Inleiding

PASTORIE, gebouwd in 1875, behorend bij de ernaast gelegen neo-gotische St. Werenfriduskerk van architect Th. Asseler uit 1874-1875, en daarmee verbonden door een sluisachtige aanbouw. De pastorie is gebouwd in eclectische bouwtrant, met voornamelijk neo-gotische elementen. Het pand is gelegen aan de noordzijde van de Dorpsstraat. Een hekwerk en voortuin scheiden de pastorie van de straat.

Omschrijving

Pastorie, gebouwd op rechthoekig grondplan, bestaande uit twee bouwlagen onder een afgeknot schilddak gedekt met leien. De lengterichting van het afgeknotte schilddak ligt evenwijdig aan de straat. Het muurwerk is opgetrokken in bruine baksteen met accenten in gele baksteen, zoals de rondomlopende horizontale banden ter hoogte van de onder- en wisseldorpels van de vensters en de decoraties in de boogtrommels en spaarvelden van de vensters op de eerste verdieping. Natuursteen is onder meer toegepast in de stoeptreden, lekdorpels, topgevel, aanzet- en sluitstenen. De plint is gecementeerd. Tussen de begane grond- en eerste verdieping bevindt zich een lijst van siertegels (alleen voorgevel).

De rijk gedecoreerde voorgevel (Z) is vijf vensterassen breed. Op de hoeken en aan weerszijden van de middelste as zijn lisenen aangebracht. De middenas bevat op de begane grond de ingangspartij, bestaande uit een portaal met drie stoeptreden, twee witgesauste natuurstenen kolonnetten en een frontonachtige bekroning. De voordeur is een paneeldeur met zijlichten en een vijfruitsbovenlicht. In de middenpartij op de eerste verdieping, bevindt zich een rechthoekig houten schuifvenster geflankeerd door lisenen, die de gootlijst doorsnijden. Op de zolderverdieping flankeren de lisenen een dakkapel onder ingestoken zadeldak. De dakkapel heeft een smal rechthoekig houten venster en wordt bekroond door een topgevel. In de topgevel is een gevelsteen met jaartal (1875) aangebracht. De vier overige vensterassen op de begane grond bevatten een iets terugliggend houten schuifvenster, geflankeerd door witgesauste bakstenen kolonnetten met gestucte fantasiekapitelen. Op de verdieping bevatten de assen een rechthoekig houten schuifvenster met strek boven een boogtrommel. De gevel wordt afgesloten door een gotisch boogfries dat ter plaatse van de middenpartij wordt onderbroken.

De zijgevels (O en W) zijn drie traveeën breed en zijn vrijwel blind. De detaillering en geleding van de voorgevel loopt door over de zijgevels (plint, horizontale banden in gele baksteen, boogfries). In de linkerzijgevel (W) bevindt zich op de begane grond in de middentravee een spaarveld, op de eerste verdieping een houten schuifvenster. In de rechterzijgevel (O) is tussen de begane grond en de eerste verdieping een klein venster aangebracht. Rechtsachter (op de noordoosthoek) bevindt zich de sluisachtige aanbouw tussen pastorie en kerk.

De achtergevel (N) is wit gepleisterd en is voorzien van voegen ter imitatie van natuursteen. Terugkerende details van de voorgevel die in de achtergevel terugkeren zijn de hoeklisenen, dakkapel met lisenen en het boogfries.

Waardering

Het pand is van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als gaaf bewaard voorbeeld van een in eclectische bouwtrant gebouwde pastorie uit de tweede helft van de 19de eeuw. Daarnaast heeft de pastorie ensemblewaarde met naastgelegen St. Werenfriduskerk.