Stationsstraat 28, Assen
DIENSTWONING. Deels onderkelderde witgepleisterde dienstwoning uit ca. 1910 op T-vormige grondslag, onder met rode pannen gedekt zadeldak met wolfeinden. Aan de zuidzijde bevindt zich een rechthoekige aanbouw onder een plat dak van recentere datum. Voor(noord-)zijde: centraal gelegen ingangspartij, bestaande uit een paneeldeur met getoogd 8-ruits venster en getoogd 16-ruits bovenlicht, die wordt voorafgegaan door een bordes van 2 treden met gele klinkers. Het bordes is van een overkapping voorzien, die in feite een voortzetting is van het dakschild aan deze zijde. De overkapping rust op een houten pijler. Direct rechts van de ingangspartij springt de gevel een stuk naar voren. In dit vooruitspringende gevelstuk beganegronds een schuifvenster met getoogd 8-ruits bovenlicht. Links van de ingangspartij een dubbel schuifvenster met getoogd 28-ruits bovenlicht. Rechts van de ingangspartij twee dubbele schuifvensters met getoogd 28-ruits bovenlicht. Op de eerste verdieping links een dubbel 18-ruits dakkapel en rechts een dubbel schuifvenster met 28-ruits bovenlicht. Rechter zijgevel: twee dubbele schuifvensters met getoogd 28-ruits bovenlicht met 28-ruits indeling. Deze gevel wordt in het midden door een uitgebouwde schoorsteen doorbroken. Linker zijgevel: aan de rechter zijde op de beganegrond en eerste verdieping een dubbel schuifvenster met getoogd bovenlicht met 28- ruitsindeling. Aan de linker zijde, alwaar de gevel onder een rechte hoek een stuk terug springt, op souterrain-niveau een 15-ruitsvenster en op de beganegrond een dubbel schuifvenster waarvan het bovenlicht recent is aangebracht. Op de beganegrond zijn de vensters aan deze drie gevels van luiken voorzien die met een rode zandloper op een wit fond en een groene rand zijn beschilderd. Ter hoogte van de bovendorpels van deze vensters, die door een bakstenen strek wordt bekroond, is aan deze gevels een bakstenen kordonlijst aangebracht. Aan de achterzijde is de woning links van een dubbele getoogde terrasdeur voorzien, met getoogde 2-ruitsvenster en een getoogd 28-ruits bovenlicht. Er voor een uitgebouwde open houten serre onder lessenaarsdak. Op de eerste verdieping een uitgebouwde dakkapel, die van later daum is en die geen monumentale waarde heeft. Dit geldt tevens voor de langwerpig rechthoekige aanbouw aan de rechter zijde van de achtergevel.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
BUITENPLAATS OVERCINGEL. De geschiedenis van de historische buitenplaats Overcingel gaat terug tot de jaren 1777-1778, toen Johannes van Lier het huis Overcingel liet bouwen op een stuk land aan de Oostersingel bij het centrum van Assen. Het huis Overcingel dateert nog uit de bouwtijd. De voorgevel heeft nog de oorspronkelijke opbouw en indeling. In de tweede helft van de 19e eeuw werd het huis aan de oostzijde met een verdieping verhoogd. Rond 1911 kreeg de noordelijke aanbouw zijn huidige aanzien en werd aan de zuidzijde van het hoofdgebouw een serre gebouwd. De aan de noordzijde van het hoofdgebouw gelegen schuur stamt waarschijnlijk oorspronkelijk uit de begintijd van de geschiedenis van de buitenplaats, toen de schuur als boerderij en koetshuis dienst deed. Johannes van Lier exploiteerde op Overcingel een gemengd boerenbedrijf, waarvan de agrarische percelen direct rondom en ten oosten van de siertuin van Overcingel waren gelegen. Deze situatie heeft tot in deze eeuw bestaan. De siertuin, die Johannes van Lier vermoedelijk kort na de bouw van het huis liet aanleggen, besloeg een rechthoekig terrein rondom en achter het huis. Het verloop van de omgrenzing van deze tuin is met uitzondering van een strook aan