Sint Bavo, Noordwijkerhout
Omschrijving
Symmetrisch tweelaags klooster annex dienstgebouw op rechthoekige plattegrond met hoekpaviljoens en een hoog opgaand middenrisaliet aan de voorgevel. De kapel achter het hoofdgebouw heeft de plattegrond van een Latijns kruis, een klokketoren met tentdak en een ronde vieringstoren onder grote koepel met koper bekleed. Aan weerszijden van de kapel lage uitgebouwde glazen gangen die de verbinding vormen met het achter gelegen paviljoen waarin oorspronkelijk broederverblijven en de keuken warenondergebracht. De zadel-schilddaken van het klooster en de kapel zijn gedekt met geen gobeerde opnieuw verbeterde Hollandse pannen. De gevels zijn opgetrokken in bruine baksteen in kruisverband en horizontaal geleed met een hoge natuurstenen plint, cordonlijsten en sierbanden van gele strengperssteen.
Het beeldhouwwerk en de aanzet- en sluitstenen zijn uitgevoerd in natuursteen.
De vensters, in verschillende samenstelling, hebben zesruits bovenlichten onder strekken. Houten geprofileerde gootlijsten op consoles. De symmetrische voorgevel (oost) van het klooster heeft een hoog opgaand middenrisaliet onder klokdak met lantaarn en hoekpaviljoens met puntgevels. In het middenrisaliet bevindt zich de hoofdingang in een portiek met gebeeldhouwde zandstenen segmentboog, waarboven de naam `Sint Bavo' in vergulde letters en in reliëf de jaartallen `1914' en `1939' zijn aangebracht. Het portiek heeft een gemetseld kruisribgewelf van gele baksteen. Dubbele (vernieuwde) houten glasdeur met zij- en bovenlichten onder gemetselde rondboog met zandstenen sierblokken. Boven het portiek een beeldnis met beeld van Sint Bavo geflankeerd door twee enkele vensters. Recht boven het beeld een gevelsteen met tegeltableau waarop het wapen van de Broeders van Liefde is afgebeeld. Op het tegeltableau daaronder staat in vergulde letters `Deus charitas est'. Het met koper gedekte klokdak van het middenrisaliet wordt bekroond door een houten lantaarn met rondbogen en houten balustrades onder een koepeldakje. In de gietijzeren windvaan de letters S.B. De terugliggende geveldelen aan weerszijden van het middenrisaliet tellen elk drie vensterassen met dubbele vensters en in de hoekpaviljoens driedubbele vensters. De geveltoppen van de hoekpaviljoens zijn voorzien van natuurstenen hoek- en sluitstenen en afgedekt met natuurstenen dekplaten. In het dakschild aan de voorzijde twee kleine houten dakkapellen. De zijgevels (noord en zuid) tellen elk drie vensterassen met dubbele vensters en dubbele glasdeuren. In de linker zijgevel (zuid) rechts kloostervensters met glas-in-lood in de onderramen van de stijlkamer in Neo-Renaissance (1936).
De KAPEL heeft een eenvoudige rechthoekige klokketoren met bovenin dubbele galmgaten onder rondbogen binnen decoratieve gemetselde lijsten van gele strengperssteen en aan vier zijden uurwerken. Op het tentdakje van de toren een gietijzeren windvaan. In de gevels van schip en de kruisarmen grote samengestelde vensters meteenvoudige glas-in-loodramen onder rondbogen. Boven en tussen de vensters een doorlopende sierlijst van gele strengpers en een rondboogfries onder de gootlijst. In de topgevels van de kruisarmen drie kleine blindnissen onder rondbogen en siermetselwerk van gele strengperssteen. De ronde vieringstoren bevat tien rondboogvormige vensters tussen gemetselde pilasters. De met koper bekleedde koepel wordt bekroond door een lantaarn met rondbogen onder een koperen koepeldakje met Latijns kruis. In de dakschilden van de kapel kleine houten dakkapelletjes onder zadeldaken met pannen gedekt.
