Herenstraat 1, Amersfoort

Inleiding

KLOOSTERGEBOUW, van de congregatie van Augustijnen, gelegen aan de zuidoostzijde van de Zuidsingel. In 1900 werd in opdracht van de congregatie van Onze Lieve Vrouwe te Amersfoort door H. Kroes de eerste fase van een, toen voor Amersfoortse begrippen grootschalig, kloostergebouw ontworpen. Het betrof een uitbreiding van een complex dat zijn aanvang vond in het betrekken door de congregatie van het voorname achttiende-eeuwse huis van de familie Cohen 'Huis met de paarse ruiten'(Zuidsingel 38). In 1847 werd ter linker zijde, op de plaats van het oude koetshuis, naar ontwerp van Th. Molkenboer een eerste uitbreiding gerealiseerd, waarbij onderdelen van het koetshuis werden behouden. In 1889 werd naar ontwerp van C.L.M. Robbers aan de achterzijde een kapel gebouwd. Het ontwerp van H. Kroes is gesitueerd in het verlengde van het ontwerp van Molkenboer aan de Zuidsingel, maar is echter in stijl meer verwant met de kapel van Robbers. In 1918 werd in een tweede bouwfase de gevellengte - geheel in dezelfde stijl als de eerste fase - meer dan verdubbeld. Was er na de eerste bouwfase sprake van vijftien traveeën aan de Zuidsingel, na 1918 waren het er twee-en-dertig. De bouwstijl is een combinatie van invloeden uit de neogotiek en de neorenaissance.

Het gebouw is nog steeds als klooster in gebruik. Het interieur is aan het begin van de jaren negentig ingrijpend gerenoveerd, overigens met zoveel mogelijk behoud van de ruimtelijke en constructieve structuur van het pand. Naast de bijzondere trappartijen zijn slechts enkele segmentbogen in steen en houten kozijnen bewaard. Van ondergeschikt belang is het meest rechtse deel van het exterieur van de achterzijde, dat geheel is vernieuwd.

Omschrijving

Het kloostergebouw is evenwijdig aan de Zuidsingel gesitueerd. Een siersmeedijzeren hekwerk met spijlen en kruisbloemen staat op enkele geringe afstand voor de gehele gevel. Het pand bezit een rechthoekige plattegrond met op de hoek Zuidsingel/Herenstraat een afgeschuinde hoekoplossing. Het pand bezit drie bouwlagen en een zolderverdieping met afgeplat schilddak, bedekt met blauwe kruispannen. De gevel aan de Zuidsingel kan worden onderverdeeld in 32 traveeën, de afgeschuinde hoekoplossing is één travee breed en aan de Herenstraat bevinden zich nog eens twee traveeën. De gevel aan de Zuidsingel kan als voorgevel worden opgevat. De zeslichts-vensters bevinden zich in door oranje baksteen voorzien van een kraal omgeven, verdiepte spaarvelden, die in de eerste bouwlaag overspannen worden door een gedrukte boog, in de tweede bouwlaag door een rondboog en in de derde bouwlaag door een gedrukte spitsboog. In de spaarboogvelden bevindt zich siermetselwerk. De loodlagen tussen de kozijnen en het schoon metselwerk in de spaarvelden zijn decoratief gekruld.

De langgerekte horizontale op een bakstenen uitgemetselde plint geplaatste voorgevel bezit 32 traveeën en wordt verticaal geleed door elf risalieten, die als Vlaamse gevel in het dakschild eindigen met aangekapt zadeldak. Van links af gezien zijn de tweede en de negende risaliet breder en hoger. Deze risalieten liggen telkens twee traveeën van elkaar, waardoor een sterk ritme wordt gecreëerd, dat door de geprofileerde, oranje vensteromlijstingen nog wordt benadrukt. In de vierde bouwlaag bevindt zich per risaliet een zeslichts schuifvenster verdiept gelegen in een spaarveld, overspannen door een spitse boog. De grotere risalieten bevatten de entree met geprofileerde vleugeldeuren met tweelichts bovenlicht.

De negende risaliet wordt door overhoeks geplaatste pinakels en een kruisbloem bekroond.

De gevel wordt horizontaal geleed door waterlijsten op elke verdieping, een gevel beëindigende spitsboogfries en een uitkragende bakstenen gootlijst, alles uitgevoerd in oranje baksteen.

De linker zijgevel heeft twee traveeën en de afgeschuinde hoekoplossing van één travee kennen eenzelfde gevelopbouw, echter zonder risalieten.

De achtergevel is sober vormgegeven en wordt deels aan het oog onttrokken door de kapel. Het rechterdeel van de gevel is tijdens de verbouwing begin jaren negentig ingrijpend gewijzigd. De achtergevel is van ondergeschikt belang.

Waardering

Het deel van het kloostercomplex van de zusters van Onze Lieve Vrouwe, dat gelegen is aan Zuidsingel 40-41, is van van algemeen belang vanwege zijn architectuurhistorische waarde als zeer gaaf voorbeeld van een binnenstedelijk kloostergebouw, uitgevoerd in een rijk gedetailleerde bouwstijl met invloeden van de neorenaissance en de neogotiek. Het pand is tevens van cultuurhistorische belang als uitdrukking van het zich herstellend katholicisme in de tweede helft van de 19de eeuw in de stad Amersfoort. In het oeuvre van de architect H. Kroes neemt het ontwerp een belangrijke plaats in. Het pand is van ensemblewaarde in relatie tot de overige, reeds beschermde delen van het kloostercomplex.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
517743
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Klooster Religieuze gebouwen Klooster, kloosteronderdl oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Herenstraat 1 3811 HG Amersfoort Kattenbroek Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
E 6913 Amersfoort
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1900 1900 vervaardiging
1918 1918 verbouwing
Ambachten
Name Beroep Notitie
Kroes, H. ; Stad Amersfoort architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven