Joseph Wresinski Huis, Heerlen

Inleiding

Het BROEDERHUIS, voorheen het Broederhuis Molenberg heet tegenwoordig het "Joseph Wresinski Huis - Vierde Wereld Beweging". Het gebouw is gebouwd in 1921 in Traditionele stijl met lichte invloed van het Expressionisme naar ontwerp van F.P.J. Peutz. Het Broederhuis ligt naast de Broederschool, deze is uit 1921 en van dezelfde architect. Het Broederhuis is gelegen tussen de mijnwerkerskolonie Molenberg en de villawijk voor beambten en ambtenaren, beiden werkzaam bij de Oranje Nassaumijnen. In 1923 heeft Peutz achter het Broederhuis een uitbreiding gerealiseerd met ondermeer een kapel.

UITGESLOTEN VAN BESCHERMING zijn de aluminium kozijnen en de schuurachtige overkapping.

Omschrijving

Het BROEDERHUIS heeft een L-vormige plattegrond. Het voorste rechthoekige volume uit 1921 heeft twee en drie bouwlagen onder een zadeldak met Hollandse pannen of onder een plat dak. Het volume uit 1923, loodrecht op voorbouw heeft drie en vier bouwlagen onder platte daken. De gevels hebben een optrek in baksteen, metselwerk in kruisverband. De plint en delen van de gevel zijn bekleed met mergel. In de gevel bevinden zich rechthoekige stalen vensters deels met bovenlichten, baksteen dorpelstenen en strek. Verder rondboogvormige houten deuren met beslag en rechthoekige houten deuren. Het volume uit 1923 heeft een optrek van baksteen, metselwerk in halfsteensverband, gedeeltelijk met mergelplint. In de gevel bevinden zich recente aluminium kozijnen en gebakken dorpelstenen en strek. In de gevels van het souterrain bevinden zich stalen kozijnen.

De VOORGEVEL van het volume uit 1923 heeft centraal een gevelvlak van drie lagen onder een plat dak. In eerste laag bevindt zich een entreeportaal achter een rondboog met een tegelvloer in bruin en wit, dubbele houten rondboog deur met beslag onder rondboog rollaag. In portaal zijn twee stalen vensters onder strek met baksteen rollaag en links een staalkozijn met gewapend glas. Een natuursteen brievenbus. De portaalboog loopt rechts over in de voorgevel, voorbij de hoek naar het portaal. Voor het portaal bevinden zich drie roosters in baksteen voor twee baksteen treden. Links van de boog bevinden zich horizontale mergelblokken als kleine luifels en een mergel bloembakken naast de entree. In de tweede en derde laag bevinden zich vier stalen vensters tussen mergellisenen. Links in de voorgevel is een terugliggend geveldeel met mergelsteen blokken tot eerste roede van kozijnen. De stalen kozijnen zijn per vier gegroepeerd. Een schuine bakgoot ligt op decoratieve houten consoles. Op het dak staan twee dubbele dakkapellen met plat dak. Rechts heeft de voorgevel een topgevel met aanzet- en sluitsteen en vleilagen. In de eerste en tweede laag bevinden zich vier vensters, in de eerste laag met bovenlicht. In de derde laag bevindt zich een doorlopende dorpel en rollaag over twee vensters, waartussen een terugliggend en naar boven verspringend geveldeel. Geheel rechts in eerste laag is de gevel bekleed met mergel en heeft twee smalle vensters met groen figuurglas. In tweede laag liggen twee smalle vensters tussen horizontale kunststeen dekstenen, gedeeltelijk onder plat dak. De RECHTERZIJGEVEL heeft links een uitspringend volume van twee lagen onder een plat dak. Verder een hoge mergelplint van één laag met drie smalle vensters, gedeeltelijk met gekleurd figuurglas. Voor de gevel bevindt zich een rooster in baksteen bak. Een kunststeen dakrand en lateien. De ACHTERGEVEL VAN DIT UITSPRINGENDE VOLUME heeft een verdiept gelegen entree. Vier baksteen treden en een houten deur met rondboog venstertje, strek en natuursteen dorpel. Een baksteen boog rustend op een mergelconsole. In de tweede laag bevinden zich drie vensters tussen betonlateien. De RECHTERZIJGEVEL VERVOLGT rechts van dit volume en heeft twee lagen met topgevel met twee vensters als in de voorgevel. In de tweede laag bevinden zich drie vensters en in eerste laag drie grote en een klein venster, ter plaatse van de keuken. Vóór het keukenraam gaat een betonnen trap naar de kelder, en heeft in de gevel een nieuwe houten deur en een staalkozijn met gewapend glas. Langs het trapgat staan twee recente baksteen kolommen. De lage plint wordt rechts hoger tot de eerste roede van nog twee vensters. Het dak loopt door tot aan de eerste bouwlaag en heeft een kleine bakgoot als tegen de voorgevel. Rechts hiervan bevindt zich het volume uit 1923. De gevel heeft een gelijke mergelplint en vierkante kozijen. Hiernaast staat het trappenhuis in iets hoger volume van één travee. Voor het trappenhuis is een portaal geplaatst met entree van staal met glas onder platdak. Het trappenhuis staat rechts tegen een uitspringend volume in vier lagen en waartegen volume van drie lagen. In de eerste laag bevindt zich een recreatieruimte met serre met vensters tussen kunststeen kolommen met dito luifel. Hoger in dit geveldeel bevinden zich twee verticale betonbalken, ook in de achterliggende gevel, naast de deur. Boven deze balkondeur bevindt zich een rond venster. De balken waren onderdeel van een klokketoren. De ACHTERGEVEL heeft vier bouwlagen en een souterrain. De gevel van het souterrain heeft vier keer vier stalen vensters onder een betonlatei. De trap ervoor heeft aan weerszijden een recente baksteen kolom. De eerste laag heeft een hoge plint en centraal drie grote aluminium vensters. In de vierde laag bevinden zich tien stalen spitsboogvensters onder spitsboog rollaag. Een zelfde rij vensters bevindt zich in de tegenoverliggende lange wand van de kapel. Tegen de LINKERZIJGEVEL van het volume van vier lagen staat een volume van drie lagen, waarvan beide zijgevels met een hoog aluminium kozijnen ter plaatse van de absis. In de eerste laag bevindt zich een betonluifel op dito kolommen steunend op muurtjes in kruisverband. Vijf baksteen treden leiden naar het terras met aan weerszijden een aluminium kozijn met glas. Het rechterdeel van linkerzijgevel ligt iets terug en heeft vijf traveeën met vensters in de tweede en derde laag. De eerste laag heeft een erker onder een betonluifel. Deze gevel sluit rechts aan op de voorbouw met in het verlengde een travee met aluminium kozijn. De ACHTERGEVEL VAN DE VOORBOUW heeft links drie lagen met aluminium kozijnen. Links in de eerste laag is een houten rondboog deur met glas en vier baksteen treden tussen muurtje met rollaag. In tweede laag bevinden zich twee aluminium vensters tussen mergellisenen. De rest van de gevel heeft twee lagen onder een zadeldak met twee dubbele dakkapellen. Rechts in de gevel is een driekantige erker met hoge plint. De erker ligt tussen beton lateien als luifels. Voor de gevel staat een brandtrap uit omstreeks 1995.