Interieur
De oorspronkelijke symmetrische indeling van het klooster en de kapel is in grote lijnen gehandhaafd maar het interieur is grotendeels gemoderniseerd. De vestibule bij de entree heeft een marmeren vloer en koepelgewelven opmarmeren kolommen met hardstenen fantasiekapitelen en geprofileerde kroonlijsten geïnspireerd op Oosterse voorbeelden. Eenvoudige houten trap tot aan de zolder.
Het interieur van de kapel wordt geleed door rondbogen en gedomineerd door de grote vieringskoepel. Pilasters met kleurig geschilderde kapitelen.
Waardering
Het hoofdgebouw en de kapel van de St. Bavo zijn van algemeen cultuur-,architectuurhistorisch en stedebouwkundig belang
- als gaaf oorspronkelijk onderdeel van de krankzinnigeninrichting St. Bavo die volgens het paviljoenssysteem is gebouwd
- vanwege de herkenbare typologie
- vanwege de voor die tijd karakteristieke Overgangsarchitectuur, gekenmerkt door een gemengde bouwstijl met verschillende stijlelementen
- vanwege de hoge mate van gaafheid in hoofdvorm, detaillering en materiaalgebruik
- vanwege de gave interieuronderdelen
- vanwege de beeldbepalende situering in Noordwijkerhout
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Complex van KLOOSTER/DIENSTGEBOUW MET KAPEL, DOKTERSWONING, DUBBELE DOKTERSWONING EN RECTORSWONING oorspronkelijk behorend tot de psychiatrische inrichting St. Bavo die tussen 1914 en 1920 is gebouwd naar ontwerp van de architect P.J. Bekkers. Omdat de architect in 1918 plotseling overleed, is het werk door zijn zoon J.A.M. (Jos) Bekkers voltooid.
De paviljoens en de keuken achter de kapel, die door middel van glazen gangen met het klooster en de kapel zijn verbonden, zijn wegens diverse wijzigingen en uitbreidingen voor de bescherming van ondergeschikt belang. Datzelfde geldt voor de overige resterende onderdelen van de inrichting en de Engelse tuin (1930). De Overgangsarchitectuur van het KLOOSTER/DIENSTGEBOUW wordt gekenmerkt door de combinatie van stijlkenmerken uit verschillende bouwstijlen.
Het gebouw, dat nu in gebruik is als kantoorgebouw, bevat onder meer een vestibule in Neo-Byzantijnse trant en een kamer in de stijl van de Neo-Renaissance (1933). De betimmering en de raamkozijnen werden ontworpen door de Firma Pander uit Den Haag. De glas-in-loodramen in deze kamer zijn in 1936 vervaardigd door Henk Asperlagh. De KAPEL in Neo-Romaanse stijl heeft het zelfde grondplan als die van de St. Servatius in Venray en de moederkapel van de Broeders van Liefde in Gent. De kapel was inwendig oorspronkelijk geheel beschilderd met oud- en nieuw testamentische taferelen en Apostelfiguren door kunstschilder W. Deumers uit Heerlen. In 1963 is de kapel overgeschilderd en aan de moderne inzicht en inzake de liturgie aangepast. Enkele oorspronkelijke interieuronderdelen uit dekapel bevinden zich nog in het museum van Langeveld. De Overgangsarchitectuur van de drie WOONHUIZEN is verwant aan die van het het hoofdgebouw alleen minder rijk gedecoreerd. Ze vormen daardoor niet alleen functioneel en ruimtelijk maar ook stilistisch een eenheid met het klooster. Bij K.B. van 15 november 1913, Staatsblad nr. 409, werd de oprichting van een krankzinnigen gesticht voor rooms-katholieke mannen door het Provinciaal Bestuur van Zuid Holland in samenwerking met de Broeders van Liefde uit Gent goedgekeurd. In datzelfde jaar maakte de Amsterdamse architect P.J. Bekkers (1859-1918) een ontwerp voor de inrichting Sint Bavo. Bekkers was een leerling van P.J.H. Cuypers en had onder meer gewerkt aan de bouw van het Rijksmuseum in Amsterdam. Zijn oeuvre bestaat grotendeels uit rooms-katholieke