KIM (object Q), Den Helder

Inleiding

Op het noordoostelijk compartiment van de Rijkswerf Willemsoord gelegen hoofdgebouw van het Koninklijk Instituut voor de Marine. Het in 1869-1870 gebouwde omvangrijke INSTITUUT werd waarschijnlijk ontworpen door architect Van Oudshoorn. De bouwstijl is eclectisch met veel neo-renaissance elementen. Opdrachtgever was de toenmalige Minister van Marine L.G. Brocx. In de bestekken werd de functie van het gebouw omschreven als "huisvesting en opvoeding van adelborsten voor de Koninklijke Zeemagt te Willemsoord". Op 26 februari 1869 werd de fundering (paalfundering en trasraam) van het gebouw aanbesteed aan aannemer M. Deutekom te Amsterdam voor f.47.747,=. Op 11 juni 1869 werd het optrekken en afwerken van het gebouwd aanbesteed aan aannemer P. van Limburgh te Rotterdam voor f.193.000,=.

N.B. De hoofdingang had oorspronkelijk geen hardstenen bordes en trap; deze zijn in de 20ste eeuw toegevoegd. Uit de 20ste eeuw dateert ook de uitbouw van de kantinezaal aan de achterzijde (noordwest) van het gebouw. Daarbij werd het materiaal uit de oorspronkelijke gevel (stenen, vensters en deur) hergebruikt in de nieuwe gevel. De dakbedekking van het hele gebouw bestond oorspronkelijk uit leien. Bij een renovatie heeft men de leien van verschillende dakschilden, die vanaf de grond niet goed zichtbaar zijn (de dakschilden aan de zijden van de twee binnenplaatsen), vervangen door bruin geglazuurde Hollandse pannen. De aanbouwen aan op de binnenplaatsen en de aanbouwen aan de linkerzijgevel (zuidwest) vallen niet onder de bescherming.

Omschrijving

Op vrijwel rechthoekig grondplan gebouwd instituut rond twee binnenplaatsen. Het gebouw is twee bouwlagen hoog en wordt afgesloten door zadeldaken, oorspronkelijk gedekt met leien. De noklijn van de voor- en achtergevel loopt evenwijdig aan de weg (Het Nieuwe Diep), de noklijn van de korte gevels staat er loodrecht op. De noklijn wordt doorsneden door verschillende achthoekige bakstenen schoorstenen. In de zadeldaken zijn verschillende dakkapellen met een rond venster aangebracht. Deze hebben een zinken dak met wolfseind en nokpiron. Van de vier hoektorens hebben de twee aan de voorzijde (zuidoost-zijde) een schilddak met leien en noklijn loodrecht op Het Nieuwe Diep. De twee torens aan de achterzijde (noordwest-zijde) hebben een afgeknot schilddak met leien en noklijn evenwijdig aan Het Nieuwe Diep. Op de nok van de torendaken zijn zinken hekwerken (crêtes) aangebracht. In de schilddaken zijn verschillende houten dakkapellen onder ingestoken zadeldak aangebracht. Deze dakkapellen hebben een getoogd stolpraam en een gevel bestaande uit twee zuilen met fantasiekapiteel, fronton en nokpiron. De daken van de dakkapellen zijn bekleed met zink. De oorspronkelijke kapconstructie van de zadel- en schilddaken is nog intact.

Het gebouw is opgetrokken in rode baksteen boven een hardstenen plint. Op verschillende plaatsen in het muurwerk zijn smeedijzeren sierankers zichtbaar. Detailleringen zoals boogstenen, aanzet- en sluitstenen, lekdorpels, afdekplaten, topgevelversieringen, traptreden en bordes zijn uitgevoerd in hardsteen. Detailleringen zoals speklagen, strekken, borstweringen, kraagstenen en boogfriezen zijn uitgevoerd in gele baksteen. De vensterassen bevatten, tenzij anders vermeld, op de begane grond een houten rondboogvenster met zesruits draairaam en tweeruits bovenlicht, op de eerste verdieping een getoogd venster met zesruits draairaam en tweeruits bovenlicht. In het middenrisaliet en in de hoektorens is de gootlijst opgetrokken tot een borstwering.

