Inleiding

Grote, vrijstaande villa, in 1886 in rijke eclectische stijl waarin neo-renaissance elementen overheersen, gebouwd in opdracht van de directeur van de plaatselijke meelfabriek Salberg.

Omschrijving

Geheel onderkelderd gebouw op rechthoekige plattegrond met souterrain, twee bouwlagen en een hoge kap.

Het gehele pand is geplaatst op een gepleisterde plint waarin de ramen van het souterrain zijn opgenomen. Het opgaande gevelwerk is uitgevoerd in metselwerk van rode baksteen in kruisverband met gevelbanden en decoraties uit rode strengperssteen en gele vormbaksteen en voorzien van enige natuurstenen accenten en kozijnen. Het souterrain bezit in de voor- en zijgevels natuurstenen twee- en drielicht bolkozijnen voorzien van diefijzers en houten raamkozijnen. De voorgevel wordt beheerst door een vooruit springende torenpartij op de linker hoek en een vooruit springende topgevelpartij op de rechter hoek. De topgevelpartij is uitgevoerd als tuitgevel, geflankeerd door decoraties in de vorm van granaatappels en voorzien van een getrapte top met natuurstenen bekroning. Het terugliggende middengedeelte bevat op de bel étage achter een veranda de entree met rijke dubbele houten deur en halfrond bovenlicht. De gehele voorgevel bezit op de bel étage en op de verdieping natuurstenen raamkozijnen in de vorm van kruiskozijnen in het middendeel en drielicht kozijnen in de hoekpartijen. In de natuurstenen omlijstingen bevinden zich houten raamkozijnen. Boven de kozijnen op de verdieping bevindt zich een boogfries in gele baksteen. Op de tweede verdieping van de linker hoektoren een raamkozijn van drie gekoppelde boograampjes, in de rechter topgevelpartij een enkelvoudig rondboograam. De veranda is voorzien van een rood en geel betegelde vloer en een hardstenen balustrade met vaasvormige zandstenen balusters en een hardstenen trap. De veranda wordt afgedekt door een beglaasd lessenaarsdak met een slanke staalconstructie op gietijzeren kolommen. Voor- en zijgevels zijn voorzien van cordonlijsten ter hoogte van de vloer van de bel étage en de verdieping en ter hoogte van de onderdorpels van de ramen op de verdieping. De middenpartij van de voorgevel wordt afgesloten door een zware gootlijst en een centraal, geplaatste gemetselde dakkapel met een topgevel en een rondboograam. De zijgevels zijn topgevels, gedecoreerd met banden uit rode en gele baksteen en cordonlijsten uit gele baksteen. Boven de ramen op de verdieping is een band van gele, gekoppelde bakstenen boogjes aangebracht. De schouders en traptafels in de top zijn afgedekt met natuurstenen platen op een gevelbeëindiging van geel metselwerk. De zijgevels bezitten enkelvoudige en samengestelde, getoogde kozijnen voorzien van stolpramen met bovenlichten en in de geveltoppen een rondboogkozijn met stolpraam met daarboven een ronde nis. De hoektorenpartij is in de linker zijgevel geaccentueerd door een iets uitkragende, bovenste geleding en wordt afgesloten door getrapt uitkragend geel metselwerk. De achtergevel is sober en gesloten met slechts in het middendeel vier getoogde kozijnen met stolpramen en een dubbele cordonlijst. De gepleisterde plint bezit getoogde houten ramen van het souterrain. De gevel wordt afgesloten door een zware gootlijst. Het pand is voorzien van een zadeldak tussen de zij-topgevels, gedekt met leien in maasdekking. De topgevel aan de voorgevel is voorzien van een lagere dwarskap met leien. De torenpartij bezit een aangekapt, steil, met leien gedekt schilddak met een kleine noklijn waarop metalen decoraties zijn geplaatst; aan de voorzijde een kleine dakkapel met en schilddakje.

In het interieur bevinden zich onder meer, voor zover zichtbaar, in de kelder troggewelfjes tussen stalen binten. Overigens resteert in het interieur onder meer de grotendeels oorspronkelijke hoofdindeling, het trappenhuis aan de voorgevel en enige oorspronkelijke deurpartijen met paneeldeuren.

Waardering

Villa van algemeen belang vanwege architectuurhistorische waarden als regionale vertegenwoordiger van deze rijke bouwtrant met bijzondere decoraties en rijke materiaaltoepassingen.