Raadhuisplein 1, Zwijndrecht
OBJECTOMSCHRIJVING
Inleiding
Het door het architectenbureau Granpré Molière, Verhagen & Kok ontworpen RAADHUIS met BODEWONING, POSTKANTOOR en POLITIEBUREAU is in 1932 gebouwd in de traditie van het Traditionalisme (Delftse School). Het raadhuis bood tevens onderdak aan de afdeling 'Maatschappelijk werk' en Gemeentewerken.
Het architectenbureau heeft landelijk vooral bekendheid gekregen door prof.ir. M.J. Granpré Molière. Als hoogleraar Bouwkunde te Delft van 1924 tot 1953,heeft hij een belangrijk stempel gedrukt op de architectuur en stedenbouw tijdens het Interbellum en de Wederopbouw na WO II en wordt hij als de grondlegger van de Delftse School beschouwd. Karakteristiek voor deze architectuurstroming is de inspiratie op traditionele bouwwijzen- en werken, waarbij in het vrij sober ogende ontwerp ondermeer diverse soorten natuursteen zijn toegepast. Na enige opdrachten voor woonwijken is het raadhuis van Zwijndrecht de eerste grote opdracht voor een openbaar gebouw, waar het architectenbureau Granpré Molière, Verhagen & Kok zijn ideeën over de stedenbouwkundige- architectonsiche samenhang ten uitvoer konden brengen. Zij waren eveneens verantwoordelijk voor het Gemeentelijk Uitbreidingsplan van Zwijndrecht uit 1928-1929. Er werd bij het ontwerp van het raadhuis stedenbouwkundig veel waarde gehecht aan een harmonische aansluiting van het bouwwerk met de omgeving. Het aan een ruim plein gelegen raadhuis vormt de afsluiting van een 'groene gordel', die uitkomt op de Burg. de Bruinelaan, een hoofdstraat van het oude dorp. Een ruim gazon, geflankeerd door bomen zorgt voor de verbinding met het plantsoen, waarbij bomen zorgen voor een verdere begrenzing van het plein. De aaneengeschakelde bouwmassa's nemen af in hoogte om zo aan te sluiten bij de bestaande kleinschalige bebouwing langs de Burg. de Bruinelaan. Het voorplein met keerlus is vervangen door een parkeerterrein. Door de ritmiek en het verschil in bouwmassa en detaillering is het exterieur op subtiele wijze een afspiegeling van het interieur. Hierbij is gestreefd naar een logische en soepele ruimtewerking, die ondermeer blijkt uit de verschillende typen trappen en niveauverschillen. Voor het postkantoor is rekening gehouden met een functiewijziging op termijn ten behoeve van de aangrenzende secretarie,hetgeen ondermeer blijkt uit de meer sobere architectuur van het exterieur. De hoofdentree met het trappenhuis ligt in het enigszins torenachtige bouwelement, dat aansluit op de representatieve ruimten van de burgemeesterskamer en de daarboven gelegen raadzaal. Deze voorname ruimte - herkenbaar aan de met langgerekteglas-in-loodramen geflankeerde roepstoel - bevindt zich in de meest monumentale bouwmassa aan het plein.
Het architectenbureau ontwierp ook het interieur, waarbij de oorspronkelijke indeling en detaillering vooral herkenbaar is gebleven in de hoofdvleugel bij de entree, het trappenhuis, de gang en de raadzaal. Diverse particulieren en instanties, zoals de politie, de zoutziederij en het buurtschap De Groote Lindt hebben gebrandschilderde glas-in-loodramen geschonken in de raadzaal en het trappenhuis, welke zijn gesigneerd door het Atelier Gidding en Tuynenburg uit Rotterdam. Het door het Granpré Molière, Verhagen & Kok ontworpen meubilair is gedeeltelijk bewaard gebleven, waaronder enkele tafels en banken. Het meubilair in de raadzaal is vernieuwd.
N.B. Het gebouw, dat tegenwoordig geheel als gemeentehuis is bestemd, is in 1985 uitgebreid met een nieuwe vleugel langs de Burg. de Bruinelaan, waarbij tevens enkele doorbraken naar de oude vleugel hebben plaatsgevonden. Deze uitbreiding is van bescherming uitgesloten.
