiering op het klankbord uit 1702; Omtuining van de preekstoel met voorzangerslezenaar, eerste helft 18e eeuw; predikantslezenaar, doopbekkenhouder en kaarsenarm aan de preekstoel 18e eeuw; koorhek met gesneden middenstuk, eerste helft 18e eeuw; drie herengestoelten, met wapens, eerste helft 18e eeuw; houten portaal, waarboven tien-gebodenbord, 18e eeuw; twee eenvoudige bankenblokken ter weerszijden van de preekstoel, 18e eeuw. Orgel met Hoofdwerk en Onderpositief, vermoedelijk in 1835 door W. Beekes gemaakt. Klokkenstoel met klok van J. Ouderogge, 1709, diam. 100 cm.