Zandpad 39, Breukelen
HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG.
In oorsprong laat 17de-eeuws park in formele stijl, dat omstreeks 1800 verlandschappelijkt werd, waarschijnlijk in opdracht van A. Ahuys (eigenaar van 1776 tot 1800) of H. Muilman (1800-1822). Ten oosten van het huis ligt de vroeg-18de-eeuwse moestuin met aansluitend de heemtuin uit de jaren twintig. De formele aanleg van het park was gebaseerd op het gebruikelijke axiale systeem, kenmerk van de Barok. Vanaf de achterzijde van het huis liep een lange zichtas over bijna de gehele lengte schuin naar het einde van de tuin. Van de historische parkaanleg rondom het huis Queekhoven is de vroegst bekende afbeelding en bron afkomstig uit 'De Zegepralende Vecht' uit 1719.
De tuin- en parkaanleg van Queekhoven bestaat thans uit drie historisch samenhangende delen. Het deel rondom het hoofdgebouw wordt gedomineerd door het huis Queekhoven en de twee symmetrisch geplaatste bouwhuizen waartussen het halfronde grasveld ligt, dat Lutgers in 1836 tekende. Bij het huis staan thans twee linden en bij de toegangshekken twee grote treurwilgen. Achter het huis ligt het park in landschapsstijl binnen het oorspronkelijke formele omgrenzingsplan. De oorspronkelijke rechte en brede sloten werden bij de heraanleg van het formele park in landschapsstijl rond 1800 vergraven tot een lange slingervijver. De brede sloot die geheel rondom de moestuin loopt bleef behouden. De slingervijver vormt een schiereiland waarop een waarschijnlijk 18de-eeuwse paardekastanje staat, waarvan de takken rondom in de grond zijn gezet en aangeslagen zijn. Het ronde kommetje dat op dit schiereiland ligt is een restant van de formele aanleg en lag in de hoofdas. Aan de voet van een moerascypres stond in 1870 een theekoepel, waarvan de fundamenten nog te zijn vinden. De rozenborder -thans een sterk vereenvoudigde uitvoering van de border die C.W. Matthes omstreeks 1920 op dezelfde plaats aanlegde- is een qua maat en situering wat vreemd element in het landschappelijk aangelegde park. Het meest opvallend in dit landschappelijke deel is de noordelijk gelegen laan, gevormd door zo'n 63 konisch gesnoeide taxusbomen, die thans zo'n 5 meter hoog zijn. De laan sluit het landschapspark aan de noordzijde af en is waarschijnlijk aan het einde van de 19de eeuw ingeplant. De aan het voornoemde landschappelijke deel grenzende moes- en fruittuin heeft de afgelopen 300 jaar nauwelijks veranderingen ondergaan en geeft een fraai beeld van de afmetingen en het gebruik van een dergelijke tuin. De oorspronkelijke, brede sloot loopt rondom de moestuin en splitst deze in twee delen: een eiland met boomgaard en een moestuindeel. Aan de noord- en oostzijde wordt de moestuin afgesloten door een ruim 2 meter hoge meanderende tuinmuur (ook wel meandermuur) waartegen aan de achterzijde steunberen zijn gebouwd. De muur werd in de 19de eeuw een aantal malen gerestaureerd en wederom in 1994. Op de snijding van de oorspronkelijke formele hoofdas en de muur bevindt zich een door zuilen geflankeerde opening, zodat het zicht vanuit het huis niet wordt verstoord. Als opdrachtgever van de bouw van de muur komt de doopsgezinde Francois Straalman (1678-1754), een belangrijk lakenhandelaar, fabrikant en reder, in aanmerking. Hij kocht in 1725 de buitenplaats Queekhoven voor fl 14.200 en kende zeer waarschijnlijk Pieter de la Court van der Voort, wiens familie o.a. de buitenplaatsen Voortwijk in Breukelen en Berbice in Voorschoten bezat, alwaar een meandermuur staat die omstreeks 1700 is gebouwd. Tegen de meandermuur op Queekhoven staan oude perzik- en perenbomen. Eveneens bevinden zich in de moestuin een laat-19de-eeuwse berceau van perenboompjes en een aantal laat-18de- en 19de-eeuwse kassen en koude bakken.