Omschrijving
De in hoofdvorm langgerekte bouwmassa bestaat uit een samenstel van bouwvolumes van twee of drie bouwlagen, deels met souterrain, onder zadeldaken met verschillende nokhoogten. Aan de zijde van de Burg. de Bruinelaan sluiten hierop twee haaks éénlaags dwarsvleugels aan, waarvan de noordelijke enige meters terugligt ten opzichte van de rooilijn.
Het samenstel van zadeldaken met houten Maastrichtse goten zijn gedekt met gesmoorde verbeterde Hollandse pannen.
De gevels zijn opgetrokken van grauwe baksteen in Noords verband met rollagen en segmentbogen boven de rechtgesloten vensters van verschillend formaat. Iets schuingeplaatste rollagen zijn decoratief toegepast onder een deel van de vensters en tussen de natuurstenen sierbanden/blokken. Het merendeel van de enkele en samengestelde vensters heeft houten kozijnen met stalen ramen en is voorzien van natuurstenen lekdorpels. Ter plaatse van het trappenhuis en de raadzaal bevinden zich smalle langgerekte en enkele ronde en rondbogige vensters met glas-in-lood. Natuurstenen sierblokken van graniet en travertin van verschillend formaat zijn toegepast ter accentuering van bepaalde elementen (voor bij het representatieve gedeelte), zoals de plint, de gevelhoeken, vensterafdekkingen, de entreepartijen en de raampartij ter plaatse van de raadzaal.
Aande westzijde (links) bevindt zich het grote (tweelaags) hoofdvolume, waar zich de voornaamste, representatieve, ruimten bevinden. Aan de pleinzijde loopt een keermuur ten behoeve van de segmentbogige souterrainvensters met diefijzers, die rechts aansluit op de voorgevel van de door een lessenaarsdak gedekte rechthoekige erker van de burgemeesterskamer. Onder deze uitbouw bevindt zich in het souterrain een entree, toegankelijk via een trap die leidt naar de gang/lichtklok voor de keermuur. Op de bel étage bevinden zich links van de erker vier vensters van de kamers van de secretaris en wethouders. De gevel wordt aan de westzijde afgesloten door een rondbogig glas-in-loodraam. Op de verdieping bevindt zich rechts boven de burgemeesterskamer een vierdelige vensterpartij. Links daarvan bevindt zich de raadzaal, waarbij de penanten tussen de vensters geleed zijn door sierblokken van verschillend materiaal en dikte. Aan weerszijden van een brede middenpenant bevinden zich twee smalle langgerekte glas-in-loodramen. In de brede middenpenant bevindt zich een onder een luifel geplaatste roepstoel, die bestaat uit een houten deur, voorzien van balkon met stalen balustrade. Erboven is onder de gootlijst het wapenschild van Zwijndrecht aangebracht. Links wordt de gevel afgesloten door een rond glas-in-loodraam. Ten oosten van de westelijke bouwvolume bevindt zich een hogere (drielaags), enigszins torenachtige, bouwvolume met links in de gevel de hoofdentree.
Daarvoor bevindt zich een borstweringsmuur, die aansluit op een uitbouw ten links daarvan. Aan de rechterzijde bevindt zich een (ten behoeve van een rolstoelvoorziening) gewijzigde bordestrap. Van de uit vier treden bestaande trap, zijn de drie onderste concaafvormig. De dubbele, houten entreedeur is opgenomen tussen brede afgeschuinde natuurstenen posten, die een aan weerzijden overstekende latei dragen.
