Omschrijving complexonderdeel 1

Het LANDHUIS Molenbosch is gebouwd op een plaatselijk verhoogd terrein, gevormd door aarde die vrijkwam bij het graven van de slingervijver. Het huis heeft een rechthoekige plattegrond en is twee bouwlagen hoog onder een met schubleien in rijndekking gedekt afgeplat schilddak, waarop een dichte balustrade is geplaatst. Achter de balustrade bevindt zich een daklicht dat de trappenhal belicht. Alle gevelzijden zijn voorzien van een plint. De voorgevel aan de zuidwestzijde is vijf vensterassen breed. In het midden van de gevel bevindt zich in de eerste bouwlaag een inpandig portiek annex ingangspartij van drie vensterassen breed waarin hoge dubbele, drielichts stolpdeuren met bovenlichten zijn geplaatst. Aan weerszijden van de vensters is een pilaster met vlakke schacht aangebracht. In de zijwanden van de portiek bevinden zich rechthoekige, blinde nissen met rocaille cartouches. In het plafond van de portiek zijn drie verdiept liggende vlakken, waarin een rozet is gezet. De architraaf van de portiek wordt door twee gecanneleerde dorische zuilen gedragen. Aan weerszijden van de portiek bevindt zich een dubbel stolpraam met bovenlicht. In de bovendorpels van de vensters in de eerste bouwlaag zijn bladmotieven aangebracht. In de tweede bouwlaag zijn in totaal vijf vensters met zesruits-schuiframen aangebracht. De vensters hebben een houten geprofileerde omlijsting. De gevel is verrijkt met gekoppelde pilasters over twee bouwlagen (kolossale orde) die naast de portiek en op de hoeken van de gevel aangebracht zijn. Naast de vensters zijn muurdammen in schoon metselwerk (kruisverband) uitgevoerd, die in de eerste bouwlaag met een natuurstenen kapiteel ter hoogte van de bovendorpels worden afgesloten. Deze kapitelen steunen een omgaande platte cordonlijst. Ter hoogte van de onderdorpels van de vensters in de tweede bouwlaag is een tweede cordonlijst aangebracht. De gevel is met een brede geprofileerde kroonlijst afgesloten, die door de hierboven genoemde kolossale pilasters gedragen wordt. De achtergevel, aan de noordoost zijde, is wat de indeling en vensters betreft conform de voorgevel. Doordat het terrein hier lager is dan aan de voorzijde is het souterrain zichtbaar. De gevel van het souterrain onder de gekoppelde zuilen bepleisterd en fungeert als basement. Tussen de basementen bevindt zich een drielichtsvenster met muurdammen. Vóór de drie middelste vensterassen is een houten veranda onder een plat dak aangebouwd. De vloer van de veranda bevindt zich tussen de kelderverdieping en de eerste bouwlaag. De opbouw van de veranda kenmerkt zich door opengewerkte houten pijlers, waarin latjes in ruitvorm zijn aangebracht. De pijlers ondersteunen twee halve, eveneens met latjes opengewerkte rondbogen die elkaar in het midden treffen. De zwikken zijn met ajourwerk versierd. Hierboven is een houten geprofileerde kroonlijst gezet. Onder de veranda bevindt zich de ingang tot de kelderverdieping.

De zijgevels hebben een identieke opbouw als de voor- en achtergevel: vijf vensterassen breed met in de eerste bouwlaag vensters waarin hoog opgaande, dubbele stolpramen met bovenlichten zijn gezet. In de tweede bouwlaag bevinden zich vensters met schuiframen, conform de vensters in de voorgevel. Tussen de eerste en tweede as en de vierde en vijfde as is een enkele pilaster over twee bouwlagen geplaatst. De plattegrondindeling is nog oorspronkelijk. Achter de inpandige portiek bevindt zich de vestibule die toegang geeft tot de centrale hal met trappenhuis. De hal is rijk gedetailleerd met marmeren deuromlijstingen, stucwerk in het plafond met rozetmotieven, voluutconsoles en pilasters in neo-classicistische stijl. De eerste verdieping heeft een ruime traphal met detailleringen conform de hal op de begane grond. Op de zolderverdieping zijn de zware, grenen balkconstructies van het dak zichtbaar. Hier bevinden zich nog drie voormalige dienstbodenkamertjes compleet met bedstede.

