Rijksstraatweg 9, Leersum
BAKSTENEN MUURWERK ROND BINNENTUIN, VOORPLEIN EN MOESTUIN, MET BAKSTENEN ZITNISSEN, HEKPIJLERS EN SMEEDIJZEREN HEKKEN uit het einde van de 17e eeuw. Bakstenen muur, deels van bakstenen steunberen voorzien, aan drie zijden de binnentuin begrenzend, met een flank aan de ZO-zijde van de in de binnentuin gelegen moestuin en omgaand aan twee zijden van het voorplein. Op belangrijke assen van de aanleg van de binnentuin zijn drie hekken en drie zitnissen gesitueerd.
Aan de NO-zijde van de muur, in de hartlijn van de voormalige vierkante classicistische tuin, een smeedijzeren hek voorzien van dubbele vleugels met rijk versierd, deel verguld smeedijzeren bovenstuk van voluten en tropeevormige ornamentstukken met in het centrum een in een ovaal veld aangebracht monogram van George Godard Henry, graaf van Reede, 8ste graaf van Athlone, Heer van Amerongen (1820-1843), waarboven een drie-dimensionale kroon. Het monogram is vermoedelijk in de eerste helft van de 19e eeuw aangebracht ter vervanging van een monogram uit het einde van de 17e eeuw (wellicht van de toenmalige eigenaar Willem van Nassau Zuylesteyn). Op het "Gesigt uyt de Groote Tuin, naa't voorste Bosch" van Daniel Stoopendaal uit ca. 1700 is namelijk te zien, dat het hek toen reeds met een bovenstuk met bekroond monogram was voorzien. Haaks op elk der buitenste spijlen aan de westelijke zijde van het hek een smeedijzeren voluutvormig sleutelstuk. Ter weerszijden van het smeedijzeren hek een bakstenen pijler met aan de voor- en achterzijde een rechthoekige witgepleisterde blindnis, met geprofileerde hardstenen afdekplaat, waarboven een met deksel afgesloten gecanneleerde klokvormige zandstenen vaas.
Aan de noordelijke muur, even zuidelijk van de voormalige oranjerie (eertijds ook wel speelhuis genaamd), twee laat 17e-eeuwse bakstenen pijlers, ter weerszijden van een vanouds aanwezige ingang, met geprofileerde afdekplaat. Aan de voor-, achter- en binnenzijde van de pijlers een grote (boven) en kleinere (onder) rechthoekige witgepleisterde blindnis, waarboven een zandstenen pyramidevormige bekroning met bol.
Ter afsluiting van de ZW-zijde van de in de noordhoek van de binnentuin gelegen moestuin een haaks tegen de noordwestelijke muur gemetselde muur uit het eind van de 17e eeuw, met centraal aan de muur recht op het hart van de moestuin gelegen ingangspartij, die aan weerszijden door baksten pijlers wordt omlijst. Aan de voor-, achter- en binnenzijde van beide pijlers een grote (boven) en kleinere (onder) rechthoekige witgepleisterde blindnis. De pijlers, die aan de bovenzijde door geprofileerd houten lijstwerk worden afgesloten, worden bekroond elk door een zandstenen adelaar.
Ter afsluiting van het voorplein, in de as van de doorgang van het poortgebouw, een smeedijzeren dubbel traliehek met rijk versierd deels verguld smeedijzeren bovenstuk van voluten en tropeevormige ornamentstukken, met in het centrum een in een ovaal veld aangebracht monogram van George Godard Henry graaf van Reede, 8ste graaf van Athlone, Heer van Amerongen, waarboven een drie-dimensionale kroon. Het monogram is vermoedelijk in de eerste helft van de 19e eeuw aangebracht, ter vervanging van een monogram uit het eind van de 17e eeuw. Haaks op de beide buitenspijlen aan de oostelijke zijde van het hek een smeedijzeren voluutvormig vleugelstuk. Aan weerszijden van het hek een aan de NW- en NO-zijde van het voorplein omgaande bakstenen borstwering, die in westelijke richting tot aan de brede waterpartij (Agterste vijver) overgaat in een bakstenen muur. Aan de NW-zijde wordt deze borstwering door traliehek met pijlpuntvormige bekroning afgesloten.
