Inleiding Voornaam WOONHUIS in eclectische trant, gesitueerd aan de noordzijde van de Raadhuisstraat. Het woonhuis werd volgens een gevelsteen in de oostgevel gebouwd in 1870. Omstreeks 1905 werd aan de oostzijde een serre met decoratie in Art Nouveau aangebouwd. Het woonhuis werd gebouwd als pastorie bij de Nederlands hervormde kerk. Omschrijving Op nagenoeg vierkant grondplan gebouwd woonhuis, deels onderkelderd en bestaande uit twee bouwlagen met schilddak. Het schilddak is bedekt met een zwarte platte Friese pan met ruitvormige decoratie. Op de beide nokpunten bevindt zich een gemetselde schoorsteen. De hoekkepers zijn bedekt met lood. Het rechthoekige bouwvolume van het woonhuis heeft een gedecoreerde lijstgevel (Z) met hoofdgestel en geblokte hoekpilasters. De gevel telt vijf vensterassen. De middelste as bevat de ingangspartij met hardstenen stoep. De ingangspartij wordt benadrukt door twee verticaal gelede pilasters. Boven de dubbele paneeldeur met bovenlicht van de ingang bevindt zich een op bewerkte consoles rustend balkon met balustrade. Het muurwerk is opgetrokken in rode baksteen. De genoemde pilasters en de wenkbrauwen boven de vensters zijn gepleisterd. De plint aan de voorzijde is in hardsteen, de overige zijden hebben een gecementeerde plint. De wenkbrauwen volgen de in het midden naar beneden gedrukte boog van de bovenzijde van de vensteropeningen. De vensteropeningen bevatten schuifvensters. De linkerzijde (W) heeft een rechthoekig zesruits schuifvenster op de parterre en een rond ijzeren raam met roedenverdeling op de verdieping. De achterzijde (N) heeft drie vensterassen waarin zich op de parterre een deur en verder alleen zesruits-schuifvensters bevinden. De rechterzijde (O) heeft op de verdieping twee korfboogvensters, beide met wenkbrauw. De serre (parterre) is rechthoekig met afgeschuinde hoeken en wordt afgesloten door met rode leipan bedekte dakschilden met gesneden gootlijst. De opstand van de serre bestaat uit rechthoekig raamwerk dat vanaf kniehoogte is bezet met glas. Daaronder bevindt zich gebogen houten vakwerk. De bovenlichten van de serre hebben glas-in-lood met floraal motief. Het interieur bevat nog een aantal oorspronkelijke onderdelen. Dit zijn onder meer de stucplafonds in de vestibule, de kamer ten oosten hiervan (woonkamer) en de serre, verbonden met de woonkamer door twee schuifdeuren (geslepen glas en in bovenlichten glas-in-lood met floraal motief); een marmeren schouw in de woonkamer; in papier-maché uitgevoerde panelen met floraal motief in de serre. Waardering Het woonhuis is van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als gaaf bewaard voorbeeld van een voornaam 19de-eeuws woonhuis op het platteland. Het object heeft situationele waarde door de beeldbepalende situering in de dorpskern.