De voorgevel (zuidoost) bestaat uit vijf geveldelen: twee hoektorens, een middenrisaliet en twee terugliggende geveldelen. Middenrisaliet en hoektorens hebben hoeklisenen, een fries op kraagstenen en een in twee tinten baksteen uitgevoerde decoratieve borstwering annex gootlijst. Het middenrisaliet is vijf vensterassen breed, waarvan de drie middelste vensterassen extra risaleren. Deze drie vensterassen zijn gekoppeld door een rijk gedecoreerde topgevel onder ingestoken zadeldak. De centrale ingang bestaat uit een dubbele gedecoreerde paneeldeur met rondboog bovenlicht, waarin een lantaarn is aangebracht. De ingang is bereikbaar via een bordes met vijf traptreden. Links van het bordes, in de hardstenen plint, is een gedenkreliëf aangebracht met de tekst "Aangevangen den eersten Maart 1869. Voltooid den eersten Mei 1870." Aan weerszijden van de ingang bevindt zich een rondboogvenster. Op de eerste verdieping bevatten de drie middelste vensterassen een getoogd twaalfruits venster. De topgevel heeft een rondboogfries met zeven kleine rondboogvensters, schouderstukken, gedecoreerde afdekplaten en top. Op de nok staat een windwijzer met een scheepje. In de topgevel zijn bovendien decoraties aangebracht zoals een anker, kroon, het opschrift "ANNO 1869" en een klok. De twee resterende vensterassen van het middenrisaliet hebben, net als de terugliggende geveldelen aan weerszijden van het middenrisaliet, op de begane grond rondboogvensters en op de eerste verdieping getoogde vensters. De breedte van de terugliggende geveldelen is vijf vensterassen. De hoektorens zijn twee vensterassen breed en bevatten gekoppelde vensters: rondboogvensters op de begane grond, getoogde vensters op de eerste verdieping.

De rechterzijgevel (noordoost) heeft een breedte van twaalf vensterassen, verdeeld over twee hoektorens met een breedte van elk drie vensterassen en een daartussen gelegen geveldeel van zes vensterassen breed. Op de begane grond bevatten de vensterassen een rondboogvenster, op de eerste verdieping een getoogd venster. Eén rondboogvenster op de begane grond is vervangen door een dubbele paneeldeur met glas.

De linkerzijgevel (zuidwest) heeft oorspronkelijk een zelfde opbouw als de rechterzijgevel. Door een aanbouw van één bouwlaag over de gehele breedte van de gevel, wordt deze gevel van de plint tot aan de rondboogvormige bovenlichten van de begane grond aan het oog onttrokken. Op de eerste verdieping zijn de getoogde vensters nog intact.

De achtergevel (noordwest) heeft een breedte van drie geveldelen: twee hoektorens met een breedte vijf vensterassen en een terugliggend middendeel van dertien vensterassen. De hoektorens hebben op de begane grond een ingang op de centrale as. Het terugliggende middendeel van de achtergevel heeft een vooruitspringende begane grond verdieping met op de centrale as een rondboogvormige ingang, bestaande uit een rechthoekige dubbele paneeldeur met zij- en bovenlichten. De eerste verdieping heeft op de centrale as een kleine tuitgevel met rondboogfries en gekoppeld toogvenster. Aan weerszijden hiervan bevinden zich twee paar gekoppelde getoogde vensters.

Onder de binnenplaatsen bevinden zich twee grote waterkelders.

Het interieur is nog gedeeltelijk intact en bevat onder andere een rijk gedecoreerde centrale hal met gestucte wanden, gestuct cassetteplafond en gestucte deurarchitraven met pilasters. Twee trappenhuizen met rijk gedecoreerde trapleuningen en balusters zijn nog intact. De lange gang op de eerste verdieping (genaamd Kampanje) en verschillende zalen en kamers hebben nog originele elementen, zoals pilasters, scheibogen, lambrizeringen en stuc plafonds. Op de zolder van het instituut onder de kapconstructie bevinden zich nog enkele originele cachots.

Waardering

Het hoofdgebouw van het Koninklijk Instituut voor de Marine is van algemeen belang als historisch functioneel onderdeel van het complex Rijkswerf Willemsoord. Daarnaast is het pand van belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van overheidsarchitectuur uit de tweede helft van de 19de eeuw in eclectische bouwtrant. Tevens heeft het gebouw ensemblewaarde met de twee belendende panden aan Het Nieuwe Diep, namelijk het directiegebouw of commandementsgebouw (ten noorden) en het lesgebouw voor de adelborsten (ten zuiden).

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
508461
Complexnaam
Rijkswerf Willemsoord
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Omschrijving van het complex

Het complex betreft de in het noordoosten van de gemeente Den Helder gelegen (oude) RIJKSWERF WILLEMSOORD. De Rijkswerf, officieel geheten Maritiem Etablissement Willemsoord, is gesitueerd tussen het Marsdiep (in het noorden), het Nieuwe Diep (in het oosten) de Zuidstraat (in het zuiden) en de Weststraat en het Molenplein (in het westen).