Aan de noordzijde van de noordoostelijke borstwering een halfronde bakstenen uitbouw, waarschijnlijk een restant van de volgens diverse topografische gezichten alhier aanwezige kleine 17e-eeuwse toren aan het voorplein. Ten zuidoosten van deze uitbouw aan de borstwering een rondboogpoortje met zandstenen sluitsteen met het jaar 1618 - wellicht een relict van Zuylestein van voor de tijd van stadhouder Frederik Hendrik - en een smalle trap met hardstenen treden van het voorplein naar het iets lager gelegen gedeelte van de binnentuin ten noordoosten hiervan. De trap bevond zich tegen de NW-zijde van de trap van de entree van het huis, zoals op een foto uit 1909 is te zien.
Aan de zuidoostelijke binnenmuur, even ten noordoosten van de noordoostelijke torengedeelte van het poortgebouw, twee pilasters met blokmotief met alternerend blokken met rode en met gele baksteen, die oorspronkelijk met vazen waren bekroond, zoals enkele gezichten van Jan de Beyer tonen.
Op de lengte- en breedte-as van de moestuin bevinden zich aan de noordelijke en oostelijke muur twee iets boven het muurwerk uitstekende laat 17e-eeuwse monumentale bakstenen zitnissen bestaande uit een centraal gelegen licht getoogde opening waarin tegen een wit gepleisterde achtermuur een zitbank, met aan weerszijden een pijlervormige afsluiting met een grote (boven) en een kleine (onder) rechthoekige wit gepleisterde blindnis. De zitnis wordt door een geprofileerde afdekplaat afgesloten. Een derde zitnis bevindt zich aan de noordelijke muur, in het verlengde van de as van de doorgang van het poortgebouw en het smeedijzeren hek ter afsluiting van het voorplein. Boven de getoogde opening van deze nis, die, afgezien van een iets afwijkende proportionering, identiek is aan genoemde nissen een liggend-rechthoekige witgepleisterde blindnis.
Het ensemble van bakstenen muren met deels door pijlers omlijste en deels van smeedijzeren hekken voorziene doorgangen, van zitnissen, hekken en borstweringen is een zeldzaam en zeer waardevol monumentaal overblijfsel van een laat 17e-eeuwse Nederlandse tuinaanleg.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Dit complex omvat de volgende onderdelen: 1.HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 455482. 2. POORTGEBOUW, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 455483. 3. BAKSTENEN MUURWERK ROND BINNENTUIN, VOORPLEIN EN MOESTUIN, MET BAKSTENEN ZITNISSEN, HEKPIJLERS EN SMEEDIJZEREN HEKKEN, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 455484. 4. VOORMALIGE ORANJERIE, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 455485. 5. LODEN TUINVAAS TEN NOORDEN VAN HET HOOFDGEBOUW, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 455486. 6. LODEN TUINVAAS TEN WESTEN VAN HET HOOFDGEBOUW, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 455487. 7. TWEE VAZEN EN TWEE LEEUWEN, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 455488. 8. HARDSTENEN CONSOLE, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 455489. 9.ZINKEN VAAS, zie voor omschrijving bij complex- onderdeel met monumentnummer 455490. 10. INRIJHEK, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 455491. 11. PORTIERSWONING, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 455492. 12. DIENSTWONING, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 455493. 13. SCHUUR, zie voor omschrijving bij complex- onderdeel met monumentnummer 455494. 14. HOUTEN LANDBOUWSCHUUR, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 455495. 15. BOERDERIJ WAYESTEIN, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 455496. 16. STALGEBOUW BOERDERIJ WAYESTEIN, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 455555. BUITENPLAATS ZUYLESTEIN, gelegen in de gemeente Leersum en ook (voor een klein gedeelte) in de gemeente Amerongen.
