Inleiding

KOP-ROMPBOERDERIJ in 1938 gebouwd naar een ontwerp van architect W. Reitsema in een aan de Delftse School verwante stijl. Bij het oorspronkelijk als veeteeltboerderij opgetrokken pand hoort 4.5 ha land. Op het achtererf staan schuin tegenover elkaar twee betonnen silo's voor pulp en gras, die er vermoedelijk omstreeks 1950 zijn neergezet. In 1983 werd de boerderij voorzien van een toilet met waterspoeling.

Het pand, dat niet meer in gebruik is als boerderij, heeft aan één zijde singelbeplanting en wordt van de weg van Ezinge naar Feerwerd gescheiden door een hek.

Omschrijving

De KOP-ROMPBOERDERIJ is opgetrokken in een licht gesinterde rode baksteen. Het deels onderkelderde voorhuis met zadeldak heeft een uitgebouwd deel met steekkap aan de westzijde. De kappen worden gedekt met een zwart geglazuurde opnieuw verbeterde Hollandse pan en omsloten door een rechthoekige houten goot op klossen. Twee gemetselde schoorstenen vormen de tuit van de beide topgevels. Overwegend horizontaal gerichte vensters met bovenlicht en/of zijlichten met roedenverdeling geleden de gevels.

De hoofdingang bevindt zich aan de oostzijde en bestaat uit een terugliggende houten deur met drieruits deurlicht onder een hoog bovenlicht. Voor de deur een bakstenen stoep (twee treden) met aan de rechter zijkant een hoog gemetseld muurtje dat haaks op de schuur is gebouwd. De oostgevel heeft een samengesteld kozijn met drie zesruitsvensters en een venster met boven- en zijlichten met roedenverdeling. De zuidgevel heeft eveneens een venster met boven- en zijlichten en een venster alleen met bovenlicht. In de top twee vierruits vensters. De westgevel heeft een venster met boven- en zijlichten, waarbij de roedenverdeling van de zijlichten ontbreekt. De uitbouw aan de westzijde heeft aan de zuidkant een zesruits venster met eronder een vierruits keldervenster en aan de westzijde een venster met bovenlicht en een klein venster met in de top twee piepkleine vensters. In het geveldeel tussen de uitbouw en de schuur bevindt zich een deur (oorspronkelijk een venster).

De SCHUUR (romp) heeft een met riet gedekt wolfdak met een ondiepe steekkap aan de zuidzijde waar het voorhuis tegenaan is gebouwd. In de noordgevel van de schuur bevinden zich hoge dubbele opgeklampte deeldeuren, twee opgeklampte staldeuren, vier, twee bij twee boven elkaar geplaatste stalen zevenruitsvensters en drie stalen drieruits vensters. De oostgevel heeft zes stalen vensters en de westgevel is blind en heeft een smalle glasstrook aan de onderzijde van de kap. De zuidgevel met vlechtwerk langs de dakrand heeft aan de oostzijde vier stalen ronde vensters met roedenverdeling en aan de westzijde een klein drieruits venster.

In het INTERIEUR van het voorhuis, dat nog de oorspronkelijke indeling heeft, zijn onder meer van belang: de houten trap met decoratief schotwerk en de paneeldeuren met bovenin bewerkt glas in de gang; de suitedeuren met glas-in-lood tussen de beide voorkamers.

De indeling van de schuur is eveneens nog intact. De schuur is verdeeld in drie vakken en heeft een gekantrechte sporenkap met ronde houten gebintstijlen op een betonnen plint.

Waardering

Kop-rompboerderij van algemeen cultuur- en architectuurhistorisch belang

- als voorbeeld van een traditionele koprompboerderij met een dertiger jaren vormgeving

- vanwege de sobere, maar verzorgde detaillering en het materiaalgebruik

- vanwege de hoge mate van gaafheid van het ex- en interieur

- vanwege de opvallende, solitaire ligging aan de weg van Ezinge naar Feerwerd