De geschiedenis van de aanleg en bouw van de Rijkswerf gaat terug tot de Franse Tijd. In 1811 decreteerde Napoleon dat in Den Helder aan het Nieuwe Diep de grootste marinehaven en marinewerf van Nederland moesten worden gebouwd. Een ontwerp van Jan Blanken Jansz., Directeur der Maritieme Werken, werd op 8 maart 1812 goedgekeurd. I. Valk, Inspecteur der Maritieme Gebouwen, heeft in deze beginfase voor de Rijkswerf verschillende gebouwen ontworpen. De Rijkswerf kende in de 19de eeuw twee bouwfasen, de eerste van 1813 tot 1827, de tweede van 1857 tot 1866.

De eerste bouwfase werd in 1813 gestart. Na de val van Napoleon en het daaropvolgende herstel van de Nederlandse onafhankelijkheid, werd door Willem I op 14 november 1814 gelast dat het werk in Den Helder moest worden voltooid. De naam Willemsoord werd voor het eerst gebruikt in een memorie van Jan Blanken van 12 september 1815, waarna de naam ingeburgerd raakte. Tijdens de bouw viel het terrein onder het Departement van Binnenlandse Zaken en Waterstaat, op 20 september 1822 werd Willemsoord aan de marine overgedragen. Na een gewijzigd plan van Blanken uit 1819 werd het definitieve plan voor de inrichting van de werf en de bestemming van de gebouwen op 26 februari 1823 door Koning Willem I goedgekeurd. In deze eerste bouwfase werd de basisstructuur van de werf ontwikkeld, waarbij onder andere het natte dok (object: C), de maritieme binnenhaven, het dokkanaal, de zeedoksluis en het oude droogdok (dok I, object: A) werden aangelegd. De voltooiing van het plan nam nog vier jaar in beslag. In de eerste bouwfase werden ook de volgende bouwwerken gerealiseerd: de vier door I. Valk ontworpen langgerekte werkplaatsen/loodsen langs de westrand van het werfterrein (de objecten D, F, G, H, zijnde de gebouwen 1, 29, 52 en 60), het door J. Blanken ontworpen stoommachinegebouw (object J, gebouw 47), de mastenloods (object M, gebouw 66) en de kanonneerbootkappen uit iets later periode -waarschijnlijk circa 1833- (object K, gebouw 3). Het directiegebouw of commandementsgebouw (object S, ook wel 'het Paleis' genaamd, daterend uit circa 1823) en het gebouw voor opslag van licht ontvlambare stoffen (object T, ook wel 'het Torentje' genaamd, nu Marinemuseum) dateren ook uit de eerste bouwperiode.

Een tweede bouwcampagne volgde in de jaren 1857 tot 1866. In deze periode kreeg het terrein van de Rijkswerf de vorm die nu nog in hoofdtrekken herkenbaar is, onder andere door de aanleg van een nieuw droogdok, dok II (object B). Voorts werd het natte dok vergroot en werden de reeds bestaande waterbouwkundige werken verder uitgebreid. Op het Marinegedeelte verscheen in 1869 het hoofdgebouw van het Koninklijk Instituut voor de Marine (object Q).

Nadien, in de periode van 1866 tot circa 1990, werd de bebouwing op het Rijkswerfterrein nog regelmatig uitgebreid en/of vernieuwd om aan de eisen des tijds te kunnen voldoen. Door sluiting van de overige werven in Nederland bleef de Rijkswerf Willemsoord na 1933 over als enige werf van uitrusting, herstelling en conservatie. In 1938 werd aangevangen met de bouw van de nieuwe scheepsmakerswerkplaats (object N, gebouw 51). In de Tweede Wereldoorlog werden zowel haven als werf zwaar beschadigd. Met name het zuidoostelijk gelegen compartiment, thans behorend tot de bewapeningswerkplaatsen van de marine, werd zwaar gebombardeerd. Daarbij werd de bebouwing op dit compartiment bijna volledig verwoest. Op dit compartiment bevinden zich geen afzonderlijk te beschermen bouwwerken meer. Tijdens de oorlog werden op de rijkswerf verschillende betonnen schuilkelders gebouwd en werd het stoommachinegebouw (object J, gebouw 47) gebruikt als kantoor en telefooncentrale. Daartoe werd dit gebouw voorzien van een nieuwe constructie en voorzetgevel van gewapend beton. De walkanten van het Afsluitingskanaal kregen in de periode 1940-1945 geleidelijk een bekleding van gewapend beton. Na de oorlog werden veel herstelwerkzaamheden verricht en werden verschillende nieuwe gebouwen gerealiseerd, onder andere het op het marinegedeelte gebouwde Lesgebouw voor Adelborsten (object R) uit omstreeks 1946, op de plaats van het voormalige hospitaal. Na 1945 werd ook een gedeelte van het Afsluitingskanaal aan de noordzijde gedempt. De zeedoksluis werd in 1967 vervangen door een nieuwe zeedoksluis, die zuidelijk van de oorspronkelijke ligt. In 1949 werd begonnen met de bouw van een geheel nieuwe marinehaven ten oosten van het Nieuwe Diep. In 1988 werd begonnen met de bouw van een nieuwe rijkswerf in de nieuwe haven van Den Helder die in 1993 gereed kwam. De bouwgeschiedenis van de (oude) Rijkswerf Willemsoord is beschreven door C. Reinders Folmer - van Prooijen in "Rijkswerf Willemsoord 1822-1982. Overzicht van de geschiedenis van terrein en gebouwen" (1982).

