Inleiding

De ATELIER-WONING van architect J. Seelen senior, is gebouwd rond 1904 met invloeden van de Neo-Renaissance naar ontwerp van architect J. Seelen. Het pand is gebouwd voor eigen gebruik en de familie Seelen bewoonde het pand tot 1952. Seelen was de eerste gemeente-architect van Heerlen. Het pand bestaat uit een hoofvolume en een achterbouw. Het hoofdvolume is het woongedeelte en de tweede laag van de achterbouw is het atelier. Dit bereikbaar via een lange gang met trappen achter de tweede entreedeur, die is gelegen naast de entree naar de woning. In 1957 zijn in de tweede bouwlaag van de linkerzijgevel van de achterbouw twee driedelige vensters geplaatst. VAN BESCHERMING UITGESLOTEN zijn de metalen rolluiken, de garage, de dubbele baksteen poort naast de entree en de vensters uit 1957.

Omschrijving

De ATELIER-WONING heeft een L-vormige plattegrond gelegen onder een plat dak en een afgeplat zadeldak met leien in schubdekking. Dit ligt verzonken tussen twee trapgevels. De gevels hebben een optrek van rode baksteen in kruisverband, de voorgevel met speklagen van gele baksteen, voegen met knip- en snijwerk en een geprofileerde, gedeeltelijk hardstenen plint. Muurankers. In de gevels bevinden zich orginele rechthoekige houten kozijnen met bovenlichten met roedeverdeling in segment- en rondboogvormige nissen met vlechtingen. De goot is bekleed met leien, onder de goot bevinden zich dubbele rode bloktanden.

De VOORGEVEL heeft links een risalerend volume met één travee en rechts naast de risaliet twee traveeën. In de eerste bouwlaag van de risaliet is de plint geheel van hardsteen en heeft deze kolenluiken, gelegen aan weerszijden van een rondboogvormige portiek. In het portiek bevindt zich een dubbele entree, bereikbaar via zes hardsteen treden. De rechterdeur, de voordeur van de woning is een rechthoekige houten paneeldeur met venster en zijlichten met gekleurd glas-in-lood en smeedijzeren roosteren een bovenlicht met gekleurd glas-in-lood met afbeeldingen van een passer en een tekenhaak. De linkerdeur naar het atelier met bovenlicht met gekleurd glas-in-lood, is minder decoratief. Het plafond van het portiek heeft drie troggewelven met decoratief metselwerk. In de gevel boven het portiek bevindt zich een venster. De risaliet wordt beëindigd door een trapgevel hierin bevindt zich een klein dubbel venster met roedeverdeling en een glas-in-lood bovenlicht, gescheiden door een stenen kalf en stijl. Het venster ligt onder een strek met aanzet- en sluitstenen. Het gevelvlak onder de top van de gevel vormt een driehoekige uitspringing. In het rechterdeel van de gevel bevinden zich twee kleine vensters met roedeverdeling in de geprofileerde baksteen plint met afdeklaag. Deze vensters liggen in hardsteen lijsten. De vensters in de eerste laag liggen in rondboogvormige nissen, boven een waterdorpel. In de tweede laag bevinden de vensters zich in segmentboogvormige nissen, eveneens gelegen boven een waterdorpel. Onder de goot bevindt zich decoratief metselwerk van boogfriezen en diverse bloktanden. Op het dakvlak bevindt zich een dakkapel met vierkant venster met roedeverdeling onder een geknikt tentdak met leien en nokpion. De LINKERZIJGEVEL is gecementeerd en bestaat rechts uit een hoog gevelvlak van twee bouwlagen met een onregelmatige trapgevel met ezelsrug afgedekt met pannen. In dit gevelvlak bevinden zich enkele kleine vensters. Het linkerdeel van de gevel ter plaatse van de achterbouw heeft twee bouwlagen, deze heeft in de eerste laag een dienstingang met rolluik van omstreeks 1990, bereikbaar via vier baksteen treden. Verder een toiletvenster en een driedelig keukenvenster met bovenlicht met een rolluik van omstreeks 1990. In de tweede laag bevinden zich twee driedelige vensters van omstreeks 1990. De ACHTERGEVEL VAN DE ACHTERBOUW heeft een travee met in de eerste bouwlaag een venster met bovenlicht en in de tweede laag een driedelig venster met roedeverdeling en bovenlicht gelegen in een segmentboogvormige nis. In de RECHTERZIJGEVEL VAN DE ACHTERBOUW bevinden zich drie deuren, waarvan één met venster met roedeverdeling en een rolluik van omstreeks 1990 en twee met ventilatieroosters. De deuren zijn gelegen in drie rondboog nissen onder één segmentboogvormige rollaag. Links naast deze deuren bevindt zich nog een deur met venster en roedeverdeling gelegen in een segmentboogvormige nis met een rolluik van omstreeks 1990. In de tweede laag bevinden zich twee tweedelige en een driedelig venster met bovenlicht en roedeverdeling. Tussen de eerste en tweede bouwlaag is een rij balkankers aanwezig.

Tegen de achtergevel van het hoofdvolume staat in de eerste laag een originele erker met een kozijn van omstreeks 1990 en golfplaten dak aan de linkerkant gelegen naast een trapsgewijs aflopende muur met ezelsrug met pannen. In de tweede laag bevinden zich dubbele houten balkondeuren met bovenlicht met roedeverdeling gelegen in een rondboogvormige nis met rolluik van omstreeks 1990. Voor de deuren staat een orgineel houten balkonhek. Rechts hiervan staat op de achterbouw een schoorsteen. De goot is achter eveneens bekleed met leien. Op het achterdakvlak bevindt zich een dakkapel onder een dakschild, de zijkanten zijn bekleed met leien.

De achtertuin wordt gedeeltelijk omgeven door een bakstenen TUINMUUR in verschillende hoogten, afgedekt met naar de tuinzijde gelegen muldenpan voor de afwatering. Het INTERIEUR van het pand is zeer rijk en in zeer hoge mate gaaf bewaard gebleven. Waardevolle interieuronderdelen zijn onder meer de schuifdeuren met glas-in-lood tussen voor- en achterkamer, de paneeldeuren met decoratieve lijsten, de plafondornamenten en lijsten met bloem en bladmotief, de marmeren haard op zuilen. In de hal het fraai gedecoreerde trappenhuis, de plafondornamenten met kastanjebladeren en vruchten en de marmeren tegelvloer en het atelier met legkast voor tekeningen.

Waardering

De atelierwoning bezit cultuurhistorische waarde vanwege de functiecombinatie van woonhuis en atelier van architect J. Seelen en zijn betrokkenheid bij de stad Heerlen als eerste stadsarchitect. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door het bijzonder belang van het pand, als eigen atelierwoning voor de architect. Verder vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp en de ornamentiek. De ensemblewaarden van het pand worden bepaald door het belang voor het aanzien en de ontwikkeling van de stad Heerlen en is van belang vanwege de hoge mate van architectonische gaafheid van het exterieur en interieur. De atelierwoning is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en architectuurhistorische waarden en de typologische zeldzaamheid.