Inleiding.

Centraal op het onverharde erf staat de in de kern mogelijk uit de achttiende eeuw daterende LANGGEVELBOERDERIJ, die in de huidige vorm echter uit de tweede helft van de negentiende eeuw dateert en Ambachtelijk-Traditionele vormen vertoont.

Omstreeks 1980 heeft een kleine verbouwing het aanzien van de noordelijke langsgevel enigszins veranderd, doordat enkele vensters en een deur zijn vernieuwd.

Omschrijving.

De langgerekte boerderij staat in west-oostelijke richting gebouwd, heeft een globaal rechthoekige plattegrond en wordt gedekt door een zadeldak met muldenpannen. Het gebouw is geheel opgetrokken in handvorm baksteen, met plaatselijk herstellingen in machinale baksteen. Tegen alle muurwerk bevinden zich handgesmede muurankers. De plint van de gevels is gestuct.

Tegen de westelijke gevel staat een kleine aanbouw onder lessenaardak, over de volle breedte van de zijgevel. Tegen de noordoostelijke gevel staat een zeer kleine privaat-uitbouw.

Het eenlaags gebouw bestaat uit een woongedeelte en een bedrijfsgedeelte, die worden gescheiden door een brandmuur, voorzien van een gemetselde schoorsteen. Op de nok van het dak staat op de zijgevel van het woonhuis een tweede schoorsteen.

Het eerste deel, dat aan de westelijke zijde is gesitueerd, had oorspronkelijk de voorgevel aan de zuidelijke zijde. Deze zuidelijke gevel is, in tegenstelling tot de rest van het gebouw, gecementeerd en voorzien van schijnvoegen. De indeling is asymmetrisch en bestaat uit twee beluikte zesruits schuifvensters, met ter rechterzijde een opgeklampte deur met gedeeld bovenlicht, en een derde venster, identiek aan de andere. De noordelijke woonhuisgevel is qua indeling nog negentiende-eeuws, met een vernieuwde voordeur, geflankeerd door twee beluikte zesruits schuifvensters. In de noordelijke zijgevel zijn op de verdieping twee kleine vensters met halfrond bovenlicht. Het bedrijfsdeel springt aan de noordelijke zijde enigszins uit ten opzichte van de rooilijn van het woonhuis. In de noordelijke gevel zijn van links naar rechts een opgeklampte inrijpoort onder gemetselde korfboog geplaatst, geflankeerd door een zesruits houten stalvenster, met ter rechterzijde een opgeklampte deur onder tienruits bovenlicht. Links naast de inrijpoort is aan het waarschijnlijk negentiende eeuwse muuranker een achttiende-eeuwse ijzeren strip gelast, waarop het jaartal 1724. De zuidelijke gevel van het bedrijfsdeel is voorzien van een tweetal opgeklampte inrijpoorten. De linker is recht gesloten onder een balk, de rechter is onder segmentboog en deze wordt geflankeerd door twee rechthoekige zesruits stalvensters. In de zuidelijke zijgevel enkele kleine lichten, waarvan één met vorktracering, en op de verdieping een opgeklampte laaddeur, waarnaast de kleine doorgang naar het voormalige kippenhok boven de deel. De kippenladder, aan de buitenzijde, is verdwenen.

Waardering.

De boerderij is van algemeen belang. Het object heeft cultuurhistorisch belang als voorbeeld van de sociaal-economische ontwikkeling van de landbouw in westelijk Brabant en als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de langgevelboerderij.

Architectuurhistorisch is het geheel van belang vanwege de sobere ornamentiek en de vormentaal van het exterieur. Het geheel is belangrijk vanwege de gaafheid van het exterieur en is als voorbeeld van een boerderijcomplex met erf en beplanting zeldzaam geworden.