Inleiding

Voormalig PENSION, genaamd "Beerenstein", gebouwd in 1908 naar het ontwerp van de architecten Van der Goot en Kruisweg in Art Nouveau-trant en terugliggend gesitueerd aan de zuidoostzijde van de Beerensteinerlaan. Het voormalige pension werd in 1920 verbouwd naar het ontwerp van Van der Goot en Kruisweg, waarbij de conversatietheekoepel werd gebouwd en in 1928 door H.F. Sijmons, waarbij een volume aan de rechterzijgevel werd aangebouwd.

Omschrijving

Voormalig pension, opgetrokken op een samengestelde langgerekte plattegrond met enkele uitbouwen aan de achter- en rechterzijde en aan de linkerzijde achthoekige conversatietheekoepel, die met het hoofdvolume verbonden is door twee tussenleden (serre en zitje) van verschillende grootte en hoogte. Het hoofdvolume bevat twee bouwlagen en een kapverdieping. De gevels zijn wit gepleisterd op bakstenen plint met accenten in rode en gele baksteen, zoals de hanekammen, de schoorsteen aan de achterzijde en twee lijsten op de verdiepingscheiding tussen tweede bouwlaag en kapverdieping. Op de verdiepingscheiding tussen begane grond en verdieping is een gestucte cordonlijst aangebracht. De kozijnen, deuren en ramen zijn van hout. Drempels en hoekstukken zijn uitgevoerd in hardsteen. Het zadeldak, met de noklijn evenwijdig aan de weg, de steekkappen en het achtkantige dak van de koepel zijn bedekt met rode Tuiles du Nord pannen. De brede overstekken van de daken rusten op gesneden consoles. De aanbouw aan de rechterzijde is lager en opgetrokken in rode baksteen, aan de noordwest- en westzijde wit geschilderd, onder een met opnieuw verbeterde pannen gedekte steekkap.

De voorgevel (NW) van het hoofdvolume is zes vensterassen breed en bevat drie topgevels onder zadeldaken. De topgevels bevatten ter hoogte van de kapverdieping een stolpvenster met bovenlicht, omgeven door een houten gevelbekleding. De linker en de rechter topgevel zijn identiek uitgevoerd met op de begane grond een kozijn met openslaande deuren met bovenlicht, geflankeerd door zijvensters met bovenlicht en op de verdieping een stolpvenster met bovenlicht. De topgevel daartussen bevat op de begane grond de openslaande deuren met zijvensters in driezijdige serre en op de verdieping openslaande deuren met zijvensters en bovenlichten, toegang gevend tot een balkon op consoles en schragen, omgeven door een houten balustrade. De vensterassen tussen de topgevels zijn iets teruggelegen. Op de verdieping geven openslaande deuren met zijvensters en bovenlichten toegang tot een balkon, omgeven door een houten balustrade. Op de begane grond zijn in de linker- en rechter as eveneens dergelijke kozijnen geplaatst. In de derde as van links bevindt zich op de begane grond de toegangsdeur met smalle zijlichten onder twee bovenlichten. Links daarvan zijn drie vensters met bovenlichten geplaatst. De twee gekoppelde terugliggende vensterassen worden van elkaar gescheiden door een decoratief uitgevoerde muurdam. In het dakvlak bevinden zich twee dakkapellen met twee ramen. De aanbouw uit 1928 heeft op de verdieping een balkon, omgeven door een gemetselde balustrade. De linker zijgevel (NO) bevat aan een smalle uitbouw met dakterras en twee houten tussenleden op bakstenen plint met elk een deur. Op de begane grond is links en rechts in de gevel van het hoofdvolume een venster geplaatst. Een venster op de kapverdieping doorbreekt de daklijst. Het overstekende platte dak van het eerste houten tussenlid rust op gesneden consoles. De vensters hebben bovenlichten aan de noordwest- en zuidoostzijde. Het tweede tussenlid is lager en de vensters hebben geen bovenlicht. De achthoekige houten conversatietheekoepel op bakstenen plint onder achtkantig overstekend dak, rustend op gesneden schoren, heeft een achthoekige lantaarn onder achtkantig zinken dak. De lantaarn heeft acht vensters met roedenverdeling. De vensters en de twee deurkozijnen met openslaande deuren hebben bovenlichten met gekleurde glas-in-loodramen. Op elke hoek is een houten invulling met golvende afwerking op een bakstenen muurtje geplaatst, als waren het steunberen. Het achthoekige terras is bedekt met zwarte en gele plavuizen. In het INTERIEUR bevindt zich een gekleurd glas-in-loodvenster in het plafond onder de lantaarn.

De rechter zijgevel (ZW) bevat de aanbouw. Op de begane grond bevinden zich links openslaande deuren met een venster aan de linkerzijde, een driedelig venster en een tweedelig venster. Op de verdieping bevindt zich links een driedelig venster, rechts een tweedelig venster.

De achtergevel (ZO) bevat ter hoogte van de begane grond uitbouwen, waarbij alleen de linker vensteras vrij is gebleven. De topgevels bevatten ter hoogte van de kapverdieping vensters en een houten gevelbekleding. De bakstenen sierelementen tussen de bakstenen banden zijn hier niet gepleisterd. De eerste as van links bevat op de begane grond openslaande deuren, op de verdieping een stolpvenster met bovenlicht. De tweede as op de verdieping een later toegevoegde deur en openslaande deuren, de derde as openslaande deuren. In de vierde as bevindt zich het grote achtdelige venster met gekleurde glas-in-loodramen dat het trappenhuis verlicht. Een gedeelte van de gevel van de vijfde as doorbreekt de daklijst.In de rechter as is de bakstenen schoorsteen uitgemetseld. Op de verdieping bevindt zich rechts daarvan een venster, in de top van de gevel aan weerszijden. De achtergevel van de aanbouw bevat een driezijdige uitbouw over twee bouwlagen onder driezijdige kap, met vensters en een deur op de begane grond en vensters op de verdieping.

Waardering

Het voormalige pension met latere toevoeging uit 1920 en 1928 is van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een pension, gebouwd in de eerste helft van de 20ste eeuw in Art Nouveau-trant naar het ontwerp van Van der Goot en Kruisweg, gesitueerd in de villawijk Het Spiegel in Bussum.