Inleiding

Omstreeks 1931, in opdracht van de P.Z.E.M. gebouwde, houten, crême-kleurig geschilderde loods op rechthoekige plattegrond onder een zadeldak; bedoeld voor de opslag van houten palen voor het bovengronds electriciteitsnet.

Omschrijving

Zes traveeën diepe houten loods, opgebouwd uit houten spanten op middensteunpunten en muurstijlen welke op betonnen poeren zijn geplaatst. De wanden zijn geheel opgebouwd uit vertikaal lattenwerk tussen de muurstijlen boven een gepleisterde, metselwerk plint. Gedeeltelijk zijn de geveltoppen, evenals de wanden, t.b.v. ventilatie, als vertikaal lattenwerk uitgevoerd; het bovenste deel is voorzien van gesloten, horizontale beschieting. Het flauw hellende zadeldak met sobere windveren aan de kopgeveloverstekken en gedekt met grotendeels vernieuwde golfplaten, bezit aan de zijgevels forse luifel-achtige overstekken op sobere consoles.

De hoofdtoegang tot de loods bevindt zich in de voorgevel waar drie stel dubbele lattendeuren en één enkelvoudige, vastgezette/vertimmerde deur, zijn aangebracht. In de achterste travee van de linker zijgevel bevindt zich een dubbele lattendeur. In vergelijking tot de naast-staande P.T.T.-loods bezit deze loods relatief kleine, vrije vloeropervlakken door de aanwezigheid van middensteunpunten van de spantkonstruktie.

Waardering

Houten opslagloods, van belang als onderdeel van het complex.