Inleiding

Het WOONHUIS is onderdeel van een uit acht identieke woningen bestaande woningrij. Het complex is in 1935 in Interbellum-architectuur aan de Groningerstraat in Surhuisterveen gerealiseerd door K. Kuipers. De woning heeft een voortuin begrensd door een ligusterhaag. Via een tegelpad, afgezet met rode baksteenstrips, is de zij-ingang te bereiken. Aan de achtergevel is het pand met de naastligger (nr. 88) verbonden door een tussenmuurtje. Achter de woning staat een dubbel schuurtje aan het begin van een diepe achtertuin.

Omschrijving

Het woonhuis van één bouwlaag is gebouwd op een rechthoekige plattegrond. Het steile zadeldak is gedekt met zwart geglazuurde Hollandse pannen. De rechthoekige dakgoot steekt royaal over en een gemetselde schoorsteen bevindt zich midden op de nok. Het opgaand muurwerk bestaat uit gele bakstenen op een roodbruin gevlamd bakstenen trasraam. Onder de dakrand van de geveltop is een rollaag en een streks gemetselde rand van roodbruin gevlamde bakstenen. De horizontale drielichtsvensters hebben in de bovenlichten van de zijramen glas-in-lood. In de topgevel is onder het drielichtsvenster een houten bloembak op klossen. De entree met een oorspronkelijke, geverfde houten deur bevindt zich aan de zijgevel van de woning.

Waardering

Het woonhuis uit 1935 aan de Groningerstraat in Surhuisterveen is als onderdeel van de woningrij met acht identieke woonhuizen van belang:

- als functioneel en essentieel onderdeel van het zeer gave complex,

- vanwege de hoge mate van gaafheid in detaillering,

- vanwege de grote eenvormigheid, versterkt door hoge mate van gaafheid.