Inleiding

Grote vrijstaande villa genaamd 'Eigen-haard', omstreeks 1902 gebouwd en vóór 1908 met een vleugel aan de linker zijde uitgebreid. Omstreeks 1917 is het pand naar ontwerp van architect Buitendijk te Goes verbouwd waarbij met name de huidige kapvormen, de vormgeving van de middenpartij en de chalettrant-detailleringen zijn ontstaan. Aan de achtergevel bevindt zich een recentere, platgedekte aanbouw welke buiten de bescherming valt.

Omschrijving

Villa op onregelmatige plattegrond, bestaande uit een begane grondlaag en een hoge kap; de middenpartij van de voorgevel en een groot gedeelte van de achter- en rechter zijgevel is twee bouwlagen hoog. Geheel gepleisterde, wit geschilderde bakstenen gevels voorzien van accenten in de vorm van gevelbanden in rode baksteen en aanzetblokken van bogen en strekken in natuursteen. Aan de voorgevel een risalerende topgevel met erker op de begane grond, balkon met gemetselde balustrade en natuurstenen dekplaat en vakwerk in de, rond 1917 aangebrachte geveltop. De begane grond is voorzien van kozijnen met H-type schuiframen met 6-ruits verdeling in de ramen; in het rechter deel bevindt zich een entree met bovenlicht en panelendeur. In de linker vleugel een pui met dubbele tuindeuren en zijlichten welke door muurdammen van de deuren gescheiden zijn, alles met originele bovenlichten met fijne roedeverdeling. Vóór deze linker zijvleugel een gemetseld terras. Op de verdieping, aan het erkerbalkon, een getoogd drielichtkozijn met dubbele deuren en opgebogen kalf. In de geveltop bevindt zich vakwerk en een reeks ramen met 9-ruits roedeverdelingen.

De rechter zijgevel bezit een twee lagen hoge gevelpartij met plat dak voorzien van pinakelachtige elementen met Art Nouveau decoraties, als overgang naar de hogere achtergevel. Op de begane grond is de zijgevel voorzien van een tweelicht raamkozijn, op de verdieping van een getoogd raamkozijn met stolpraam en opgebogen kalf. Voorts in de zijgevel enkele kleine vensters. In het verlengde van de entreehal bevindt zich in de achtergevel een achterdeurpartij met bovenlicht, daarnaast twee forse tweelichtkozijnen boven elkaar. De linker vleugel bezit aan de achtergevel een rookkanaal dat op de begane grond door twee kleine ramen, en in het dakvlak door twee kleine dakkapellen wordt geflankeerd.

Het pand is sinds de verbouwing in 1917 voorzien van een mansarde-achtig schilddak met aankapping, gedekt met rode leipannen. De risalerende voorgevelpartij is voorzien van een zadeldak dwarskap. De dakoverstekken op korbeelachtige consoles zijn voorzien van mastgoten. Aan de voorzijde bevinden zich aan weerszijden van de middenpartij forse dakkapellen onder zadeldaken, aan de rechterzijgevel twee stuks kleinere dakkapellen. De hoger opgaande zijgevelpartij en achtergevelgedeelten wordt afgesloten door een houten bakgoot op klossen.

In het interieur is onder meer de grotendeels oorspronkelijke indeling van belang. Voorts de deurpartijen waarvan enkele op de begane grond zijn uitgevoerd met zware omlijstingen, afgesloten door kroonlijsten. In tegenstelling tot de sobere, gerenoveerde plafonds in de hoofdbouw zijn de plafonds in de linker aanbouw en in de rechter kamer op de verdieping uitgevoerd als balkenplafond dat in de terraskamer in de linkervleugel als cassettenplafond is vormgegeven. Deze terraskamer bezit een houten betimmering tegen de achtergevel waarin de haardpartij, geflankeerd door raampjes, is opgenomen. Rondom het trappenhuis met schuin geplaatst daklicht bevinden zich in het bovenste gedeelte van de kap kleine (bedienden-)kamers met openslaande raampjes op het trappenhuis. Onder deze raampjes zijn houten "vensterbanken" op klossen aangebracht.

Waardering

Villa van algemeen belang vanwege cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde.