Kommisjewei 25, Opeinde
Inleiding
De volgens de principes van centraalbouw ontworpen hervormde KERK met klokkentoren en traptoren uit 1908 is naar ontwerp van Wolter te Riele Gzn. uitgevoerd in een stijl die getypeerd kan worden als een heroriëntatie op historische architectuurelementen. Aannemer was Klaas A. van der Veen uit Drachten. Het kerkterrein aan de doorgaande weg tussen Nijega en Drachten is omgeven door hoog opgaande singelbeplanting en aan de straatzijde afgescheiden door een beukenhaag; twee gemetselde posten met ezelsruggen waarop keramische daktegels markeren de toegang; op de grasperken aan weerszijden van het toegangspad een hulstboom en een rododendron. Het kerkterrein valt buiten de bescherming. De kerk is gebouwd op een oud erf: de oude kerk stond tot 1909 daar waar thans nog de klokkenstoel op het vm. kerkhof staat. Aanvankelijk was W. te Riele verzocht een restauratieplan voor de oude kerk te maken, die vermoedelijk wegens de geraamde kosten is komen te vervallen ten gunste van nieuwbouw. De in 1975 aan de achterzijde vergrote consistoriekamer, naar ontwerp van aannemer H. Veldstra, in afwijkende steensoort en voorzien van een plat dak, valt buiten bescherming wegens de geringe ouderdom en de geringe architectonische waarde.
Omschrijving
De globale grondslag van het kerkgebouw is van een Grieks kruis; de armen aan de oost- en westzijde zijn als twee driezijdig gesloten uitbouwen toegevoegd. Aan de achterzijde, de zuidzijde, is een consistoriekamer aangebouwd die in 1975 is vergroot. De consistoriekamer heeft H-vensters. De ingangszijde, de noordzijde, wordt architectonisch benadrukt door de plaatsing van een vierkante klokkentoren, deels in de kerkzaal gebouwd en wordt begeleid door een 4/6de traptoren in de noordoost hoek. De toegang bevindt zich in een enigszins uitgemetselde gevelwand met beeldhouwwerk. De kerk is opgetrokken uit donkerbruine bakstenen in staand verband. Het trasraam is een halve steen uitgemetseld en wordt afgesloten door afgeschuinde vormstenen; een vrijwel geheel omlopende muizetandlijst onder afgeschuinde vormstenen sluit de hoge borstwering af.
Elke driezijdige uitbouw aan de kerkzaal heeft drie rondboogramen met bakstenen raamtraceringen onder een strekboog. De ramen zijn voorzien van gekleurde glas-in-loodramen met drie symbolische voorstellingen aan de ene zijde en de corresponderende woorden aan de andere zijde. Aan de noordzijde, aan weerszijden van de twee torens, zijn rondbogige spaarvelden gemetseld. Onder de dakvoet van de kerkzaal is een muizetandlijst met hollijst. De kerkzaal wordt overdekt door een geknikt tentdak met bruin geglazuurde Tuile-du-Nord pannen. Deze pannen liggen ook op de daken van de uitbouwen; alle hebben hoekige vorsten op de hoekkepers. Op de snijpunten van de noklijn en hoekkepers staan zinken pironnen. De vierkante klokkentoren rijst boven kerk en traptoren uit. In klokkenstoel een klok van anonieme gieter, 1659, diam. 66 cm. Een muizetandlijst onderscheidt de bovenste bouwlaag van de beide vrijwel ongelede torens. De vierkante torenspits wordt gedekt met bruin geglazuurde Tuile-du-Nord pannen en bekroond door een pijnappel met een smeedijzeren torenkruis en een weerhaan. In het onderste torensegment is een rondboogvenster met gekleurd glas-in-lood en een lichtsleuf met groene en ongekleurde ruitjes. De klokkenzolder heeft aan elk van de vier zijden een spitsbogig galmgat met vijf galmborden en telkens aan weerszijden daarvan een spitsbogig spaarveld. Op de slanke vierzijdige traptoren ligt een enigszins ingezwenkt en overstekend schubbendak zonder goot, van bruin geglazuurde daktegels; op de hoekkepers liggen ronde vorstpannen. De toren wordt bekroond door een zinken, deels vergulde kruisbloem. In de traptoren zijn