Inleiding

HERENHUIS met aangebouwde SCHUUR gebouwd in de jaren 1879-1880 in eclectische stijl. Vermoedelijk is het pand gebouwd voor een dierenarts. De bakstenen gevels van de schuur en de achtergevel van het woonhuis zijn geverfd. In de jaren dertig is in het westelijke dakschild een stuk weggebroken ten behoeve van een venster; in de jaren vijftig is in dit dakschild een dakkapel aangebracht.

Omschrijving

Eén bouwlaag hoog, deels onderkelderd HERENHUIS op vierkante plattegrond, opgemetseld van bruinrode baksteen en gedekt door een afgeplat tentdak van geglazuurde zwarte Lucas IJsbrandpannen; op elke hoek een gemetselde schoorsteen met kap. De gevels hebben een natuurstenen plint beëindigd door een waterlijst; op de hoeken pilasters van baksteen; de gevels worden beëindigd door een kroonlijst. De venster zijn verticale T-vensters, die aan de bovenkant getoogd zijn en worden beëindigd door strekken; alle vensters, behalve die in de noordgevel, hebben luiken.

De entree bevindt zich in de middenrisaliet van de oostgevel; in het portiek een dubbele paneeldeur met getoogd bovenlicht; in de zijmuren van de portiek spitsboogvormige nissen; aan weerszijden pilasters van baksteen; een hardstenen stoep van drie treden hoog. Aan weerszijden van de middenrisaliet twee vensters. De gevel van de middenrisaliet is doorgetrokken. Boven het portiek een topgevel, beëindigd door een zadeldak met een balkon op houten consoles met een niet-originele balustrade; het balkon heeft een dubbele deur met vensters en aan weerszijden een bakstenen pilaster; in de zijmuren van de doorgetrokken gevel een driehoekig venster.

De noordgevel heeft vier vensters en twee keldervensters; in het noordelijk dakschild twee dakkapellen met halfrond met zink bekleed dak, waarvan de één origineel is en de ander niet-origineel. De zuidgevel heeft centraal een tweede ingang; in de portiek een dubbele paneeldeur met getoogd bovenlicht; in de zijmuren van de portiek een spitsboogvormige nis; de hardstenen stoep is drie treden hoog. Aan weerszijden van de zijingang twee vensters; in het zuidelijk dakschild een zelfde dakkapel als in het noordelijk dakschild.

De achtergevel, westgevel, heeft in het midden een schuur aangebouwd. Aan weerszijden hiervan een venster.

De aangebouwde SCHUUR op rechthoekige plattegrond heeft geverfde bakstenen gevels en wordt gedekt door een schilddak dat aankapt op het dak van het woonhuis; blauwe Hollandse pannen op het westelijk dakschild en Lucas IJsbrandpannen op de andere dakschilden; op de hoeknok een houten makelaar. De goot is een niet-originele bakgoot. De vensters zijn kleine vierruits vensters met ijzeren roeden, getoogd aan de bovenzijde en beëindigd door strekken. De noordgevel heeft een dubbele opgeklampte schuurdeur die aan de bovenkant getoogd is en twee vierruits vensters. De westgevel heeft een opgeklampte deur met bovenlicht, twee vierruits vensters en een zesruits venster met nieuwe luiken. De zuidgevel heeft een opgeklampte deur en drie vierruits vensters.

Het INTERIEUR is, wat indeling op de begane grond betreft, grotendeels oorspronkelijk. Het woonhuis heeft een middengang met aan weerszijden een kamer. De middengang komt uit op de L-vormige dienstgang. Tussen hoofd- en dienstgang een houten tochtdeur met gekleurd en gezandstraald glas. Vrijwel alle kamers hebben vensters met originele blinden, vensterbanken en paneeldeuren. Beide voorkamers en hoofdgang hebben plafonds van eclectisch stucwerk. De achterste twee kamers aan de noordzijde hebben een plafondschildering: de middelste kamer met rozen en verschillende soorten vogels en de achterste kamer met bloemmotieven in eclectische stijl.

Waardering

Herenhuis met aangebouwde schuur van algemeen cultuur- en architectuurhistorisch belang:

- als voorbeeld van een herenhuis uit het laatste kwart van de 19de eeuw in de provincie Groningen

- vanwege de bijzondere vormgeving en het materiaalgebruik

- vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur en delen van het interieur