Achter de moestuin lag tot 1920 een in landschapsstijl uitgevoerd eiken- en beukenbos met slingerpaden en een niervormige vijverpartij dat voorheen onderdeel vormde van de formele tuin- en parkaanleg en zich uitstrekte tot aan het einde van de kavel, de huidige Scheendijk. Omstreeks 1920 werd door C.W. Matthes het oostelijke deel van het bos voor een groot deel van de eiken en beuken ontdaan en ingeplant met bijzondere inheemse boomsoorten en tot arboretum omgevormd. De niervormige vijver die volgens de overlevering uit de jaren van de aanleg van de heemtuin stamt, is waarschijnlijk veel ouder en stamt uit het begin van de landschappelijke aanleg van omstreeks 1800. In 1845 wordt over Queekhoven in het Aardrijkskundig woordenboek van J.A. van der Aa geschreven dat "Dit buiten bevat [...] behalve de heerenbehuizing en verdere getimmerten, engelschen plantsoenen, lanen en bosschen, slingerbeek, vischrijke vijvers [...]". Wellicht is één van deze 'vischrijke vijvers' de niervormige vijver. Tevens legde C.W. Matthes noordelijk in dit deel de thans nog aanwezige rotstuin aan.
Het achterste gedeelte van het bos werd ingeplant als wilgengriend, bleef tot 1963 nog bij de buitenplaats behoren en werd toen verkocht aan de gemeente Breukelen die het smalle stuk grond eveneens als griendcultuur in gebruik heeft gehouden.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
HISTORISCHE BUITENPLAATS QUEEKHOVEN (Zandpad 39, Breukelen). Historische buitenplaats gelegen op de oostelijke oever van de rivier de Vecht te Breukelen, bestaande uit een omstreeks 1700 gebouwd blokvormig buitenhuis met uitgebouwde koepelkamer, waarvoor twee symmetrisch geplaatste bouwhuizen uit het begin van de 18de eeuw, omringd door een in oorsprong formele, geometrische aanleg van lanen, zichtassen, vijverpartijen en geschoren hagen, die omstreeks 1800 werd verlandschappelijkt. Het aan de hand van stijlkenmerken in de koepelkamer te dateren huis werd omstreeks 1680-1700 ter plaatse van een in 1672 door brand verwoest, een gelijknamig buitenhuis gebouwd. Het nieuwe huis werd voor het eerst afgebeeld in 1719 op gravures van Daniël Stoopendaal, in Andries de Leth, De Zeegepralende Vecht, vertoonende verscheidene Gesigten van Lustplaatsen, Heerenhuysen en dorpen, beginnende van Uitrecht en met Muyden besluitende. In deze tijd was Queekhoven eigendom van Pierre Mannoury die er een kostschool in huisveste. De laat 17de-eeuwse voorgevel van het huis Queekhoven was volgens een zogenoemd 'Philip Vingboonsschema' opgebouwd en werd later vervangen door een gemoderniseerde gevelpartij, zoals op een litho door P.J. Lutgers uit 1836 is te zien. In 1880 werd wederom een nieuwe gevel voor de oude geplaatst. Dit is de huidige gevel in een stijl waarin neo-renaissance-elementen te herkennen zijn. Waarschijnlijk werden gedurende de verbouwingen van het huis de ramen in de loop der tijd wat verhoogd, lengte en diepte van het huis veranderden echter niet. De achtergevel met koepelkamer bleef onveranderd.
De buitenplaats is toegankelijk via twee aan het Zandpad gelegen toegangshekken tussen pijlers. Achter het hekwerk liggen aan het voorplein de twee vroeg-18de-eeuwse bouwhuizen, die oorspronkelijk dienst deden als oranjerie en koetshuis.
De historische tuin- en parkaanleg van Queekhoven heeft door de eeuwen heen veel bekendheid genoten en waarschijnlijk dankt de buitenplaats zijn naam aan het kweken van gewassen (kweekhoven). Oorspronkelijk werd het huis omgeven door een formeel, symmetrisch aangelegd park waarin lanen, zichtassen, vijverpartijen en geschoren hagen. Waarschijnlijk dateert de moestuin, met de zeldzame meandermuur die aan noord- en oostzijde de moestuin omgeeft, in oorsprong uit het begin van de formele parkaanleg op Queekhoven. Als opdrachtgever voor deze muur komt de doopsgezinde Francois Straalman (1678-1754), een belangrijk lakenhandelaar, fabrikant en reder, in aanmerking. Na in 1721 gehuwd te zijn met Margaretha Kops, kocht hij in 1725 de buitenplaats voor f. 14.200.