De oorsprong van de voormalige Utrechtse Ridderhofstad Zuylestein gaat terug tot in de 14e eeuw; in 1387 werd Johan van Zulen Wouterszn. met Zuylestein beleend. De oudst bewaard gebleven sporen van Zuylestein als buitenplaats dateren vermoedelijk uit ca. 1600 en bestaan uit de huidige rechte oprijlaan en de aan het uiteinde ervan en haaks er op gesitueerde dwarssingel, die evenwijdig aan de Rijksstaatweg verloopt. Deze situatie bleef gehandhaafd toen stadhouder Frederik Hendrik, Prins van Oranje, die Zuylestein in 1630 kocht, kort na deze aankoop het kasteel Zuylestein liet bouwen en een formele aanleg liet realiseren. Tussen het kasteel en de weg van Leersum naar Amerongen (Rijksstraatweg) werden ten westen van de oprijlaan drie sterrebossen en aan de oostzijde van de oprijlaan bosketten aangelegd, die door vier dwarslanen in compartimenten werden ingedeeld. Direct aan de NO-zijde van het kasteel werd een classicistische tuin aangelegd, bestaande uit vier in een vierkant gevatte parterres, als zodanig het modernste motief in de aanleg uit de tijd van stadhouder Frederik Hendrik. Deze toendertijd omgrachte tuin maakte deel uit van een rechthoekig ensemble, dat voorts uit een omgracht voorplein en twee rechthoekige eveneens omgrachte hoven bestond, die ten noorden en ten westen van het voorplein en de classicistische tuin waren gelegen. In 1634 werd de toen vermoedelijk grotendeels gereedgekomen aanleg aan de ZO-, NO- en noordzijde van een omlopende aarden wal voorzien. Aan de westzijde van de geometrische aanleg werden op een rechthoekig terrein van aanzienlijke omvang, dat diagonaal op deze aanleg staat, door rechte boomsingels gelede en omgeven bossen en weilanden aangelegd. Aan de exploitatie van deze terreinen waarschijnlijk een groter belang zijn gehecht dan aan de exploitatie van de compartimenten ten noordoosten van het kasteel. Die percelen moeten ook tot de historische aanleg van Zuylestein worden gerekend. De boomsingel-structuur werd geprojecteerd op de genoemde oprijlaan en dwarssingel, zoals op enkele gezichten van Zuylestein door Daniel Stoopendaal uit ca. 1700 kan worden waargenomen. Het beloop van de omgrenzing van de vierkante classicistische tuin direct ten noordoosten van het voormalige kasteel, de vier parallelle dwarslanen bij de sterrebossen en bosketten, de genoemde aarden wallen (behoudens de noordwal) en de gehele aanleg van bossen, weilanden en boomsingels ten westen van de formele aanleg, zijn in hun geheel bewaard gebleven, zij het dat van de boomsingels deels nog het tracé bestaat. Het houtbestand van de bossen (gemengd loof- en naaldhout) en boomsingels (eik en beuk) van dit deel van de historische aanleg dateert uit de 18e, 19e en 20e eeuw. Uit de tijd van stadhouder Frederik Hendrik dateert voorts het bewaard gebleven restant van het oorspronkelijke poortgebouw naar het voorplein, dat evenwijdig aan de oprijlaan is gelegen. De aan de poort grenzende gedeelten van dit restant zijn in deze eeuw tot woningen verbouwd. In de periode van de bouw van het poortgebouw werd waarschijnlijk ook de dienstwoning aan de overzijde van de oprijlaan ten zuiden van het poortgebouw gebouwd, zo deze woning niet later in de 17e eeuw werd gerealiseerd.
Aan het einde van de 17e eeuw, toen Zuylestein in het bezit was van de stadhouder Frederik Hendrik's kleinzoon Willem van Nassau Zuylesteyn (1649-1708) werd de formele aanleg van Zuylestein aanzienlijk verbreed. De gracht rond het voorplein, de rechthoekige hoven en rond de classicistische vierkante tuin werd grotendeels gedempt. Het voorplein werd naar het zuidwesten toe verlengd; de vierkante tuin bleef gehandhaafd. Ter plekke van de rechthoekige eilanden werd de tuin verbreed. Het aldus verkregen rechthoekige perceel werd aan drie zijden (oost-, NO- en NW-zijde) door een hoge bakstenen muur omgeven. Op de belangrijke assen van deze nieuwe vergrote binnentuin werden verhoogde en verdiepte