HOEVE "De Meesterkok", bestaande uit een in oorsprong vermoedelijk laat 16e-eeuwse vakwerkboerderij onder met rode Hollandse pannen gedekt zadeldak, een weefhuisje van vakwerk onder met rode Hollandse pannen gedekt zadeldak, een grote houten schuur onder met blauwe Hollandse pannen gedekt zadeldak en een waterput met haal.

De boerderij is van oorsprong een "los hoes" (vermoedelijk laat 16e eeuw), dat later (vermoedelijk 17e eeuw) enigszins vergroot werd, dat in de 18e eeuw een scheidingswand tussen het woon- en bedrijfsgedeelte kreeg en een indeling in vertrekken, dat in de loop van de 18e/19e eeuw voorzien werd van bakstenen vullingen in plaats van leem in het vakwerk, van een geheel bakstenen voorgevel en van een iets opgelichte dakvoet aan beide zijden van het woongedeelte, en dat in 1963-1965 werd gerestaureerd.

In de voorgevel (baksteen met houten geveltop) een deur met 16-ruits bovenlicht, twee 32-ruits schuifvensters met onder luiken, twee 4-ruits venstertjes met luik en een kelderlicht. In de linker zijgevel (schuurgedeelte vakwerk) twee 12-ruits vensters met onder luiken en een lage deur met 9-ruits venster en gekoppeld aan 4-ruits venstertje met luik. In de rechter zijgevel (vakwerk) drie paar gekoppelde 4-ruits venstertjes met luik. In de achtergevel (vakwerk met houten geveltop) grote deeldeuren met in elk der deuren een 4-ruits venstertje en links aan staldeur, rechts aan 4-ruits venstertje gekoppeld, en links en rechts een staldeur.

Inwendig: de oorspronkelijke indeling is, afgezien van kleine aanpassingen aan de woonfunctie, zo goed als volledig intact; in het verlengde van de deel, en daarvan gescheiden door de 18e-eeuwse houten wand met bedsteden en deur, het grote woonvertrek met vloer van potscheuren en met schouw, waarvan de achterwand ten dele bekleed is met tegels. Oostelijk hiervan de kelder en de opkamer. Het weefhuisje heeft houten geveltoppen, een deur in de oostgevel, in de oostgevel een en in de zuidgevel twee 9-ruits venster(s) met luik en in de west- en noordgevel een 6-ruits venster met luik.

De grote schuur heeft in de oostgevel deeldeuren, een staldeur en een 4-ruits venstertje.

Hoevecomplex, bestaande uit boerderij, weefhuisje, schuur en waterput met haal uit oogpunt van de volkskunde en de architectuur-historie van algemeen belang vanwege de ouderdom, de gaafheid - met name ook van het interieur van de boerderij - en de bijzonder fraaie situering van het geheel.