kerken in neo-gotische stijl, voornamelijk gebouwd in Amsterdam. De St. Bavo-inrichting was zijn laatste grote werk. Bekkers ontwierp de inrichting overeenkomstig het paviljoen systeem: een symmetrisch opgezet complex van acht paviljoens en enkele dienstgebouwen, gegroepeerd rond het klooster en de kapel. De oprichters van de St. Bavo werden destijds als zeer vooruitstrevend beschouwd, omdat het complex niet door een muur of ander soortige afzetting werd afgeschermd. De tuinarchitect John Juchem te Gestel uit Eindhoven maakte in 1915 een tuinontwerp voor de inrichting van het terrein. Het bouwen van de inrichting werd opgedragen aan aannemers Thunissen en Kropman uit Nijmegen. Eind 1913 werd begonnen en half december 1914 konden het klooster en vier paviljoens in gebruik worden genomen. De overige paviljoens werden in de jaren daarna gebouwd. De dienstwoningen tegenover het hoofdgebouw, de dokterwoningen en het rectorshuis, kwamen rond 1920 gereed. Ook het tuinontwerp werd gefaseerd uitgevoerd. Het symmetrisch padenpatroon was oorspronkelijke geflankeerd door iepen en voor het hoofdgebouw kwam een geometrische tuin. Elk paviljoen kreeg een eigen tuinaanleg in formele of landschappelijke trant. Op het terrein waren verder een boomgaard, een moestuin en een wandelplaats. In 1930 werd naar ontwerp van de tuinbaas B. Bon ten westen van de inrichting een landschapspark met vijver aangelegd, de zogenaamde Engelse tuin.
Al vanaf 1923 kampte de inrichting met ruimtegebruik en sinds die tijd zijn de paviljoens vele malen uitgebreid en verbouwd om te voldoen aan de veranderende inzichten in de behandeling van psychiatrische patienten. Jos Bekkers bouwde in de jaren twintig en dertig op het terrein onder meer een toneelzaal en een sanatorium. Met name na de Tweede Wereldoorlog is, door de bouw van nieuwe paviljoens en dienstgebouwen, de oorspronkelijke symmetrische opzet van het terrein verloren gegaan. De formele tuin voor het hoofdgebouw is een restant van de oorspronkelijke tuinaanleg maar is, door verplaatsing van de ingang tot het terrein, gewijzigd.*
Het klooster met kapel ligt een flink eind teruggerooid ten westen van de Langevelderweg. De drie dienstwoningen staan tegenover het hoofdgebouw ten oosten van de Langevelderweg.
Waardering
Het complex van klooster, kapel en drie dienstwoningen van de St. Bavo is van algemeen cultuurhistorisch belang
- vanwege de belangrijke plaats die de inrichting St. Bavo inneemt in de geschiedenis en ontwikkeling van het dorp Noordwijkerhout.
- als gave en representatieve restanten van de krankzinnigen inrichting St. Bavo, gebouwd volgens het paviljoensysteem. Het complex van klooster, kapel en woonhuizen is van algemeen architectuurhistorisch belang
- vanwege de voor die tijd karakteristieke Overgangsarchitectuur
- vanwege de hoge mate van gaafheid in hoofdvorm, detaillering en materiaalgebruik van de complexonderdelen
- vanwege de gave interieur elementen van de complexonderdelen. Het complex van klooster/kapel en woonhuizen is van stedebouwkundig belang
- vanwege de bijzondere functionele, ruimtelijke en stilistische samenhang van de complexonderdelen
- vanwege de beeldbepalende situering in het dorp Noordwijkerhout
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Klooster | Religieuze gebouwen | Klooster, kloosteronderdl | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Langevelderweg | 27 | – | 2211 AB | Noordwijkerhout | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | E | 7881 | – | Noordwijkerhout |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1914 | 1920 | – | vervaardiging |