N.B. In het hiernavolgende worden voor de verschillende objecten zowel letters als nummers gebruikt. De letters A tot en met T verwijzen naar de objecten van het complex "Rijkswerf Willemsoord". De nummering van de verschillende gebouwen (gebouw 1, 3, 29, enzovoort) komt alleen in de redengevende omschrijvingen per beschermd onderdeel voor en komt overeen met de nummering zoals in de jaren '50 van deze eeuw aan de verschillende gebouwen gegeven door de bouwkundige dienst van Rijkswerf Willemsoord. Onder deze nummers zijn de gebouwen plaatselijk bekend.

Naast de onder monumentnummer 531547 beschermde terreinaanleg van de werf, omvat het complex Rijkswerf Willemsoord de volgende afzonderlijk beschermde monumenten:

A: Oude droogdok (dok I, inclusief twee houten richtlatten) (monumentnummer 508471)

B: Nieuwe droogdok (dok II, inclusief één richtlat) (monumentnummer 508463)

C: Natte dok (monumentnummer 508472)

D: Gebouw 1, werkplaats/loods (monumentnummer 508473)

E: Woonhuis voor de officier van politie (bij gebouw 1) (monumentnummer 508474)

F: Gebouw 29, werkplaats/loods (monumentnummer 508475)

G: Gebouw 52, werkplaats/loods, gedeeltelijk (uitsluiting van de tweede bouwlaag) (monumentnummer 508476)

H: Gebouw 60, werkplaats/loods, gedeeltelijk (uitsluiting van de aanbouwen van na 1918) (monumentnummer 508467)

I: Gebouw 28, berging (monumentnummer 508477)

J: Gebouw 47, stoommachinegebouw (monumentnummer 508466)

K: Gebouw 3, kanonneerbootkappen, sloepenloods (monumentnummer 508465)

L: Gebouw 63, ketelmakerij (gedeeltelijk) (monumentnummer 508468)

M: Gebouw 66, mastenloods met scheepshelling ten oosten (monumentnummer 508464)

N: Gebouw 51, scheepsmakerswerkplaats (gedeeltelijk) met scheepshelling en kraanstructuren (monumentnummer 508469)

O: Toegangspartij westelijke hoofdingang (monumentnummer 508478)

P: Gebouw 43, opslag dokmaterialen en schaftlokaal 'het Zwaantje' (monumentnummer 508479)

Q: Hoofdgebouw Koninklijk Instituut voor de Marine (monumentnummer 508461)

R: Lesgebouw Adelborsten / 'Het Klooster' (monumentnummer 508462)

S: Directiegebouw Marine / 'Het Paleis' (monumentnummer 508480)

T: Gebouw voor opslag van licht ontvlambare stoffen, het huidige Marinemuseum / 'het Torentje' (monumentnummer 508470)

Waardering van het complex

Het complex Rijkswerf Willemsoord is van algemeen belang uit maritiem-historisch en architectuurhistorisch oogpunt vanwege de zeldzaamheid van het complex, de herkenbaar gebleven functionele en architectonische samenhang van de complexonderdelen en vanwege de architectonische vormgeving en typologische betekenis van de bebouwing.

Daarnaast zijn de aanleg van het complex en de architectuur van verschillende bouwwerken van belang als belangrijk onderdeel van het oeuvre van Jan Blanken Jansz.

Tevens heeft het complex situationele waarde door de prominente stedenbouwkundige situering in het noordoostelijke deel van Den Helder.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Wetenschappelijk instituut Cultuur, gezondheid en wetenschap Onderwijs en wetenschap oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Het Nieuwe Diep 8 1781 AC Den Helder Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
D 5844 Den Helder
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1869 1869 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Oudshoorn van ; Noord-Holland architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven