Gebouw 51 (object N), Den Helder
Inleiding
De SCHEEPSMAKERSWERKPLAATS, plaatselijk bekend als gebouw 51, met SCHEEPSHELLING is gesitueerd op het zuidwestelijke compartiment van het complex Rijkswerf Willemsoord, tussen het oude dok (in het noorden) en het nieuwe dok (in het zuiden). Met de bouw van de scheepsmakerswerkplaats werd volgens de bestekken begonnen in 1938. In 1942 was de bouw van het eerste gedeelte voltooid. De loopkranen dateren waarschijnlijk uit 1948. Het te beschermen gedeelte van de scheepsmakerswerkplaats bestaat uit het westelijke deel met drie zaagdaken alsmede het hoog oprijzende deel met twee zaagdaken. Daarnaast valt de ten oosten van de werkplaats gelegen scheepshelling uit omstreeks 1930 en de loopkranen uit 1948 onder de bescherming.
N.B. De meest noordoostelijk gelegen vleugel, parallel aan de scheepshelling met loopkranen, dateert uit de periode 1949-1953 en valt niet onder de bescherming.
Omschrijving
Werkplaats, gebouwd op een samengesteld grondplan van twee rechthoeken. De oostelijk gelegen rechthoek vormt de basis voor het hoogste bouwvolume met twee zaagdaken, de westelijk gelegen rechthoek voor een lager bouwvolume met drie zaagdaken. De noklijnen van de zaagdaken staan loodrecht op de Weststraat. De daken hebben op de zuidelijke dakschilden een dakleerbedekking, de noordelijke dakschilden hebben over de gehele hoogte en breedte stalen vensterreeksen met witglazen ruiten.
De draagconstructie bestaat uit een geklonken stalen skelet, bestaande uit stalen kolommen en liggers en driehoekige kapspanten. Elke kolom bestaat uit twee I-profielstijlen vastgeklonken in een voet die weer verankerd is in een betonfundatie. De dakspanten rusten op de kolommen en de daaropgelegde liggers. De zuidelijke dakschilden bestaan uit bimscementplaten, de noordelijke uit stalen stijl- en regelwerk met vensters met meerruits roedenverdeling daartussen.
De gevels bestaan uit stalen raamwerken, ingevuld met vakwerkbemetseling en deels met stalen venster. De plint is deels van beton, de dakgoten zijn alle van beton.
De oostgevel heeft een breedte van twee topgevels. Beide hebben op de begane grond een grote vierkanten stalen poort waarin een dubbele opgeklampte deur hangt. De deuren zijn voorzien van een stalen frame ter versteviging. Deze deuren gaan naar buiten toe open.
De zuidgevel is veertien traveeën breed. Elke travee bestaat daarbij uit een liggend stalen raam met een invulling vakwerkbemetseling. Het stalen raamwerk van het oostelijke, hoog oprijzende, gedeelte is vier traveeën breed en heeft een hoogte van zeven modulen. In dit gedeelte is één venster aangebracht. Het staalskelet van het westelijk gedeelte is tien traveeën breed en vier modulen hoog. In negen modulen bevindt zich over een hoogte van twee raamwerken een stalen venster met zes ruiten. De westgevel heeft een breedte van drie topgevels. Op de begane grond zijn drie grote stalen venster aangebracht.
De noordgevel van het gebouw is door diverse (niet beschermde) aanbouwen aan het zicht onttrokken.
In het interieur is de oorspronkelijke skeletconstructie nog intact en ook de oorspronkelijke loopkranen zijn nog aanwezig.
De scheepshelling ten oosten van gebouw 51 bestaat uit een gemetselde helling, deels voorzien van een betonnen laag, met twee stalen loopkraanbanen. De loopkraanbanen hebben een geraamte van drie rijen van elk zeven stalen kolommen met daarop rustend oost-westgerichte liggers. Elke kolom bestaat uit een samenstel van twee naast elkaar geplaatste I-profielstijlen - verstijfd door geklonken driehoeksverstevigingen - op een stalen voet. De kolomvoet is verankerd in een betonfundatie. De liggers bestaan uit stalen I-profielbalken, deels verstijfd door driehoeksconstructies.
De meest noordelijk gelegen rij kolommen vormt tevens het skelet voor de tussen 1949 en 1953 gerealiseerde aanbouw (die niet onder de bescherming valt).
Waardering
Het pand is van algemeen belang als historisch functioneel onderdeel van het complex Rijkswerf Willemsoord. Daarnaast is het pand van belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als voorbeeld van een in de eerste helft van de 20ste eeuw gebouwde scheepswerkplaats. Door de centrale ligging op het Rijkswerfterrein heeft het pand beeldbepalende waarde voor het aanzien van de werf vanaf de zijde van het natte dok.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
Het complex betreft de in het noordoosten van de gemeente Den Helder gelegen (oude) RIJKSWERF WILLEMSOORD. De Rijkswerf, officieel geheten Maritiem Etablissement Willemsoord, is gesitueerd tussen het Marsdiep (in het noorden), het Nieuwe Diep (in het oosten) de Zuidstraat (in het zuiden) en de Weststraat en het Molenplein (in het westen).
De geschiedenis van de aanleg en bouw van de Rijkswerf gaat terug tot de Franse Tijd. In 1811 decreteerde Napoleon dat in Den Helder aan het Nieuwe Diep de grootste marinehaven en marinewerf van Nederland moesten worden gebouwd. Een ontwerp van Jan Blanken Jansz., Directeur der Maritieme Werken, werd op 8 maart 1812 goedgekeurd. I. Valk, Inspecteur der Maritieme Gebouwen, heeft in deze beginfase voor de Rijkswerf verschillende gebouwen ontworpen. De Rijkswerf kende in de 19de eeuw twee bouwfasen, de eerste van 1813 tot 1827, de tweede van 1857 tot 1866.
De eerste bouwfase werd in 1813 gestart. Na de val van Napoleon en het daaropvolgende herstel van de Nederlandse onafhankelijkheid, werd door Willem I op 14 november 1814 gelast dat het werk in Den Helder moest worden voltooid. De naam Willemsoord werd voor het eerst gebruikt in een memorie van Jan Blanken van 12 september 1815, waarna de naam ingeburgerd raakte. Tijdens de bouw viel het terrein onder het Departement van Binnenlandse Zaken en Waterstaat, op 20 september 1822 werd Willemsoord aan de marine overgedragen. Na een gewijzigd plan van Blanken uit 1819 werd het definitieve plan voor de inrichting van de werf en de bestemming van de gebouwen op 26 februari 1823 door Koning Willem I goedgekeurd. In deze eerste bouwfase werd de basisstructuur van de werf ontwikkeld, waarbij onder andere het natte dok (object: C), de maritieme binnenhaven, het dokkanaal, de zeedoksluis en het oude droogdok (dok I, object: A) werden aangelegd. De voltooiing van het plan nam nog vier jaar in beslag. In de eerste bouwfase werden ook de volgende bouwwerken gerealiseerd: de vier door I. Valk ontworpen langgerekte werkplaatsen/loodsen langs de westrand van het werfterrein (de objecten D, F, G, H, zijnde de gebouwen 1, 29, 52 en 60), het door J. Blanken ontworpen stoommachinegebouw (object J, gebouw 47), de mastenloods (object M, gebouw 66) en de kanonneerbootkappen uit iets later periode -waarschijnlijk circa 1833- (object K, gebouw 3). Het directiegebouw of commandementsgebouw (object S, ook wel 'het Paleis' genaamd, daterend uit circa 1823) en het gebouw voor opslag van licht ontvlambare stoffen (object T, ook wel 'het Torentje' genaamd, nu Marinemuseum) dateren ook uit de eerste bouwperiode.
Een tweede bouwcampagne volgde in de jaren 1857 tot 1866. In deze periode kreeg het terrein van de Rijkswerf de vorm die nu nog in hoofdtrekken herkenbaar is, onder andere door de aanleg van een nieuw droogdok, dok II (object B). Voorts werd het natte dok vergroot en werden de reeds bestaande waterbouwkundige werken verder uitgebreid. Op het Marinegedeelte verscheen in 1869 het hoofdgebouw van het Koninklijk Instituut voor de Marine (object Q).
Nadien, in de periode van 1866 tot circa 1990, werd de bebouwing op het Rijkswerfterrein nog regelmatig uitgebreid en/of vernieuwd om aan de eisen des tijds te kunnen voldoen. Door sluiting van de overige werven in Nederland bleef de Rijkswerf Willemsoord na 1933 over als enige werf van uitrusting, herstelling en conservatie. In 1938 werd aangevangen met de bouw van de nieuwe scheepsmakerswerkplaats (object N, gebouw 51). In de Tweede Wereldoorlog werden zowel haven als werf zwaar beschadigd. Met name het zuidoostelijk gelegen compartiment, thans behorend tot de bewapeningswerkplaatsen van de marine, werd zwaar gebombardeerd. Daarbij werd de bebouwing op dit compartiment bijna volledig verwoest. Op dit compartiment bevinden zich geen afzonderlijk te beschermen bouwwerken meer. Tijdens de oorlog werden op de rijkswerf verschillende betonnen schuilkelders gebouwd en werd het stoommachinegebouw (object J, gebouw 47) gebruikt als kantoor en telefooncentrale. Daartoe werd dit gebouw voorzien van een nieuwe constructie en voorzetgevel van gewapend beton. De walkanten van het Afsluitingskanaal kregen in de periode 1940-1945 geleidelijk een bekleding van gewapend beton. Na de oorlog werden veel herstelwerkzaamheden verricht en werden verschillende nieuwe gebouwen gerealiseerd, onder andere het op het marinegedeelte gebouwde Lesgebouw voor Adelborsten (object R) uit omstreeks 1946, op de plaats van het voormalige hospitaal. Na 1945 werd ook een gedeelte van het Afsluitingskanaal aan de noordzijde gedempt. De zeedoksluis werd in 1967 vervangen door een nieuwe zeedoksluis, die zuidelijk van de oorspronkelijke ligt. In 1949 werd begonnen met de bouw van een geheel nieuwe marinehaven ten oosten van het Nieuwe Diep. In 1988 werd begonnen met de bouw van een nieuwe rijkswerf in de nieuwe haven van Den Helder die in 1993 gereed kwam. De bouwgeschiedenis van de (oude) Rijkswerf Willemsoord is beschreven door C. Reinders Folmer - van Prooijen in "Rijkswerf Willemsoord 1822-1982. Overzicht van de geschiedenis van terrein en gebouwen" (1982).
N.B. In het hiernavolgende worden voor de verschillende objecten zowel letters als nummers gebruikt. De letters A tot en met T verwijzen naar de objecten van het complex "Rijkswerf Willemsoord". De nummering van de verschillende gebouwen (gebouw 1, 3, 29, enzovoort) komt alleen in de redengevende omschrijvingen per beschermd onderdeel voor en komt overeen met de nummering zoals in de jaren '50 van deze eeuw aan de verschillende gebouwen gegeven door de bouwkundige dienst van Rijkswerf Willemsoord. Onder deze nummers zijn de gebouwen plaatselijk bekend.
Naast de onder monumentnummer 531547 beschermde terreinaanleg van de werf, omvat het complex Rijkswerf Willemsoord de volgende afzonderlijk beschermde monumenten:
A: Oude droogdok (dok I, inclusief twee houten richtlatten) (monumentnummer 508471)
B: Nieuwe droogdok (dok II, inclusief één richtlat) (monumentnummer 508463)
C: Natte dok (monumentnummer 508472)
D: Gebouw 1, werkplaats/loods (monumentnummer 508473)
E: Woonhuis voor de officier van politie (bij gebouw 1) (monumentnummer 508474)
F: Gebouw 29, werkplaats/loods (monumentnummer 508475)
G: Gebouw 52, werkplaats/loods, gedeeltelijk (uitsluiting van de tweede bouwlaag) (monumentnummer 508476)
H: Gebouw 60, werkplaats/loods, gedeeltelijk (uitsluiting van de aanbouwen van na 1918) (monumentnummer 508467)
I: Gebouw 28, berging (monumentnummer 508477)
J: Gebouw 47, stoommachinegebouw (monumentnummer 508466)
K: Gebouw 3, kanonneerbootkappen, sloepenloods (monumentnummer 508465)
L: Gebouw 63, ketelmakerij (gedeeltelijk) (monumentnummer 508468)
M: Gebouw 66, mastenloods met scheepshelling ten oosten (monumentnummer 508464)
N: Gebouw 51, scheepsmakerswerkplaats (gedeeltelijk) met scheepshelling en kraanstructuren (monumentnummer 508469)
O: Toegangspartij westelijke hoofdingang (monumentnummer 508478)
P: Gebouw 43, opslag dokmaterialen en schaftlokaal 'het Zwaantje' (monumentnummer 508479)
Q: Hoofdgebouw Koninklijk Instituut voor de Marine (monumentnummer 508461)
R: Lesgebouw Adelborsten / 'Het Klooster' (monumentnummer 508462)
S: Directiegebouw Marine / 'Het Paleis' (monumentnummer 508480)
T: Gebouw voor opslag van licht ontvlambare stoffen, het huidige Marinemuseum / 'het Torentje' (monumentnummer 508470)
Waardering van het complex
Het complex Rijkswerf Willemsoord is van algemeen belang uit maritiem-historisch en architectuurhistorisch oogpunt vanwege de zeldzaamheid van het complex, de herkenbaar gebleven functionele en architectonische samenhang van de complexonderdelen en vanwege de architectonische vormgeving en typologische betekenis van de bebouwing.
Daarnaast zijn de aanleg van het complex en de architectuur van verschillende bouwwerken van belang als belangrijk onderdeel van het oeuvre van Jan Blanken Jansz.
Tevens heeft het complex situationele waarde door de prominente stedenbouwkundige situering in het noordoostelijke deel van Den Helder.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Werfgebouw | Boerderijen, molens en bedrijven | Industrie | oorspronkelijke functie | – |
Scheepshelling (G) | Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen | Opslag | oorspronkelijke functie | – |
Werkplaats | Boerderijen, molens en bedrijven | Industrie | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Willemsoord | 51 | – | 1781 AS | Den Helder | – | – | Ja |
Willemsoord | 51 | A | 1781 AS | Den Helder | – | – | – |
Willemsoord | 51 | C | 1781 AS | Den Helder | – | – | – |
Willemsoord | 51 | B | 1781 AS | Den Helder | – | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | D | 5987 | – | Den Helder |
– | D | 6300 | – | Den Helder |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1938 | 1942 | – | vervaardiging |