bakstenen zitnissen en een oranjerie (oorspr. speelhuis) gebouwd en werden deels door bakstenen pijlers omlijste smeedijzeren hekken geplaatst. In het noordelijke deel van de binnentuin werden een moestuin en boomgaard aangelegd. Aan de westelijke kant (bij de voormalige zogeheten Agterste Tuin) werden drie rechthoekige in L-vorm geprojecteerde vijvers uitgegraven. Aan de westelijke zijde van de binnentuin werd de voormalige smalle grachtarm tot een brede rechthoekige waterpartij (eertijds de Agterste of groote Visvijvers genaamd) vergraven, die de oprijlaan oorspronkelijk kruisend in oostelijke richting werd doorgetrokken. Bakstenen muurwerk, zitnissen, hekpijlers en smeedijzeren hekken zijn geheel behouden gebleven, evenals de drie rechthoekige vijverpartijen (van de Agterste Tuin) en de in het noorden van de binnentuin gelegen moestuin, zij het dat in de westhoek van laatstgenoemde tuin in deze eeuw een tennisbaan is aangelegd en dat de oranjerie (voormalig speelhuis) in deze eeuw tot woning is verbouwd. Ook bestaat de brede waterpartij (de Agterste Vijver) nog steeds. In deze tijd werden de compartimenten met bosketten aan de NO-zijde van de formele aanleg in noordwestelijke richting verdubbeld. De vier dwarslanen werden doorgetrokken. De aan de Rijksstraatweg (voorheen de Utrechtseweg) gelegen wal werd in noordwestelijke richting doorgetrokken en aan de overzijde van de Rijksstraatweg verdubbeld. Aan de ZO-zijde reikt deze wal tot het punt waarop de Rijksstraatweg in oostelijke richting afbuigt. Aan de NW-zijde reikt de wal tot de kadastrale percelen Leersum nrs. D2996 en D1978. Voorts werden westelijk van de vergrote binnentuin vier door lanen (eik en beuk in enkel-verband) gelede en omgeven sterrebossen (eik, beuk, 19e eeuw) aangelegd. Overigens is het de vraag of het stervormige patroon, dat de vogelvlucht van Stoopendaal laat zien, ooit is uitgevoerd. Behoudens deze vier bossen zijn ook de door vier dwarslanen gelede compartimenten aan de noordzijde (gemengd loof- en naaldhout, 19e en 20e eeuw) bewaard gebleven. Eveneens werd in de tijd van Willem van Nassau Zuylesteyn de rechte en aan weerszijden door een aarden wal begrensde laan aangelegd, die aan de overzijde van de vroegere Utrechtseweg omhoog naar de Leersumse berg voert en die aan haar begin schuin op de in de formele aanleg gelegen oprijlaan aansluit. In de 19e eeuw is deze laan naar de Leersumse berg met deels enkele en deels dubbele beuken beplant.
Aan de westzijde van de genoemde laan, grenzend aan de Rijksstraatweg, bevindt zich een 18e- of 19e-eeuws bos (thans gemengd loof- en naaldhout, 20e-eeuws), dat noordelijk door een haaks op genoemde laan gelegen laantrace wordt begrensd en westelijk tot het kadastraal perceel Leersum nr. D2050 reikt. In het noordelijk gedeelte van de formele aanleg werd, aansluitend op de aanwezige compartimenten met bosketten, in de loop van de 18e of in de eerste helft van de 19e eeuw het huidige door lanen omgeven perceel met hakhoutbossen aangelegd (gemengd loof- en naaldhout, 19e en 20e eeuw), waarvan de afmetingen bij genoemde compartimenten aansluiten.
In 1710, toen Frederick van Nassau Zuylesteyn, Heer van Wayestein Zuylestein na de dood van William Henry van Nassau Zuylesteyn erfde kwam ook de voormalige Ridderhofstad Wayestein bij Zuylestein (thans gemeente Amerongen). Kort nadien werd het Middeleeuwse kasteeltje afgebroken en werden, deels met de afkomende materialen, de huidige boerderij Wayestein en de nog bestaande schuur gebouwd. Toen werd ook de laan, die zich langs de NO-zijde van het verlengde gedeelte van de brede (Agterste) waterpartij bevindt, tot Wayestein doorgetrokken (beuken in enkel-verband, thans 20e-eeuws).
Omstreeks 1850 werd in het hart van de weilanden ten westen van de formele aanleg een houten landbouwschuur gebouwd, die nog steeds bestaat en die kan worden beschouwd als een goed voorbeeld van traditioneel landelijke bouwkunst.