de ZW-hoek geheel bewaard gebleven. Aan de oostzijde van deze tuin liet Johannes van Lier, in de as van het huis, een nog steeds bestaande, door een rij beuken omzoomde, bescheiden 'grand canal' aanleggen. Dit compositorische en architectonische motief komt in Nederlandse historische tuinen tegenwoordig nog vrij zelden voor. Ook het ten zuiden van dit kanaal gelegen perceel hakhout, dat op de plattegrond van de stad Assen door P.A.C. van Buwama Aardenburg uit 1809 staat aangegeven, bestaat nog steeds, zij het dat het assortiment (o.a. eik en beuk) van recentere datum is en dat het op de kaart aangeduide padenverloop niet meer aanwezig is. Uit deze eerste fase van de geschiedenis van Overcingel dateert waarschijnlijk nog het tracé van de laan ten zuiden van het huis langs de boomgaard (19e-eeuwse eiken in laanverband), van de laan ten noorden van het park (19e-eeuwse eiken in laanverband), die naar de uitgang aan de Stationsstraat voert en het tracé van de laan (19e-eeuwse eiken in laanverband) langs de oostzijde van het Wilhelmina Ziekenhuis. Het aan de zuidzijde van de historische aanleg gelegen parkbos (eik, beuk, taxus), dateert uit de 19e eeuw evenals het hier aanwezige rechte padenverloop. De alhier en aan de oostzijde van de aanleg gelegen houtwallen zijn 18e-eeuws of ouder. Omstreeks 1820 liet de toenmalige eigenaar Joannes Henricus Petrus van Lier de siertuin en een strook aan de ZW-zijde hiervan in landschapsstijl opnieuw aanleggen. Op stilistische gronden kan deze tuin, die nog in zijn geheel bestaat, aan Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) worden toegeschreven. Voor de ruimtelijk structurele indeling van deze tuin speelt het verloop van verdiepte slingerpaden, de accidentatie van het terrein, de aanplant van solitairen (paardekastanje, Taxodium ascendens, tulpeboom, sneeuwklokjesboom, moerascypres, eik, beuk), van boomgroepen (eik, beuk), solitaire heesters en heestergroepen (taxus en rhododendrons) een grote compositorische rol. Op een schilderij met een gezicht op de oostzijde van het huis uit ca. 1860 is de brug aan de westzijde van het 'grand canal' zichtbaar, waarvan heden de kandelabervormige spijlen met siersmeedijzeren schakelketting bewaard zijn gebleven. Ook zijn de hardstenen console met zonnewijzer ten oosten van het huis en de hardstenen console aan de zuidzijde van het huis, die op dit zijn schilderij afgebeeld, nog ter plekke aanwezig. Wellicht dateren deze onderdelen van de historische aanleg uit de tijd van de heraanleg in landschapsstijl van het sierpark (ca. 1820). Waarschijnlijk werd toen de Chinese koepel op een heuveltje ten zuidwesten van het 'grand canal' geplaatst. De koepel vertoont veel gelijkenis met de ontwerpen voor Chinese koepels in het ontwerpboek Magasijn van Tuin-sieraaden (1802) door Gijsbert van Laar. Even ten zuidwesten van deze koepel werd rond 1900 een zogenaamde heksenbol - een glazen spiegelbol - op een siersmeedijzeren voet opgesteld. Dat de gezichten vanuit het huis en het sierpark op de omliggende percelen en vice versa historische zijn, blijkt uit een pendant van het genoemde schilderij uit ca. 1860 van een gezicht vanaf een van de bouwlanden (tegenwoordig weiland en bos) op de ZO-zijde van het huis. Vanuit het huis was een weids gezicht over deze percelen gecreeerd. Ook de landerijen ten oosten en zuidoosten van het 'grand canal' speelden in de aanleg als bedoeld gezicht vanuit het huis en het sierpark een belangrijke rol. In 1967 werd ten oosten van het kleine weiland, dat aan de oostzijde van het 'grand canal' grenst, een gemengd loofbos aangelegd, dienend als buffer tussen de meer open parkgedeelten en de