Inleiding

In het KLOOSTER naar een ontwerp van J. Heemskerk waren oorspronkelijk op de begane grond de spreekkamer, refters, een kantoorruimte en de keuken ondergebracht. Op de verdieping bevond zich een kapel, enkele kamers en de ziekenkamer. Onder de kap de slaapzalen van de zusters. In het tussenlid tussenklooster en school sliepen en studeerden de 'educandines', de kostschoolmeisjes. De inwendige verbindingsdeuren tussen het klooster en de school in dit deel zijn inmiddels dichtgemetseld. In het tussenlid is bovendien een buitendeur dichtgemetseld en vervangen door een nieuwe deur.

Omschrijving

Het klooster is deels onderkelderd en in rode baksteen over twee bouwlagen opgetrokken op een rechthoekige plattegrond, onder een samengesteld dak met steekkappen. Het dak is gedekt met rode tuile-du-Nord pannen, de geveltoppen worden afgedekt door hardstenen deklijsten. Aan de noordkant staat het klooster in verbinding met de school door middel van een tussenlid. Tegen de achtergevel (west) staat een vierkante traptoren onder een spits.

Het pand heeft rondom een hoge gemetselde plint met een hardstenen afdeklijst, een speklaag ter hoogte van de bovenkant van de vensters op de verdieping en een bloktandlijst onder de houten goot. Verder wordt de gevel geleed door diep geplaatste dubbele rechtgesloten vensters met twee vierruits bovenlichten. Een sierrand van metaal op de bovendorpels. Tussen de vensters een gemetselde middenstijl, erboven twee segmentbogen onder een grotere segmentboog. Siermetselwerk in de boogtrommels. Onder de vensters hardstenen waterdorpels. Hardstenen aanzetstenen op de middenstijlen en in de boog van het ingangsportaal.

De voorgevel (oost) telt drie vensterassen en heeft een middenrisaliet met een ingangsportaal onder een steekkap met een tuitgevel. Het portaal bevindt zich boven vier hardstenen treden en heeft de vorm van een hoefijzerboog. De houten voordeur met bovenin glas heeft zijlichten en een driedelig bovenlicht met een fijne roedenverdeling. Sierroosters voor het glas in de deur en de zijlichten. Boven de ingang een hardstenen gevelsteen met het opschrift "A.M.D.G.". In de geveltop een enkel venster onder een rondboog, rechts naast de ingang twee enkele vensters met achtruits bovenlichten onder rondbogen.

Van de zuidelijke zijgevel risaleren van de drie vensterassen de linker twee onder een brede steekkap met tuitgevel. In de geveltop een uitgemetselde rondboog, die wordt doorbroken door een uitkragende met hardsteen gedecoreerde liseen.

Aan weerszijden van de liseen enkele vensters met drieruits bovenlichten. In de achtergevel (west) enkele en dubbele vensters. In de traptoren getoogde en rondboogvormige traplichten die de stijgende lijn van de trap volgen. Tegen de noordelijke zijgevel staat een platte eenlaags uitbouw met daarop een gemetselde balustrade. In deze gevel geen dubbele vensters maar enkele schuifvensters of T-vensters met meerruits bovenlichten onder segmentbogen.

In het tussenlid rechtgesloten zesruits, vierruits vensters en een deur met bovenlicht onder een segmentboog. Geheel rechts in de westelijke gevel van het tussenlid een segmentboogvormige doorgang met het ingangsportaal van de school.

Van het interieur zijn onder meer bewaard gebleven: de tochtdeuren met geëtst glas, een stucplafond in het tochtportaal en het traphek met trappalen waarvan het houtsnijwerk aan de Art Nouveau verwant is.

Waardering

Het klooster is wegens cultuurhistorische waarde van algemeen belang als uitdrukking van het rijke Rooms-katholieke leven tijdens de bouwtijd.

Wegens architectuurhistorische waarde is het klooster van algemeen belang vanwege de Overgangsstijl met Art Nouveau-elementen.

In stedebouwkundig opzicht is het klooster van algemeen belang vanwege de beeldbepalende situering in Reeuwijk-dorp en de functionele en ruimtelijke relatie met de overige onderdelen van het kerkcomplex.

Het exterieur van het klooster is gaaf, van het interieur zijn de indeling en enkele elementen bewaard gebleven.