Inleiding

Dit rijk gedecoreerde WOONHUIS met artsenpraktijk uit het eerste kwart van de 20e eeuw, ontworpen in de trant van de Chalet-stijl door A. Velding, is in opdracht van Dokter Dijkhuis gebouwd. Het pand met koetshuis (thans garage) aan de achterzijde, doet thans dienst als woning. Een lage heg scheidt de voortuin, waarin een solitaire beuk staat, van de met statige herenhuizen bebouwde Voorstraat.

Omschrijving

Het woonhuis van één bouwlaag heeft een afgeknot schilddak dat doorbroken wordt door topgevels onder zadeldak en afgewolfde zadeldaken. Het dak is gedekt met bitumenstroken imitatieleien. Enkele gootlijsten zijn voorzien van gekoppelde decoratieve gootklampen. Alle topgevels hebben decoratieve windveren met gevleugeld siersnijwerk op de uiteinden; de topgevel aan voorgevel heeft een sierspantje. Het pand is opgetrokken in roodbruine bakstenen. De vensters met bovenlicht zijn rechthoekig, getoogd en rondbogig. Ze hebben een brede geprofileerde omlijsting, doorlopend tot tweederde van de ramen, en een groen geglazuurde bakstenen afzaat. Aan de noordzijde is een driezijdige erkerachtige uitbouw met balkon, waarop een houten balkonhekje met imitatiestammetjes staat. In de topgevels aan de oost- en westzijde van het pand zijn verticale vensters met spitsbogige omlijsting waarbinnen een trommelveld dat met een roosmotief is beschilderd. In de topgevels aan de voorzijde zijn rondbogige en rechthoekige melkmeisjes. Deze vorm keert terug in de omlijsting van de deur met oorspronkelijk glas-in-lood zijlichten in de enigszins terugliggende ingangspartij aan de voorzijde. De originele dubbele geverfde deur heeft een halfrond bovenlicht met glas-in-lood vaasmotieven en twee zijlichten. Boven de ingang is een kleine dakkapel met een wolfsdakje en een piron; voorts een windvaan en een versierde piron op de nokken aan de voorgevel en een piron op het wolfeind aan de westgevel. In het westelijke dakschild is een taps toelopende gemetselde schoorsteen met gele en zwarte sierbanden. Aan de oostzijde leidt een natuurstenen trapje met siersmeedijzeren leuningen naar een tweede houten deur met een getoogd bovenlicht en rondbogige zijlichten. Naast deze toegang grenst de tegen de zuidzijde gebouwde serre aan de garage.

Het vm. koetshuis heeft een zadeldak met decoratieve windveer en een sierspantje. Aan de voorzijde is een dubbele houten deur, een hooizolderluik en een roosvenster in de geveltop; in de zijgevels getoogde stalramen.

Waardering

Het woonhuis met de artsenpraktijk, rond 1907 in Buitenpost gebouwd, is van algemeen cultuurhistorisch en architectonisch belang:

- als karakteristiek voorbeeld van de toepassing van decoratieve rustieke stijlelementen in de plattelands-architectuur,

- vanwege de uitbundige detaillering en ornamentiek,

- vanwege de hoge mate van architectonische gaafheid van het exterieur,

- vanwege de hoge mate van gaafheid van het waardevolle interieur, met o.a. stucplafonds, een marmeren vloer, een gesneden trap en haarden, terwijl de indeling en de hal origineel zijn,

- vanwege de hoge mate van visuele gaafheid in het straatbeeld met het naastgelegen pand (Voorstraat 58).