Inleiding

In de jaren 1926/'27, naar ontwerp van architect F.R.J. Rouleau in expressionistische stijl gebouwde pastorie.

Tussen de vrijstaande pastorie en de oudere kerk is een verbindingsgang in bijpassende architectuur aanwezig. Aan de linker zijde is tussen de pastorie en het buurpand een gemetselde poort naar het achterterrein aangebracht.

De zeer ruime pastorie diende als huisvesting voor de pastoor, enige kapelaans en bedienden.

Omschrijving

Het onderkelderde gebouw van twee-en-een halve laag hoog is geheel opgetrokken uit heldere oranje-rode "belgische" baksteen in kruisverband. De nagenoeg vierkante plattegrond is aan de voorgevel uitgebreid met 2 erkers op de hoeken en een uitgebouwde zij- en achtergevelpartij op de linker achterhoek.

Het gevelmetselwerk is verlevendigd met vertikaal metselwerk ter plaatse van de borstweringen onder de ramen op de begane grond en de verdieping, uitkragende, getande gevelbanden onder en boven de verdiepingramen met daarop aansluitende banden met mozaïekwerk. De gevelhoeken van de erkers zijn voorzien van hoekverzwaringen met muizetanden. De veelal rechthoekig vormgegeven raamkozijnen met kalf bezitten natuurstenen dorpels; de bovenramen zijn steeds uitgevoerd met fijne roedeverdeling, de onderramen gedeeltelijk met een horizontale roede verdeling. De ramen op de begane grond en gedeeltelijk op de verdieping zijn voorzien van ingebouwde rolluiken. De gevels worden afgesloten door ver overkragende dakvoet- c.q. gootconstructies op vlakke, dubbel vormgegeven klossen.

Aan de linker zijde van de voorgevel een drievlaks erker over twee bouwlagen, eindigend in een rechthoekige zoldererker onder het ver overstekende wolfseind van een dwarskap. De driezijdige zoldererker bezit forse ramen met fijne roedeverdelingen. Overigens op de begane grond en de verdieping een enkelvoudig raam per erkergevel. De erker aan de rechter zijde van de voorgevel is één bouwlaag hoog en wordt bekroond door een opengewerkte, gemetselde balconbalustrade. Deze gevelpartij wordt eveneens afgesloten door een zoldererker, hier gesteund door zwaar uitkragend metselwerk.

Op de begane grond een enkelvoudig raam per erkergevel, op de verdieping drie kozijnen naast elkaar waarvan het middelste met balcondeuren. De middenpartij van de voorgevel bevat op de begane grond een spitsboogvormig entreeportiek met rechts daarvan een spitsboogvormig venster. Het venster bevat stolp-onderramen met fijne roedeverdeling. Op de verdieping een reeks van drie smalle vensters. Op de begane grond zijn de bovenramen van de entreepui, het raam rechts daarvan en de middenramen van de erkers voorzien van een pijlpuntvormige decoratie met gekleurd glas-in-lood.

De noordwestelijke zijgevel bezit twee enkelvoudige ramen op de begane grond en één tweelichtkozijn op de verdieping.

De achtergevel bezit links een brede risalerende gevelpartij en rechts een terugliggende gevelpartij. Het linker deel bevat op de begane grond een breed vierlicht kozijn met rechts daarvan de achterdeur van de centrale gang en een klein raam en links een spitsboogvormige doorgang naar een portiek waarop een toilet en de keuken uitkomen. Op de verdieping een gestapeld drielichtkozijn t.b.v. het trappenhuis, links daarvan een breed drielicht met gemetselde muurdammen en geheel links een enkelvoudig raam. De terugliggende gevelpartij aan de rechter zijde bezit op de beganegrond een erker waarop een balcon met gemetselde balustrade. Op de begane grond en de verdieping een pui met deuren.

Van de zuidoostelijke zijgevel van de pastorie springt het achterste deel naar voren. In de voorste gevelpartij bevinden zich twee maal twee dichtgezette ramen boven elkaar, voor een voormalige ventilatie-openingnog een ruitvormig smeedijzeren hekwerkje. Rechts in dit gevelvlak twee kruiskozijnen boven elkaar. De achterste, uitgebouwde gevelpartij bevat aan de voorgevelzijde een spitsboogvormige doorgang naar een entreeportiek. Vanuit dit portiek is tevens de verbindingsgang naar de kerk toegankelijk.

Beide paneeldeuren zijn vormgegeven als de voordeur. Boven het portiek bevindt zich een klein drieruits raam. De zijgevel van de uitbouw bezit een drielicht kozijn en een kleine dichtgezette opening op de begane grond en op de verdieping een laag drielicht kozijn en een enkelvoudig kozijn.

Het pand is voorzien van een afgeknot schilddak met afgewolfde dwarskappen op beide voorgevelhoeken, op de uitbouw aan de rechter achterhoek een iets hoger opgaand schildak, het geheel gedekt met rode tuile du nord.

De één laag hoge bakstenen verbindingsgang ligt in L-vorm met afgeschuinde hoek tussen de kerk en de pastorie. De voor- en de zijgevel zijn zowel aan de straat- als aan de tuinzijde van respectievelijk twee en vier lancetvormige vensters met pijlpuntvormige roedeverdeling voorzien. In de afgeschuinde buitenhoek bevindt zich een toegangsdeur met aan weerszijden een smal raam. Daar tegenover aan de tuinzijde in de binnenhoek een enkele deur. De gang is afgedekt door een omlopend zadeldak met rode tuile du nord, voorzien van een zware bakgoot op klossen.

In het interier onder meer trappenhuis in de entreehal, die voorzien is van een grijze tegelvloer met rood fries en zwart-witte blokjes. In de hal is een tochtpui geplaatst in spitsboogvorm met een pijlpuntvormige roedeverdeling en klapdeuren. Het stucplafond in de centrale hal en in de linker voorkamer voorzien van brede randlijst en respectievelijk stervormig en rond middenveld. De binnendeuren in achtpaneels uitvoering. In de linker voorkamer een blokvormige, grijs marmeren schouw. De rechter zijingang geeft toegang tot een gang waaraan een bijkeuken en een eetkeuken aan de achtergevel zijn gesitueerd. Vanuit de bijkeuken is het achterportiek en het oorspronkelijke toilet bereikbaar. In de eetkeuken een geel-rode tegelvloer en een houten kastenwand in buffetvorm in de stijl van de woning. Via een trap in een omtimmering in kastvorm is de kelder bereikbaar. In de kelder een centrale hal van waaruit de vier aparte kelderruimten bereikbaar zijn.

De kelders zijn voorzien van gemetselde troggewelfplafonds tussen stalen binten. De kap is beschoten en op de bovenste verdieping onder meer een centrale overloop met bovenlicht, en aan de voorgevel drie bediendenkamers. Op de verdieping vrij sobere kamers aan een U-vormige gang.

De verbindingsgang tussen pastorie en kerk is voorzien van een tegelvloer in geel en rood.

Waardering

Pastorie met verbindingsgang naar de kerk van algemeen belang vanwege cultuurhistorische en architectuurhistorische waarden als rijk uitgevoerde bouwtrant vertegenwoordiger met duidelijke samenhang tussen exterieur en interieur.