Inleiding

BOERDERIJ van het langhuistype is gebouwd in Traditioneel Ambachtelijke stijl. De eerste steen voor de boerderij werd gelegd door Roelof de Groot op 17 augustus 1905. De boerderij maakt onderdeel uit van een uitgebreid boerderijcomplex, bestaande uit meerdere onderdelen. Aanvankelijk was de voorkamer de kaaskamer. Later is deze in gebruik genomen als ouderwoning, zodat de kaasopslag verplaatst is naar de stal en in de herfst (als de koeien op stal staan naar de zolder). In het boen-, annex wringhoek stond een elektrische karn.

Omschrijving

Deels onderkelderde boerderij is vanaf een gepleisterde plint opgetrokken in gele ijsselsteen onder een met gesmoorde kruispannen gedekt zadeldak, voorzien van eenvoudige windveren met een gesneden makelaar. Deuren en vensters, merendeels met zesruitsschuiframen, zijn gedekt onder rode bakstenen strekken. De symmetrisch ingedeelde voorgevel is een puntgevel met een centraal geplaatste paneeldeur, voorzien van sierroosters onder een bovenlicht, geflankeerd door vensters met luiken. De verdieping heeft aan weerszijden van de middenas één venster. Rechter zijgevel (zuidwest) heeft in de langsgevel van het woongedeelte twee vensters en een deur onder een bovenlicht. In de gevel van het stalgedeelte zijn gietijzeren, roedenverdeelde stalvensters onder segmentbogen geplaatst. De achtergevel van het stalgedeelte is een puntgevel, waarbij een aanbouw de boerderij met de hooiberg verbindt. In deze gevel zitten onder meer een rechtgesloten deur en een hooiluik. In de linker zijgevel bevinden zich drie vensters met luiken in de gevel van het woongedeelte en gietijzeren stalvensters in de gevel van de stalgedeelte. Het merendeel van deze gevel gaat schuil achter het aangebouwde boenhok. Dit boenhok van houten rabatdelen op rechthoekige plattegrond met klein uitgebouwd gedeelte is gedekt onder een met gesmoorde pannen gedekt zadeldak, voorzien van eenvoudige houten windveren en een makelaar. Het voorste deel van het boenhok (noordwest) is breder en bevindt zich onder een verlengd dakschild. In de voorgevel is een kopgevel (noordwest) is een deur en een klein venster geplaatst. De oostelijke langsgevel, grenzend aan het water, heeft een grote vensterpartij, bestaande uit drie gekoppelde zesruits vensters. Tegen de achterzijde van het boenhok is een kleine aanbouw geplaatst. In het interieur is de oorspronkelijke plattegrondindeling grotendeels gehandhaafd, evenals de bijbehorende interieuronderdelen, zoals de paneeldeuren, bedsteden en ingebouwde kasten. Het stalgedeelte heeft een driebeukige indeling met in de middentravee een pomp.

Waardering

De boerderij is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde als karakteristiek voorbeeld een langhuisboerderij uit het begin van de 20ste eeuw in een Traditioneel Ambachtelijke bouwstijl. Deze kenmerkt zich door een hoge mate van gaafheid van zowel het interieur als exterieur wat betreft hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering. De boerderij heeft als beeldbepalend element op het boerenerf grote ensemblewaarde en vertoont een ruimtelijke, functionele en deels ook stilistische verwantschap met de overige complexonderdelen.