Daarboven bevindt zich een smaller bovenlicht, voorzien van een reliëf. De tussen getrapte segmentbogen gespannen luifel, waaraan een lantaarn hangt, bestaat uit een enigszins getoogd, koperen frame van in totaal acht matglazen panenelen. Rechts van de entree is een dubbel venster met smaller bovenlicht aangebracht, geflankeerd door natuurstenen blokjes. Op de erboven gelegen verdieping bevindt zich boven de entree een dubbel venster met daarboven schuin rechts ervan een metalen wijzerplaat. Op de tweede verdieping, boven de entree, wordt de gootlijst doorbroken door een steekkapje, waaronder zich een smal spleetvenster bevindt. Op de nok bevindt zich als bekroning een vlaggenmast, geplaatst binnen een metalen korf. Rechts van het torenachtige bouwvolume staat de zesvenster eenheden brede oostelijke (tweelaags) langsvleugel. Deze is lager en langer dan de westelijke en sober van vormgeving. De venstereenheid op de begane grond, rechts van het midden is blind. Hier bevindt zich een ingemetselde natuurstenen brievenbus die herinnert aan de periode dat zich in het oostelijke deel het postkantoor bevond. Ervoor bevinden zich twee stoeptreden, geflankeerd door twee muurtjes van verschillende afmetingen met dikke natuursteen sierblokken.
De gevel wordt aan de oostzijde afgesloten door een kopgevel met links op de verdieping een deur met Frans balkon en op de zolderverdieping een rond venster. Deze gevel behoort bij een haaks op de hoofdvleugel aansluitende tweelaags samengestelde bouwmassa, waarvan de nokrichting evenwijdig loopt aan de Burgemeester de Bruinelaan. Tegen de zuidelijke eindgevel ervan sluit een éénlaags dwarsvleugel aan met dezelfde nokrichting. De langsgevel aan pleinzijde heeft van links naar rechts één deur, twee vensters, één deur en één venster. De linker deur is een rondbogige houten deur een smal spieraam onder een rondboog. De rechter ligt in een iets risalerende partij, onder een brede uitstekende natuurstenen latei. De door sierblokken geflankeerde rechthoekige paneeldeur heeft twee smalle spieramen. De deur is toegankelijk via natuurstenen stoep, ter breedte van de risaliet, bestaande uit twee treden met zware hoekblokken. De zuidelijk kopgevel heeft op de begane grond een driedelige vensterpartij. Bij de langsgevel aan straatzijde wordt rechts de entree van het voormalige postkantoor geaccentueerd door een puntgevel met schouderstukken, die door de gootlijst steekt. Onder een brede natuurstenen latei bevindt zich een paneeldeur met twee smalle spieramen. De latei wordt afgedekt door een strek met in het midden een natuurstenen gestileerd wapenschild waarboven een rondboog van kopse rode bakstenen is gemetseld. De deur, toegankelijk via een vernieuwde stoep, wordt geflankeerd door zware natuurstenen sierblokken van verschillend formaat. Links ervan bevinden zich een drietal vensters. De langsgevel van het hogere bouwvolume bestaat aan straatzijde uit een gedeelte van twee venstereenheden breed met rechts een smaller gedeelte met lagere nok- en goothoogte, waarin zich op begane grond en verdieping twee kleine vensters bevinden. Aansluitend op dit bouwvolume langs de Burgemeester de Bruinelaan, staat haaks tegen de achtergevel van de oostelijke langsvleugel aan éénlaags uitbouw onder een zadeldak. Tegen de kopgevel aan straatzijde is een nieuwe aanbouw geplaatst, die evenals de meerhoekige aanbouw tegen de westelijke kopgevel van bescherming is uitgesloten. Voor het overige heeft de achtergevel van de oostelijke langsvleugel op de begane grond een langgerekte vensterreeks en op de verdieping een vijftal vensters. Het achterste dakschild van de oostelijke langsgevel loopt achter het torenachtige bouwvolume langs. In dit geveldeel, dat ten opzichte van de westelijke langsvleugel uitspringt, bevond zich oorspronkelijk een drietal ronde glas-in-loodramen van het trappenhuis, waarvan er twee zijn verdwenen vanwege een tussenlid naar de nieuwbouw. In de westelijke kopgevel van het uitspringende deel bevindt zich één rondbogig glas- in-loodraam. Het torenachtige bouwvolume heeft onder de gootlijst een vrijwel aaneengesloten vensterreeks.