Waardering complexonderdeel 1

Het landhuis is van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een gaaf en rijk gedetailleerde landhuis, zowel wat betreft het exterieur als het interieur in neo-classicistische stijl en als onderdeel in het oeuvre van J.D. Zocher jr., alsmede van cultuurhistorische waarde en ensemble waarde als onderdeel van de buitenplaats Molenbosch.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
510244
Complexnaam
Molenbosch
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Complexbeschrijving

Inleiding

De buitenplaats Molenbosch is gelegen aan de Driebergseweg en werd in 1837 door de Amsterdammer J.B. Stoop gekocht van Margaretha de Jong, weduwe van Petrus Jodocus van Oosthuyze van Rijsenburg. Het terrein was 21 bunder groot en er stond nog geen bebouwing op. Volgens kadastrale gegevens liet Stoop in 1845 de tuinmanswoning bouwen naar ontwerp van J.D. Zocher jr. Vanaf dezelfde tijd begon men vermoedelijk ook met de aanleg van het park. Met de bouw van het landhuis werd tussen 1846 en 1852 begonnen. Zowel het ontwerp van het park als het landhuis kunnen worden toegeschreven aan J.D. Zocher jr. Wel heeft Stoop ook nog een ontwerp voor een landhuis door architect J.J. Penn laten maken, maar dit is niet gerealiseerd. Het ontwerp van Penn bevindt zich in het Rijksarchief te Utrecht. Het ontwerp van Zocher werd na enkele wijzigingen uitgevoerd in de voor hem karakteristieke neo-classicistische stijl. Het park werd aangelegd in de voor die tijd populaire landschapsstijl, en sloot daarbij aan bij de nabij gelegen buitenplaatsen als Hoog Beek en Royen, de Breul en Sparrenheuvel. Kenmerken van die stijl zoals geaccidenteerde terreindelen, boomgroepen waartussen zichtlijnen lopen en solitair staande bomen in open velden werden in het ontwerp verwerkt. Het landhuis van Molenbosch is gericht op de Driebergseweg (zuidwesten), van waaruit ook een oprijlaan naar het huis toe liep. Langs deze oprijlaan bevinden zich ook de eerder genoemde tuinmanswoning uit 1845 en het koetshuis dat rond 1856 gerealiseerd werd.

Omschrijving complex

De huidige begrenzing van de te beschermen BUITENPLAATS MOLENBOSCH loopt in het zuidwesten langs de Driebergseweg, in het zuidoosten gedeeltelijk langs de Heideweg en langs de kadastrale kavels sectie E nrs. 511 en 1974, en het noordoosten langs de kadastrale kavels sectie E nrs. 1973, 1940, 1944 en 2209 en tot slot aan de noordwestzijde vanaf kavel 2209 langs de Molenweg tot aan de Driebergseweg. De volgende elementen en of objecten vallen onder het complex: - het landhuis, gebouwd tussen 1846 en 1852, naar ontwerp van J.D. Zocher jr. - het tuinprieel, gebouwd eind 19de eeuw - het kippenpaleis, gebouwd in 1898 - het koetshuis, gebouwd rond 1856 - de tuinmanswoning, naar ontwerp van J.D. Zocher jr. rond 1845 - het park met de muur van de moestuin en een groentekelder, bouwjaar onbekend

Waardering

De buitenplaats Molenbosch is van cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde wegens gaafheid van genoemde complex-onderdelen en als onderdeel van het oeuvre van J.D. Zocher jr. Bovendien van ensemble waarde als onderdeel van de Stichtse Lustwarande.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Landhuis Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Driebergseweg 7 3708 JA Zeist Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
E 2235 Zeist
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1837 1837 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Zocher, J.D. jr. ; Utrecht architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven