Foarstrjitte 21, Nes
Inleiding
Het WOONHUIS met PAKHUIS is volgens mondelinge mededeling gebouwd in 1913 in opdracht van de heer Holwerda, die er een aardappel- en graanhandel in dreef. Het dubbelgebouw onder Overgangsarchitectuur ligt aan de Hoofdstraat en had voorheen aan de achterzijde toegang tot de akkers. Het pand is inwendig verbouwd, maar de structuur is grotendels herkenbaar gebleven. Links naast het huis staat een in de dertiger jaren gebouwde garage voor de transportauto: deze is voor de bescherming van rijkswege van ondergeschikt belang.
Omschrijving
Het woonhuis en het pakhuis zijn verbonden door een massale muur maar zijn in de vormgeving van elkaar te onderscheiden, terwijl gebruik is gemaakt van verbindende elementen als materiaaltoepassing en detaillering. Het woonhuis bestaat uit één bouwlaag met een zolderverdieping onder zadeldak, belegd met bruin geglazuurde Tuile du Nord-pannen; het pakhuis bestaat uit twee bouwlagen onder een plat dak op afschot met een aanbouw aan de achterzijde. Het geheel is opgetrokken in bruine bakstenen, verlevendigd met gele bakstenen voor de tectonische decoraties, zoals banden op het woonhuis en rollagen op woonhuis en pakhuis. De raam- en deuropeningen in de voor- en zijgevels zijn alle onder een latei met een eenvoudig, lineair dieprelif en daarop een geelbakstenen rollaag ter breedte van de opening in de gevelwand; een latei ontbreekt bij de openingen in de achtergevel. Aan de voorgevel van het woonhuis een driezijdige erker onder zinken aankapping: twee H-vensters en een drielichtvenster, alle met meerruits bovenlichten en geel getint matglas onder een latei en een rollaag; bruin geglazuurde, bakstenen lekdorpels. Rechts van de erker een inpandig portiek onder een latei met rollaag, een terrazzostoep en een bij de raamgeleding passende deur. In de geveltop een drielichtvenster, een zogeheten melkmeisje, onder een latei en rollaag. De gevel wordt afgesloten door een gepleisterde gevellijst met vier penanten, zowel op de aanzet als op de top. De penanten hebben een gepleisterde, bloemknopvormige bekroning. Tussen de toppenanten een gemetselde balustrade als gevelbeindiging. De penant op de linkerhoek is identiek aan die op de rechterhoek van het pakhuis: beide met een dobbelsteenvormige aanzet. In de westelijke zijgevel van het woonhuis onder meer een T-venster met een meerruits bovenlicht en geel getint matglas. In de noordgevel van het woon-huis een vierlichtvenster en meerruits bovenlichten met geel getint matglas, onder een getoogde rollaag en geknipte loodslab. In de geveltop een tweelichtvenster en drieruits bovenlichten onder een getoogde rollaag. De voorgevel van het pakhuis is symmetrisch ingedeeld en sober gedetailleerd. De middenas wordt benadrukt door de boven elkaar gelegen deuren en de opgetrokken gevelbeëindiging tussen uitkragende penanten, waartussen een gemetselde borstwering. In het midden een dubbele schuurdeur, erboven een een zolderdeur; beide onder een latei en rollaag. Aan weerszijden van de deuropeningen in beide bouwlagen een ijzeren meerruitsvenster met getoogde bovenzijde onder een latei en een rollaag; gele bakstenen lekdorpel. De gevel wordt afgesloten door een gepleisterde gevelbeëindiging, die naar het midden van het bouwblok klimt, tussen penanten. De linker zijgevel is drie raamtraveeën diep met drie ijzeren meerruitsvensters met getoogde bovenzijde onder een latei met rollaag in beide bouwlagen. De achtergevel wordt gedeeltelijk oversneden door een contemporaine uitbouw, voorheen werkplaats, met op de hoek een vanaf buiten bereikbaar urinoir, nu bergplaats. In de uitbouw zijn drie T-vensters en een achterdeur. In de achtergevel van het pakhuis twee ijzeren vensters met getoogde bovenzijde onder een rollaag van gele bakstenen.
De inpandige structuur is herkenbaar gebleven: een gang in het midden met aan de linker zijde het woongedeelte en aan de rechter zijde het bedrijfsgedeelte. Vanuit de gang is een kantoortje te bereiken waarin een loket. Het pakhuis was oorspronkelijk driebeukig en werd gescheiden door I-profiel ijzeren balken, gemerkt: HOERDE 18. Twee van de vijf kolommen zijn nog aanwezig. De binnenmuren van het pakhuis zijn beraapt met portland. Via een trap in de hoek tegenover het loket bereikt men de bovenverdieping.
Waardering
Het woonhuis met pakhuis dat onder Overgangsarchitectuur in 1913 zou zijn gebouwd is van algemene cultuurhistorische waarde:
- als bijzonder uitdrukking van een sociaal-economische ontwikkeling, in het bijzonder als handelsvestiging nauw verbonden met de agrarische omgeving,
- als representant van de lokale economische activiteiten in de Friese dorpen,
- vanwege de redelijke mate van esthetische kwaliteit van het ontwerp, waarbij het functionele onderscheid formeel wordt benadrukt, terwijl in materiaalgebruik en detaillering een eenheid wordt bewerkstelligd,
- vanwege de betekenis van het object voor het straatbeeld,
- vanwege de redelijke mate van gaafheid van het dubbelgebouw.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Opslaggebouw | Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen | Opslag | oorspronkelijke functie | – |
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Foarstrjitte | 21 | – | 9143 WR | Nes | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 2514 | – | Nes |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1910 | 1915 | – | vervaardiging |