Inleiding

LANDHUIS 'Huize Dennenrode' ontworpen in 1922 door de Rotterdamse architect Michiel Brinkman in een expressionistische stijl, in opdracht van de Rotterdamse graanhandelaar A.M. van Dusseldorf Pz. De bescherming betreft zowel het exterieur als grote delen van het interieur.

Omschrijving.

Expressief vormgegeven en in baksteen opgetrokken bouwvolume bestaande uit een hoofdvolume van twee bouwlagen, een iets lagere westelijke vleugel en een in een knik aangebouwde oostelijke vleugel, alle gedekt door een uitkragend samengesteld rieten dak met rode dakvorsten. Aan noord- en zuidoostkant heeft de rietkap voor een deel een van de muur afgeplaatste op ijzeren steunen en houten klossen geplaatste dakgoot. In de kap opgenomen segmentboogvormige dakramen; twee zwaar opgemetselde taps toelopende schoorstenen in het noordelijke dakschild; schoorsteen in het zuidelijke dakschild; twee schoorstenen in de nok; alle schoorstenen hebben strak vormgegeven kappen; in de nok een giet- en smeedijzeren klokkestoel met luidbel. Voor het totale pand geldt dat de vensters zijn uitgevoerd met oorspronkelijk kozijnhout en zijn voorzien van een overwegend horizontaal georienteerde ijzeren roedeverdeling; oorspronkelijk hang- en sluitwerk en deels voorzien van opgeklampte luiken. Noordzijde met gemetselde stoep naar de licht uitspringende entree met korfboogvormige deuropening met dubbele rollaag waaronder een opgeklampte deur met smeedijzeren sierelementen. Boven de deur een breed sectieltegel met "Anno DENNENRODE 1922'; daarboven drie trapsgewijs geplaatste rollagen en een driehoekig tegeltableau in basrelief (afbeelding van een boerderij in landschap). De entree wordt beklemtoond doordat de rieten kap daarboven even opwipt. De knik naar de oostelijke vleugel wordt doorgezet in een doorlopende muur. Westgevel met onder meer openslaande terrasdeuren. De verdiepingslaag is bekleed met gepotdekselde houten delen. In de hoek tussen de logeerkamers op de verdieping is onder een diagonale hoek een balkon geplaatst dat via ijzeren deuren te betreden is. De zuidzijde heeft een erker (steekkap met riet) met openslaande ijzeren deuren en een soort fries (aangezet met houten delen) waarin een glas-in-lood bovenlicht is opgenomen. Rechts van de erker is een drievoudig gekoppeld raam met naastliggend een ijzeren deur. Boven deze ramen een hoogopgaand viervoudig gekoppeld raam ten behoeve van de hal. Rechts van de ijzeren deur bevinden zich de twee dubbele openslaande glasdeuren van de eetkamer. De verdiepingsgevel is bekleed met gepotdekselde houten delen. In de knik naar de oostvleugel is een diagonaal geplaatst balkon gebouwd, te betreden via een ijzeren deur vanuit de slaapkamer en de zolder. De oostgevel van de zijvleugel is gebouwd als loggia.

Het TERRAS omsluit de west- en de zuidgevel. Bij de noordgevel wordt het afgesloten door een opgemetselde muur. Het terras ligt boven het maaiveld en bestaat uit flag-stones (Bremer steen) en op verschillende plekken een gemetselde trap van vier treden.

Het INTERIEUR is in grote lijnen gaaf. Centrale ruimte is de hal die de volle hoogte van het pand beslaat en waarin een volledig spant te zien is. In de hal een oorspronkelijke schouw; een console voor een kunstwerk; een houten trap met bordes waarop aansluitend een zithoek. Houten trapleuning voorzien van snijwerk (onder meer klaverbladmotief). Deze leuning loopt door op de galerij. De deuren en de omlijstingen zijn eveneens in hout uitgevoerd. De zitkamer heeft deels een gemetselde lambrizering, een oorspronkelijke haardpartij en een plafond met raat- en ruitvormig stucwerkpatroon. De jachtkamer heeft oorspronkelijke kasten in de oostwand en een uitbouw met oorspronkelijke haardpartij. De eetkamer eveneens met een oorspronkelijke haardpartij met groengeglazuurde tegels, geel opgemetselde schouw en smeedijzeren haard. De kasten, deuren en plafondbalken zijn eveneens in een groene kleurstelling geschilderd. De gang naar de keuken is voorzien van geglazuurde tegels. Vloer met patroon in rood, de wanden in blauw. Keuken met betegelde wanden in blauw-wit patroon waarbij antieke tegels zijn verwerkt; oorspronkelijke schouw en kasten; vloer in zwart-wit betegeld. De badkamer is betegeld met geglazuurde tegels in een blauwgroenige kleurstelling afgewisseld met creme. De logeerkamer in de westelijke vleugel bevat een oorspronkelijke haardpartij met een vloer in rood-zwart betegeling.

Waardering

Landhuis van cultuurhistorisch belang als uiting van een bijzondere sociaal-economische ontwikkeling en vanwege de bijzondere typologische betekenis; het architectuurhistorisch belang wordt bepaald door de bijzondere vormgeving en materiaalgebruik, het bijzondere belang voor het oeuvre van Brinkman en de samenhang tussen interieur en exterieur alsmede vanwege de gaafheid, de zeldzaamheid en de hoogwaardige esthetische kwaliteit. Daarnaast geldt het als belangrijkst onderdeel van het gelijknamige complex.