Omstreeks 1800 werd de formele tuin tot een park in landschapsstijl omgevormd. De rechte sloten achter het huis, met uitzondering van de brede sloot rondom de moestuin, werden vergraven tot een lange slingervijver en de hoofdas die van het huis tot het einde van de aanleg liep werd onderbroken door bomen, gewassen en een theekoepel. De moestuin onderging vrijwel geen veranderingen. Enkele elementen van de formele aanleg, zoals een rond kommetje achter het huis, werden tot op heden gespaard. Na verkoop van Queekhoven na de dood van Straalman in 1754 wisselde het buiten diverse keren van eigenaar. In 1860 werd Queekhoven aan Joan Adam Matthes verkocht. Hij was degene die omstreeks 1880 de voorgevel in neo-renaissancestijl liet optrekken en in de periode 1917-1938 liet zijn zoon en erfgenaam C.W. Matthes het buiten veel veranderingen aan in- en exterieur ondergaan. Koetshuis en oranjerie werden in de 18de-eeuwse staat teruggebracht, kamers in het huis werden in Lodewijk-XIV en -XV stijl ingericht. Omstreeks 1920 werd achter de moestuin, op de plaats waar zich tot die tijd een eiken- en beukenwandelbos in landschapsstijl bevond, de heemtuin waarin vele zeldzame boomsoorten aangelegd waarbij de structuur in landschapsstijl van het oorspronkelijke wandelbos gehandhaafd bleef.
Ten zuiden van het huis Queekhoven staat het in oorsprong 18de-eeuwse voormalige boerderijtje, thans tuinmanswoning, waarachter een schurencomplex van recente datum dat niet voor bescherming in aanmerking komt. In de tuin bevinden zich enkele tuinsieraden; een voetstuk met zonnewijzer, een voetstuk met bloempot en twee voetstukken met een tuinbeeld. In de moestuin bevinden zich kweekbakken, kassen en muurkassen en een barak van recente datum die voor bescherming van ondergeschikt belang is. Ten oosten van de moestuin staat een 19de-eeuwse schuur en op het moestuineiland een vroeg-20ste-eeuws kippenhok met schuilhokje. Tussen moes- en heemtuin een dam met toegangshek.
Het omgrenzingsplan van de historische aanleg van de tuinen van Queekhoven is vanaf het einde van de 17de eeuw bijna geheel in tact gebleven. Het langwerpige terrein wordt aan de westzijde begrensd door het Zandpad, aan de oostzijde door een stuk wilgengriend (thans in eigendom van de gemeente Breukelen) en aan noord- en zuidzijde door scheisloten begrensd. De omgrenzing van de historische buitenplaats is aangegeven op de bij de registeromschrijving bijbehorende kaart en wordt in onderdeel 2 van dit complex nader gespecificeerd.
De historische buitenplaats Queekhoven is uit de volgende samenstellende onderdelen opgebouwd:
1. hoofdgebouw (huis Queekhoven), zie voor omschrijving hierna;
2. historische tuin- en parkaanleg, idem;
3. noordelijk bouwhuis (voorheen oranjerie), idem;
4. zuidelijk bouwhuis (voorheen koetshuis), idem;
5. tuinmanswoning, idem;
6. toegangshekken met hekpijlers, idem;
7. meandermuur met poort, idem;
8. koude dubbele bak, idem;
9. koude bak, idem;
10.kas, idem;
11.druivenkas, idem;
12.muurkas tegen dwarsmuur, idem;
13.muurkas, idem;
14.kweekbak, idem;
15.schuur, idem;
16.kippenhok en schuilhok, idem;
17.dam met pijlers en toegangshek, idem;
18.sokkel en zonnewijzer, idem;
19.voetstuk en bloempot, idem;
20.vrouwfiguur op voetstuk, idem;
21.kinderfiguur met tros druiven, idem.
De historische buitenplaats Queekhoven is in cultuur-, architectuur- en tuinhistorisch opzicht van algemeen belang, vanwege:
- het laat-17de-eeuwse huis Queekhoven met uitgebouwde koepelkamer en laat 19de-eeuwse voorgevel, dat typerend is voor de tijd van ontstaan en het middelpunt van de buitenplaats vormt;
- de gaafheid van het laat-18de- of vroeg-19de-eeuwse park in landschapsstijl, waarin enkele elementen uit de oorspronkelijke 18de-eeuwse formele aanleg zijn behouden met als belangrijk onderdeel de moestuin die in zijn authentieke vroeg-18de-eeuwse gedaante als zodanig een gaaf deel uitmaakt van de historische parkaanleg;
- de meandermuur rondom de moestuin uit het tweede kwart van de 18de eeuw, die een zeldzame variant van de slangemuur is;
- de samenhang tussen de samenstellende complexonderdelen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Historische aanleg | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Zandpad | 39 | – | 3621 ND | Breukelen | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | – | Landschappelijke tuin |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 198 | – | Breukelen Sint Pieters |
– | B | 199 | – | Breukelen Sint Pieters |
– | B | 1032 | – | Breukelen Sint Pieters |
– | B | 1031 | – | Breukelen Sint Pieters |
– | B | 1135 | – | Breukelen Sint Pieters |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1800 | 1900 | ria | vervaardiging |