Aan het eind van de 19e eeuw, na een periode van ca. 200 jaar verhuurd te zijn geweest, kwam Zuylestein aan John George Charles graaf van Aldenburg Bentinck, die het in 1901 ter beschikking stelde aan zijn broer Carel Reinhard Adalbert graaf van Aldenburg Bentinck. In deze tijd werden aan de oprijlaan de portierswoning in Hollandse Renaissance-stijl en de hekpijlers met keermuren gebouwd waartussen het monumentale smeedijzeren hek werd geplaatst. Voorts werden de voormalige sterrebossen ten noordoosten van de classicistische vierkante tuin uit de tijd van stadhouder Frederik Hendrik gekapt en werd ter plekke de huidige zichtas aangelegd, die zich voortzet over de Rijksstraatweg.
In 1945 werd het door de stadhouder gebouwde en door diens kleinzoon inwendig verfraaide kasteel door de Geallieerden verwoest. In de jaren '80 van deze eeuw werd in de binnentuin even oostelijk van de plaats van het voormalige kasteel, ter plekke van de vroegere vierkante classicistische tuin, het huidige huis Zuylestein gebouwd. De omgrenzing van de vierkante tuin bleef ongewijzigd. Op beide hoeken van de zijvleugels aan de oostelijke zijde van het huis werd een gecanneleerde klokvormige zandstenen vaas uit het einde der 17e eeuw geplaatst; deze twee vazen maakten onderdeel uit van de serie vazen, die de bakstenen muur rond de binnentuin bekroonden. Bij de entree van het nieuwe huis werden twee 17e-eeuwse wapenleeuwen opgesteld, die oorspronkelijk als bekroning van de trapgevels van het voormalige kasteel dienst deden. Twee loden tuinvazen uit het einde der 17e eeuw, die op het voorplein tegen de bordes-trap van het kasteel waren gesitueerd, kregen een plaats op een nieuwe sokkel aan de noord- en westzijde van het huis. Na de Tweede Wereldoorlog werd op het voorplein, in de as van de doorgang van het poortgebouw, een hardstenen voluutvormige console uit ca. 1700 met zonnewijzer geplaatst. Tegenwoordig draagt de console een zinken vaas met knorren uit de 18e eeuw. Evenals de console sierde deze vaas vroeger een ander gedeelte van de binnentuin.
Als zodanig wordt het westelijke gedeelte van de historische aanleg van Zuylestein door de Kollantsloot (westzijde), door het kadastrale perceel Leersum nr. D2540 (noordzijde) en door het kadastrale perceel Leersum nr. D2544 (zuidzijde) begrensd. Naast deze grensmarkeringen wordt de grens van de historische buitenplaats aan de ZO-zijde door de kadastrale percelen Leersum nrs. D3004, D3005, D3006 en D3207 en aan de NW-zijde door de kadastrale percelen Leersum nrs. D2524, D2523, D2540 en D1996 gemarkeerd.
De historische buitenplaats is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang, vanwege:
-de grootschalige in oorsprong Renaissance parkaanleg in formele stijl met een orthogonaal patroon van lanen, terreinen en waterpartijen, bossen en een ommuurde tuin met verdiepte bakstenen zitnissen, smeedijzeren hekken, een voormalige oranjerie (speelhuis) en vijverpartijen uit de 17e eeuw, met een daarin bewaard gebleven vroeg 17e-eeuwse lanen- en terreinen-structuur en met gedeelten uit de 18e en 19e eeuw en uit ca. 1900, die harmonieus bij het 17e-eeuwse grondplan aansluiten; als zodanig is een 17e-eeuwse formele aanleg van deze omvang in Nederland zeer zeldzaam; verder betreft het een van de weinige bewaard gebleven historische parken in Nederland waarvan het formele grondplan geen veranderingen in landsschapsstijl heeft ondergaan;
-de aanleg van door rechte boomsingels gelede en omgeven grootschalige terreinen met bossen en weilanden uit de eerste helft van de 17e eeuw, ten westen van genoemde formele aanleg; het betreft een in de geschiedenis van de tuinen en parken van historische Nederlandse buitenplaatsen zeer vroege en hierdoor ook zeer zeldzame aanleg van grootschalige bossen als integraal onderdeel van een buitenplaats;
-het poortgebouw aan het voorplein in het hart van de formele aanleg, dat nog deels uit de tijd van de stadhouder Frederik Hendrik, Prins van Oranje dateert.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
– | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Rijksstraatweg | 9 | A | 3956 CH | Leersum | – | BY | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | D | 4010 | – | Leersum |
– | D | 4009 | – | Leersum |