Overcingellaan. De historische waarde van dit gedeelte van het terrein van Overcingel, alsmede de weide met bosstrook en moderne watertuin ten zuiden van het sierpark en het 'grand canal' ligt niet in hun aanleg, maar in hun historische functie als groenzone. In de jaren vijftig van deze eeuw werd op een trapeziumvormig perceel aan de westzijde van de aanleg een boomgaard met hoogstamfruitbomen (meest oude rassen) aangelegd, die de oude ten zuiden van de siertuin gelegen boomgaard, waarvan nog enkele oude fruitbomen bewaard zijn gebleven, verving. De eveneens in de jaren vijftig van deze eeuw gebouwde tuinmanswoning aan de oostzijde van de historische aanleg met bijbehorend erf en siertuin is voor de historische aanleg van ondergeschikte betekenis. Het verloop van de historische omgrenzing van de buitenplaats Overcingel werd in 1965 aangetast door de uitbreiding van het Wilhelmina Ziekenhuis; hierdoor raakte een groot rechthoekig terrein aan de ZW-zijde van de historische aanleg verloren. Ook de verlegging van de Stationsstraat en de bouw van het G.A.K.-gebouw in 1967 aan de noordzijde van het park betekenden een aantasting van de historische begrenzing. De door deze ontwikkelingen enigszins aangetaste omgrenzing van deze laatste van de vroeger vrij talrijk aanwezige buitenplaatsen rond het stadscentrum van Assen verloopt als volgt: aan de oostzijde wordt de buitenplaats begrensd door de Overcingellaan, aan de noordzijde door de bebouwing met erven aan de Stationsstraat (kadastrale percelen Assen nrs. S1256, S1867, S1232 en S1233), aan de westzijde deels door de Oostersingel en deels door het ziekenhuisterrein (kadastrale perceel Assen nr. S866) en aan de zuidzijde door het Oosterhoutje. De historische buitenplaats Overcingel is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang, vanwege: -het 18e-eeuwse hoofdgebouw, dat het laatste voorbeeld is van de buitenhuizen, die eens rond het stadscentrum van Assen gelegen hebben; -het gaaf bewaarde complex van een classicistisch huis, 18e-eeuwse schuur en historische tuin- en parkaanleg, dat het laatste overblijfsel is van de vroeger vrij talrijke rond het stadscentrum van Assen gelegen buitenplaatsen; -de historische tuin- en parkaanleg, waarin zich een tegenwoordig in Nederlandse tuinen en parken vrij zeldzaam geworden 18e-eeuws 'grand canal' bevindt en waarvan een gaaf bewaard kleinschalig waarschijnlijk door Lucas Pieters Roodbaard aangelegd landschapspark met historische tuinornamenten een belangrijk bestanddeel vormt. Dit complex omvat de volgende onderdelen: 1. HOOFDGEBOUW, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408929; 2. HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408930; 3. SCHUUR, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408931; 4. SMEEDIJZEREN HEKWERK MET TWEE INRIJHEKKEN, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408932; 5. CHINESE KOEPEL, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408933; 6. HEKSENBOL OP SMEEDIJZEREN VOET, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408934; 7. TWEE BRUGLEUNINGEN MET KETTINGEN, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408935; 8. ZONNEWIJZER OP SOKKEL, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408936; 9. SOKKEL, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408937; 10. DIENSTWONING, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408938.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
– | Woningen en woningbouwcomplexen | Dienstwoning(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stationsstraat | 28 | – | 9401 KX | Assen | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | S | 1099 | – | Assen |