lichtsleuven uitgespaard met groene en ongekleurde ruitjes. De bovenste torengeleding bevat drie rondbogige glas-in-lood vensters met groene ruitjes. De noordzijde van de kerk bevat de uitgemetselde toegangspartij onder een tympaanvormige bekroning, gedekt met vernieuwde matgeglazuurde bruine daktegels. In de linker zijwand van het ondiepe portiek is een rode zandstenen gedenksteen met inscriptie in neogotische letters: GESTICHT NOVEMBER 1908. De kraalhouten dubbele toegangsdeur heeft sierlijk hangwerk. De toegang wordt geflankeerd door een rondboogvenster onder rollaag, voorzien van nieuw, gekleurd matglas. Het aanzetstuk en de bekroning van de geveltop zijn voorzien van uitbundig beeldhouwwerk in zandsteen. Op de aanzetstukken een monstermasceron; in de geveltop een lijnreliëf met daarop afgebeeld een allegorische vrouwenfiguur: onder het wapen van Friesland en door een zon beschenen, zit een naar links gewende vrouw met een kruis in haar hand bij een altaar waarop een brandend hart en een gesloten boek met op de altaarvoet de inscriptie "I COR XIV / 40". Aan de rechterzijde van de vrouw een anker. Het beeldhouwwerk is omgeven door twee kopjes met haarband en bekroond met een rijksappel.
Het interieur is in hoge mate oorspronkelijk met een betegelde vloer, glas-in-lood ramen en een geleed stucplafond met eenvoudige bloemdecoratie op de snijpunten van de gecanneluurde banden. De voorkerk bestaat uit een houten tochtportaal met kleine dienstruimtes aan weerszijden, alles onder een bovengalerij op twee kolommen. De kerkzaal is ingericht met historisch en contemporain meubilair.
Tot het historisch meubilair, afkomstig uit de oude kerk die elders stond, behoort onder meer de 17de-eeuwse preekstoel met klankbord met vernieuwde evangelistensymbolen op de hoeken, psalmborden en een luidklok in de toren uit 1659 met Latijns opschrift, wapenschilden en het stadswapen van Amsterdam. Tot het contemporaine meubilair behoren onder meer twee fraaie hanglampen en vier bijbehorende wandlampen, het doophek en vier gesloten banken: twee aan weerszijden van de preekstoel en twee onder de galerij bij de ingang. Boven de preekstoel bevindt zich de orgelgalerij met een éénklaviers kerkorgel uit 1909, van de Fa. Bakker en Timmenga uit Leeuwarden, voorzien van snijwerk (harp en trompet). Achter het orgel is een zolderruimte die wordt verlicht via een glas-in-loodvenster. De glas-in-loodramen in de uitbouwen verwoorden en symboliseren de drie kardinale deugden: FIDES (schild met kruis), SPES (anker) en CARITAS (vuurpot).
Waardering
De kerk is van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang vanwege:
- de toepassing van de centraalbouw als uitdrukkingsvorm van een protestantse kerk,
- de hoogwaardige esthetische kwaliteit van het ontwerp,
- het belang van de kerk binnen het oeuvre van de architect Wolter te Riele,
- als karakteristieke exponent van de historiserende bouwtrant in Friesland,
- het bijzondere en artistiek hoogwaardige beeldhouwwerk aan de ingangspartij,
- de hoge mate van gaafheid van het exterieur,
- de hoge mate van gaafheid van het interieur,
- de hoge mate van gaafheid van historische en contemporaine interieuronderdelen, waaronder hergebruikt oud meubilair,
- de hoge mate van uitzonderlijkheid van het geheel.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Kerk | Religieuze gebouwen | Kerk en kerkonderdeel | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kommisjewei | 25 | – | 9218 PC | Opeinde | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Religieuze gebouwen | Kerk en kerkonderdeel | MRS-aanv. | Centraalbouw |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 2519 | – | Rottevalle |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1908 | 1908 | – | vervaardiging |