De westelijke langsvleugel bestaat op het niveau van het souterrain en de bel étage uit een reeks enkele vensters en op de verdieping uit twee paar langgerekte glas-in-loodramen (ter plaatse van de raadzaal). Tegen de westelijke kopgevel is een boven de nok uitstekende schoorsteen geplaatst met een steunbeer en iets inspringende top met sierblokjes. De tweelaags uitbouw onder een evenwijdig aan de langsvleugel geplaatst zadeldak met lagere nokhoogte heeft rechts, onder een uitkragende latei, een houten entreedeur met twee smalle spieramen en een smal rechthoekig bovenlicht. Dit is de entree naar de publieke tribune. Tevens bevinden zich in deze gevel een tweetal souterrain- en trapvensters en op de tweede verdieping een rond glas-in- loodraam. Rechts tegen deze aanbouw bevindt zich een aanbouw onder een lessenaarsdak, die op soutterain hoogte over de volle gevelbreedte een vierdelige raampartij heeft. Erboven bevindt zich in de kopgevel op verdiepingshoogte een rond glas-in-loodraam.
Inwendig zijn de dienstvertrekken in het torenachtige bouwvolume en het westelijke, representatieve gedeelte redelijk gaaf en herkenbaar gebleven. Dit geldt in het bijzonder voor de entreehal met trappenhuis en de raad- en trouwzaal. Opvallend is de toepassing van natuursteen, zoals zwart marmer voor dekplaten en vensterbanken. Vloeren, lambrizeringen van gangen, (entree)hal en trappenhuis zijn betegeld met kwartsiet, deels ook met travertin, terwijl de liggende delen (dekplaten, vensterbanken) uitgevoerd zijn met zwart marmer/graniet. Diverse deuren hebben hun oorspronkelijke brede deuromlijsting met een plat, uitspringend hoofdgestel, waarboven in koperen letters de functie van de achterliggende ruimte is aangegeven. Verschillende kamers hebben de oorspronkelijke profilering met gepleisterde plint en omlijsting.
De vestibule komt uit in een ruime hal met rechts de portiersloge. Aan de linkerzijde voeren een drietal treden naar een langgerekte wachthal, waar aan pleinzijde de kamers van het gemeentebestuur liggen, waaronder de burgemeesterskamer. Aan de uitgebouwde noordzijde bevindt zich een L- vormige trap met bordessen en stalen buizenleuningen. Op de verdieping bevinden zich tegenover het trappenhuis een tweetal dubbele deuren, die naar de trouwkamer en de raadzaal leiden. Laatstgenoemde ruimte bevindt zich aan de westeinde van de gang en heeft een lage houten lambrizering. Het is een grote open rechthoekige ruimte met een zwaar uitgevoerde open houten kap.
Aan de westzijde bevindt zich achter een balkon met borstwering de publieke tribune. Op een latei over de volle breedte van de muur staat de tekst in kapitalen: 'GEEN VREEZE MAAR KLOEKMOEDIGHEID/BEPAAL' DE MAAT VAN UW BELEID". Aan pleinzijde bevindt zich een rondbogig deur naar het balkon van de roepstoel.
Waardering
Het raadhuis is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde door de herkenbare typologie als beelddrager van bestuurlijke ontwikkelingen in Nederland op lokaal niveau uit de jaren '30 van de 20ste eeuw.
Het raadhuis is van algemeen belang wegens de architectuurhistorisch waarde als een gaaf en karakteristiek voorbeeld van het Traditionalisme/ de Delftse School, één van de typerende stijlen uit de priode 1850-1940, waarvan Granpré Moliére de grondlegger is. Het raadhuis neemt een bijzondere plaats (eerste openbare gebouw) in binnen het oeuvre van het rchitectbureau Granpré Molière, Verhagen & Kok.
De bouwkundige onderdelen zijn gaaf in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering, wat betreft het exterieur. Wat betreft het interieur zijn vooral de representatieve ruimten gaaf bewaard.
De raadhuis is van algemeen belang vanwege de stedebouwkundig waarde als onderdeel van een als één geheel ontworpen stedenbouwkundig concept en de wijze waarop het daarbinnen is gesituereerd als afsluiting van het plein, dat deel uitmaakt van een breed en lang groengebied.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Stadhuis | Bestuursgebouwen, rechtsgebouwen en overheidsgebouwen | Bestuursgebouw en onderdl | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Raadhuisplein | 1 | – | 3331 BT | Zwijndrecht | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 6243 | – | Zwijndrecht |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1932 | 1932 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Granpre Moliere, M.J. ; Zuid-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |