Wieënweg 56, Brunssum
Inleiding
Twee INGENIEURSWONINGEN onder één kap in traditionele stijl, 1941. Gebouwd naar een ontwerp van de Sittardse architect Jos. Wielders, in opdracht van de Staatsmijnen in Limburg. De woningen zijn teruggerooid gesitueerd in de lineaire bebouwing van de Wieënweg, onmiddellijk ten zuiden van de voormalige mijnspoorweg en op korte afstand van de voormalige Staatsmijnen Emma en Hendrik.
De tegen de garage van Wieënweg 60 gebouwde garage behoort bij het pand Wieënweg 58. UITGESLOTEN van bescherming zijn de fietsenstalling tegen de garage-zijgevel en de serre tegen de achtergevel van Wieënweg 58.
Omschrijving
De twee ingenieurswoningen vormen een bouwkundige eenheid samengesteld uit twee woningtypen: Wieënweg 56 van het type 2, Wieënweg 58 van het type 1. Beide panden hebben een onregelmatige PLATTEGROND. Wieënweg 56 heeft een in hoofdvorm rechthoekige plattegrond; aan de voorgevel een uitgebouwde studeerkamer, op de hoek van de achtergevel een trapsgewijs uitgebouwde bijkeuken plus garage; Wieënweg 58 heeft een aan de westelijke zijgevel uitgebouwde zitkamererker. De oorspronkelijk aan de achtergevel uitgebouwde bijkeuken met schuine gevelzijde is gesloopt.
De hoofdvolumes van beide panden tellen een gedeeltelijke souterrainverdieping, twee BOUWLAGEN en een zolderverdieping. Zij worden gedekt door een samengesteld SCHILD- EN ZADELDAK, waarvan de noklijn parallel aan de straatweg ligt. Rood genuanceerde Hollandse pannen. Overstekken. Elk pand heeft van origine een nokschoorsteen en een hoge schoorsteen op het achterdakvlak. Deze hoge schoorsteen is bij het pand Wieënweg 58 verwijderd. De gecombineerde dakkapel op het achterdakvlak verkeert in oorspronkelijke staat: drie vensters per pand, onderling gescheiden door een houten beschot. Klein zoldervenster op het voordakvlak van Wieënweg 56, een tuimelraam op het voordakvlak van Wieënweg 58.
De uitgebouwde studeerkamer van Wieënweg 56 en de zitkamererker van Wieënweg 58 worden gedekt door een ZADELDAKJE met rood genuanceerde Hollandse pannen en aan het oog onttrokken door in- en uitgezwenkte topgevels. Bij Wieënweg 56 is het zadeldakje ingestoken in de dakconstructie en in de zijgevel voortgezet. Boven de entree van pand nr. 56 een klein LESSENAARSDAKJE met rood genuanceerde Hollandse pannen. De bijgebouwde garage van Wieënweg 58 en de uitgebouwde bijkeuken met garage van Wieënweg 56 hebben een zadeldak met overstek en rood genuanceerde Hollandse pannen. Schoorsteen op het achterdakvlak van de bijkeuken van Wieënweg 56.
De woningen zijn opgetrokken in baksteen en zandsteen. De voor- en zijgevels zijn gemetseld in wild verband, de achtergevels in kettingverband. Platvol voegwerk.
De VENSTERS waren oorspronkelijk uitgevoerd in smalle, donkergroen geverfde stalen profielen, de BUITENDEUREN in hout. Bij beide panden zijn de stalen vensterkozijnen grotendeels vervangen door kunststof en aluminium kozijnen. De vensterluiken met beslag bij de studeerkamervensters van pand nr. 56 zijn bewaard gebleven.
De VOORGEVELS zijn georiënteerd op het zuiden. Wieënweg 56 heeft in de eerste bouwlaag een aanzienlijk rechthoekig zitkamervenster van smalle kunststof profielen met een korfboogvormige drukboog, een vulstuk en een decoratieve rollaag. De oorspronkelijke indeling met zijlichten is gehandhaafd. Hierboven, in de tweede bouwlaag, een reeks van drie rechthoekige kunststof slaapkamervensters met segmentboogvormige drukboog. Het risalerende voorgeveldeel loopt uit in een in- en uitgezwenkte topgevel met zandstenen schouderstukken en zandstenen consoles. In de eerste laag een rechthoekig kunststof venster, inclusief de oorspronkelijke verticale indeling, waarboven een drukboog en een vulstuk. In de topgevel, tussen twee muizetandlijsten, een rondboogvormig kunststof venster met verticale indeling. Wieënweg 58 heeft in de eerste laag een rechthoekig aluminium zitkamervenster met een korfboogvormige drukboog, een vulstuk en een decoratieve rollaag, zonder de oorspronkelijke indeling met zijlichten. Daarnaast, verdiept in een afgeschuinde zandstenen lijst, de rechthoekige houten paneeldeur. Boven de deur een betonnen latei annex luifel en een korfboogvormig stalen bovenlicht met roedeverdeling. In de tweede bouwlaag een reeks van vier rechthoekige alumiunium vensters met segmentboogvormige drukboog en twee ronde stalen vensters met kruisvormige indeling en waterspuwer. De op het oosten gelegen ZIJGEVEL van Wieënweg 56 is onregelmatig ingedeeld en heeft een risalerend gevelvlak. In dit gevelvlak een rechthoekig kunststof studeerkamervenster onder een segmentboogvormige drukboog en de verdiept geplaatste korfboogvormige houten entreedeur. Hierboven, hoog onder het dakoverstek, een houten gevelbeschot en twee rechthoekige kunststof vensters. In het middendeel van de zijgevel drie hoge, smalle rechthoekige stalen trappenhuisvensters met glas-in-lood en een rechthoekig souterrainvenster. Rechts daarnaast, in de eerste laag, een rond stalen toiletvenster met kruisvormige indeling en waterspuwer alsmede een rechthoekig kunststof keukenvenster in T-vorm met segmentboogvormige drukboog en vulstuk. Dit keukenvenster had oorspronkelijk een negenruits roedeverdeling. In de tweede laag twee rechthoekige kunststof vensters met segmentboogvormige drukbogen.
De op het westen gelegen ZIJGEVEL van Wieënweg 58 wordt in de eerste laag gedomineerd door de uitgebouwde zitkamererker met in- en uitgezwenkte topgevel, zandstenen consoles en schouderstukken. In deze erker een rechthoekig kunststof venster met verticale indeling, onder een segmentboogvormige drukboog en een klein vulstuk. Links daarnaast, in het terugliggende geveldeel, een van oorsprong uit vier delen bestaande terrasdeur. In deze gevelopening is bij Wieënweg 58 deels een horizontaal ingedeeld kunststof vensterkozijn geplaatst. De rest van deze opening is dichtgemetseld. Boven deze voormalige deuropening een korfboogvormige drukboog, een vulstuk en een decoratieve rollaag. In de tweede laag, boven de terrasdeuren, drie rechthoekige kunststof vensters onder een segmentboog. In de top van de gevel twee rechthoekige kunststof vensters onder een segmentboog. Deze zijgevel heeft de vorm van een tuitgevel met schouderstukken. Deze schouderstukken worden ondersteund door uitkragende zandstenen consoles. De tuitgevel wordt bekroond door een zandstenen frieslijst.
De ACHTERGEVEL van Wieënweg 56 risaleert ten dele. In dit risalerende gevelvlak een klein rechthoekig kunststof keukenvenstertje met vulstuk onder een segmentboog.
In de eerste laag van het terugliggende geveldeel oorspronkelijk een groot kozijn met dubbele terrasdeuren en zij- en bovenlichten met kleine roedeverdeling onder een segmentboogvormige strek en een vulstuk. Het huidige kunststof kozijn heeft geen roedeverdeling. In de tweede laag drie rechthoekige kunststof vensters onder een segmentboog.
Aan de ACHTERGEVEL van Wieënweg 58 is de uitgebouwde bijkeuken van één laag gesloopt. Over de gehele gevelbreedte van de witgepleisterde eerste bouwlaag is een serre aangebouwd, welke is uitgesloten van bescherming. In de plaats van het voormalige keukenvenster twee rechthoekige kunststof vensters; verder een rechthoekige deuropening met een rechthoekig zijvenster. In de tweede laag zijn de oorspronkelijke rechthoekige vensters nog aanwezig, uitgevoerd in kunststof. De gecombineerde BIJKEUKEN- EN GARAGE-UITBOUW van Wieënweg 56 heeft aan de straatzijde een dubbele, korfboogvormige houten garagepoort met beslag. In de achtergevel een rechthoekige houten deur, in de korte zijgevel een rechthoekig, verticaal ingedeeld stalen venster. De bijkeuken heeft een rechthoekige houten buitendeur waarnaast een klein rechthoekig stalen venster met verticale indeling.
De GARAGE van Wieënweg 58 is aan de oostzijde tegen de garage van Wieënweg 60 gebouwd. Ook hierin een dubbele, korfboogvormige houten garagepoort met beslag. Centraal in de garage-zijgevel een rechthoekig, verticaal ingedeeld stalen venster; daarnaast een rechthoekige houten deur. De achtergevel is blind.
In hoogte afnemende bakstenen ERFSCHEIDINGSMUREN met ezelsrug tussen de garages aan weerszijden van de woningen. Het pand Wieënweg 60 heeft ook nog de gebogen bakstenen erfscheidingsmuur met ezelsrug tussen de westelijke zijgevel en de zijgevel van de garage. Deze muur wordt onderbroken door een houten toegangspoort tussen twee baksteen kolommen, waarop het boven de poort geplaatste pannendakje rust.
De achtertuinen van beide woningen zijn vanaf de achtergevels deels gescheiden door een bakstenen muur.
De INTERIEURindeling van pand nr. 56 is in beperkte mate aangepast: één deur tussen gang en zitkamer is gedicht. Voor het overige is het interieur zeer gaaf, vrijwel in oorspronkelijke staat bewaard gebleven. Bij pand nr. 58 is de indeling ingrijpend gewijzigd: de keuken is verplaatst naar de voormalige zitkamer (met behoud van de oorspronkelijke schuifdeuren tussen de woonkamer); de scheidingsmuur tussen woonkamer en voormalige keuken is verwijderd; de badkamer is verplaatst naar een voormalige slaapkamer, waarbij de indeling van de tweede bouwlaag intact is gebleven.
Waardering
De ingenieurswoningen aan de Wieënweg zijn van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische en typologische ontwikkeling. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door de traditionele bouwstijl, door het belang van de woningen voor het oeuvre van architect Wielders, de esthetische kwaliteiten van diens ontwerp, het materiaalgebruik en de ornamentiek.
De woningen vormen een belangrijk onderdeel van het uitgestrekte, sterk hiërarchisch ingerichte woongebied in de onmiddellijke nabijheid van de terreinen van de voormalige Staatsmijnen Emma en Hendrik. Als zodanig vormen de ingenieurswoningen een bijzondere uitdrukking van de wijze van bouwen van bedrijfswoningen in Nederland, waarbij in de mijnstreek meer dan elders in Nederland het aanzien van de bewoner binnen het bedrijf tot uitdrukking werd gebracht.
Als gevolg van de specifieke situering zijn de ingenieurswoningen ten zeerste verbonden met de ontwikkeling en uitbreiding van de mijnstreek in het algemeen en Brunssum in het bijzonder. De woningen zijn van belang voor het aanzien van de mijnstreek en beschikken over een historisch-ruimtelijke relatie met de regionale bodemgesteldheid en de inmiddels geruimde mijnterreinen.
De woningen zijn van belang vanwege de van redelijk tot hoog variërende architectonische gaafheid en zijn van waarde voor de structurele en visuele gaafheid van de bebouwde omgeving. Bovendien beschikken de ingenieurswoningen over een redelijke architectuurhistorische zeldzaamheidswaarde; daarnaast in nationaal perspectief over een aanzienlijke typologische en functionele zeldzaamheidswaarde.
Het algemeen belang van de woningen wordt bepaald door de combinatie van de hierboven aangehaalde overwegingen.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Het complex INGENIEURSWONINGEN WIEëNWEG dateert uit 1941 en is gebouwd in opdracht van de Staatsmijnen in Limburg. Deze 16 ingenieurswoningen werden in een achttal varianten ontworpen door architect Joseph Wielders uit Sittard. De woningen zijn, verdeeld over zes eenheden met een grote architectonische variëteit, in lineair verband langs de Wieënweg gesitueerd. Vanwege deze locatie waren deze woningen op korte afstand van zowel de staatsmijn Emma als de staatsmijn Hendrik gelegen, waardoor op bijzondere wijze uiting werd gegeven aan de maatschappelijke status van de bewoners.
De vier tussengelegen en teruggerooide eenheden bestaan uit twee-onder-één-kap woningen. Twee eenheden tellen vier woningen onder één kap. Daarbij zijn de volgende typecombinaties toegepast: 7-8-8-7 (Wieënweg 36-42); 3-4 (Wieënweg 44-46); 1-2 (Wieënweg 48-50, 52-54, 56-58) en 5-6-6-5 (Wieënweg 60-62-64-66). Alle woningen hebben voor- en achtertuinen. Bakstenen erfscheidingsmuurtjes met ezelsrug. De achtertuinen aan de noordzijde hellen af in de richting van het voormalige mijnspoor tussen de staatsmijnen Emma en Hendrik. Dit mijnspoor is na de sluiting van de mijnen verdwenen.
De ingenieurswoningen zijn gebouwd in een traditionele landhuisstijl, waarbij zowel streekgebonden bouwmaterialen als stalen vensterkozijnen zijn toegepast. De tuinaanleg en de beplanting werd oorspronkelijk door de Staatsmijnen op uniforme wijze gerealiseerd en in stand gehouden. Het laatste is als zondanig niet meer herkenbaar.
Van bescherming UITGESLOTEN zijn alle sedert 1941 gerealiseerde aan- en bijbouwen.
Waardering
Het complex Ingenieurswoningen Wieënweg is van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische en typologische ontwikkeling. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door een door grensoverschrijdende invloeden bepaalde traditionele bouwstijl, door het belang van het complex binnen het oeuvre van architect Wielders, de esthetische kwaliteiten van het geheel, het materiaalgebruik en de ornamentiek. De woningen vormen een belangrijk onderdeel van het uitgestrekte, sterk hiërarchisch ingerichte woongebied in de onmiddellijke nabijheid van de terreinen van de voormalige Staatsmijnen Emma en Hendrik. De woningen zijn als zodanig een bijzondere uitdrukking van de wijze van bouwen van bedrijfswoningen in Nederland, waarbij in de mijnstreek meer dan elders in Nederland het aanzien van de bewoner binnen het bedrijf tot uitdrukking werd gebracht.
Als gevolg van deze specifieke situering zijn de ingenieurswoningen ten zeerste verbonden met de ontwikkeling en uitbreiding van de mijnstreek in het algemeen en Brunssum in het bijzonder. De woningen zijn van belang voor het aanzien van de mijnstreek en beschikken over een historisch-ruimtelijke relatie met de regionale bodemgesteldheid en de inmiddels verdwenen mijnterreinen.
Het complex is van belang vanwege de architectonische gaafheid, de architectonische kwaliteit van de samenstellende onderdelen en is van belang voor de structurele en visuele gaafheid van de bebouwde omgeving.
Bovendien beschikken de ingenieurswoningen over een redelijke architectuurhistorische zeldzaamheidswaarde; daarnaast in nationaal perspectief over een aanzienlijke typologische en functionele zeldzaamheidswaarde.
Het algemeen belang wordt bepaald door de combinatie van de hierboven aangehaalde overwegingen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Dienstwoning(K4) | Woningen en woningbouwcomplexen | Dienstwoning(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Wieënweg | 56 | – | 6445 CE | Brunssum | – | – | Ja |
Wieënweg | 58 | – | 6445 CE | Brunssum | – | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 4244 | – | Brunssum |
– | B | 4124 | – | Brunssum |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1941 | 1941 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Wielders, Jos. ; Limburg | architect / bouwkundige / constructeur | – |
Staatsmijnen ; Limburg | opdrachtgever | – |