De LINKERZIJGEVEL VAN DE VOORBOUW heeft een topgevel met een hoge plint en met twee venster in de tweede laag. De STRUCTUUR VAN HET INTERIEUR is in hoge mate gaaf. De KAPEL heeft een rechthoekige plattegrond met absis achter een spitsboog met aan weerszijden vensters en een smal oxaal. De gevels zijn van geel-rood genuanceerde baksteen, met metselwerk in halfsteens verband met een diepe voeg. Het plafond is een cassetteplafond van beton. In de kapel bevinden zich twee hoogelegen rijen spitsboogvensters. WAARDEVOLLE INTERIEURONDERDELEN zijn onder meer in de hal de tegelvloer in zwart-wit. De overstekamer met erker en ingebouwde kasten met glas-in-lood en panelen.

Waardering

Het Broederhuis bezit cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische ontwikkeling door de mijnontginningen en geestelijke ontwikkeling van de Katholieke kerk in Limburg. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door het belang van het gebouw binnen het oeuvre van architect F.P.J. Peutz uit Heerlen, als prominent voorbeeld van het vroege werk dat gekenmerkt wordt door de stilistische (expressionistische) bouwstijl. Verder is het pand van belang vanwege de hoogwaardige kwaliteiten van het ontwerp, het materiaalgebruik en de ornamentiek met name van het gedeelte uit 1923. Het Broederhuis vormt een belangrijk onderdeel van de mijnwerkerskolonie Molenberg. Vanwege de situering, tussen de Molenberg en het villapark is het Broederhuis onderdeel van een groter geheel dat cultuurhistorisch en sociaal-economisch van belang is in relatie tot de mijnbouw in Limburg. Het Broederhuis is verbonden met de ontwikkeling van de stad Heerlen tijdens de mijnontginningen en is onder meer van betekenis voor het aanzien van de Mijnstreek en is van algemeen belang. Verder is het pand van belang vanwege de gaafheid.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
512782
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Klooster Religieuze gebouwen Klooster, kloosteronderdl oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Kerkraderweg 9 6416 CC Heerlen Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
M 1803 Heerlen
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1921 1923 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Peutz, F.P.J. ; Limburg architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven