Wieënweg 60, Brunssum
Inleiding
Vier INGENIEURSWONINGEN onder één kap in traditionele stijl, 1941. Gebouwd naar een ontwerp van de Sittardse architect Jos. Wielders, in opdracht van de Staatsmijnen in Limburg. De woningen zijn vooruitgerooid gesitueerd in de lineaire bebouwing van de Wieënweg, onmiddellijk ten zuiden van de voormalige mijnspoorweg en op korte afstand van de voormalige Staatsmijnen Emma en Hendrik.
De tegen de garage van Wieënweg 60 gebouwde garage behoort bij het pand Wieënweg 58. UITGESLOTEN van bescherming zijn de bijgebouwde garage in de tuin van pand nr. 60 alsmede de dubbele garage in de tuin van pand nr. 62.
Omschrijving
De vier ingenieurswoningen vormen een bouwkundige eenheid samengesteld uit twee woningtypen: de hoekwoningen Wieënweg 66 en Wieënweg 60 van het type 5; de tussenwoningen Wieënweg 62 en 64 van het type 6. Beide typen panden hebben een onregelmatige PLATTEGROND, waarbij ze onderling zijn gespiegeld. Wieënweg 60 en 66 hebben een in hoofdvorm rechthoekige plattegrond; aan de voorgevel een uitgebouwde studeerkamer, tegen de zijgevel een L-vormige bijkeuken plus garage. Wieënweg 62 en 64 hebben een rechthoekige plattegrond, aan de achtergevel voorzien van een uitgebouwde bijkeuken annex rijwielstalling met schuine gevelzijde van één bouwlaag onder plat.
De hoofdvolumes van deze vier panden tellen een gedeeltelijke souterrainverdieping, twee BOUWLAGEN en een zolderverdieping. Zij worden gedekt door een SCHILDDAK, waarvan de noklijn parallel aan de straatweg ligt. Rood genuanceerde Hollandse pannen. Overstekken. Elk pand heeft oorspronkelijk een nokschoorsteen en een hoge schoorsteen op het achterdakvlak. Tussen deze hoge schoorstenen is een per twee panden gecombineerde dakkapel geplaatst, oorspronkelijk met drie vensters per pand en onderling gescheiden door een houten beschot. Pand nr. 60 heeft een tuimelraam op het voordakvlak, een zoldervenster op het zijdakvlak en vernieuwde bredere dakgoten; de nokschoorsteen op het hoofdvolume is gesloopt. Pand nr. 62 en 64 hebben nog het authentieke ijzeren zoldervenster op voordakvlak. Pand nr. 66 heeft een vernieuwde goot.
De uitgebouwde studeerkamers van Wieënweg 60 en 66 worden gedekt door een ZADELDAKJE met rood genuanceerde Hollandse pannen, dwars ingestoken op het hoofdvolume en voortgezet in de zijgevel. Op de nok van deze uitbouwen een korte schoorsteen. De garages met bijkeukens van deze hoekpanden hebben een ZADELDAK met rood genuanceerde Hollandse pannen, overstek en nokschoorsteen. De uitgebouwde bijkeukens annex rijwielstallingen van de tussengelegen panden 62 en 64 hebben een plat betondak met overstek en korte schoorsteen.
Boven de risalerende entree van de hoekpanden 60 en 66 een klein LESSENAARSDAKJE met rood genuanceerde Hollandse pannen. De woningen zijn opgetrokken in baksteen en zandsteen. De voor- en zijgevels zijn gemetseld in wild verband, de achtergevels in kettingverband. Platvol voegwerk. Houten gevelbeschotten.
De VENSTERS waren oorspronkelijk uitgevoerd in smalle, donkergroen geverfde stalen profielen met kleine roedeverdeling, de BUITENDEUREN in hout. Pand nr. 60 zijn alle stalen kozijnen nog aanwezig, inclusief de oorspronkelijke luiken met beslag van de studeerkamervensters. Bij pand nr. 62 zijn de stalen vensterkozijnen vervangen door aluminium, met uitzondering van het bovenlicht van de voordeur. Pand nr. 64 heeft nog alle oorspronkelijke stalen vensterkozijnen. Bij pand nr. 66 zijn de tuindeuren in de achtergevel vervangen door een schuifpui, de overige kozijnen door gemoffelde alumiunium kozijnen.
De VOORGEVELS van de vier woningen zijn georiënteerd op het zuiden en vormen een symmetrisch geheel, waarbinnen zowel de tussenpanden als de hoekpanden ten opzichte van elkaar zijn gespiegeld. De voorgevels van de hoekpanden worden gedomineerd door de uitbouwen, die onder een zadeldak dwars zijn ingestoken op het hoofdvolume. Deze uitbouwen hebben in de eerste laag oorspronkelijk een rechthoekig, verticaal ingedeeld stalen venster onder een segmentboog met vulstuk. Dit venster is bij pand nr. 60 bewaard gebleven, bij 66 vervangen door een ongeleed venster. De oorspronkelijke luiken met beslag zijn bij beide hoekpanden nog aanwezig. Deze uitbouwen lopen uit in een topgevel met houten beschot, waarin een verticaal ingedeeld rondboogvenster.
In het terugliggende voorgeveldeel een aanzienlijk rechthoekig zitkamervenster onder een korfboogvormige drukboog, een vulstuk en een decoratieve rollaag. De oorspronkelijke indeling met zijlichten is uitsluitend bij pand nr. 60 bewaard gebleven. Hierboven, in de tweede bouwlaag, een reeks van drie rechthoekige slaapkamervensters met segmentboogvormige drukboog. Beide tussenpanden hebben in de eerste laag van de voorgevel een rechthoekig zitkamervenster onder een korfboogvormige drukboog, een vulstuk en een decoratieve rollaag. Bij pand 64 is de oorspronkelijke indeling met zijlichten bewaard gebleven.
Daarnaast, verdiept in een afgeschuinde zandstenen lijst, de rechthoekige houten deur. Boven de deur een betonnen latei annex luifel en een korfboogvormig stalen bovenlicht met roedeverdeling in de vorm van een stralenkrans.
In de tweede bouwlaag een reeks van drie rechthoekige vensters met segmentboogvormige drukboog en twee ronde stalen vensters met kruisvormige indeling en waterspuwer. De ZIJGEVELS van Wieënweg 60 en 66 zijn onregelmatig ingedeeld en hebben een risalerend gevelvlak. In dit gevelvlak een rechthoekig studeerkamervenster met luik onder een segmentboogvormige drukboog en de verdiept geplaatste korfboogvormige houten entreedeur. Boven de entree, hoog onder het dakoverstek, een houten gevelbeschot en twee rechthoekige vensters. In het middendeel van de zijgevel drie hoge, smalle rechthoekige stalen trappenhuisvensters met glas-in-lood en een rechthoekig souterrainvenster. Rechts daarnaast, in de eerste laag, een rechthoekig stalen toiletvenster.
De ACHTERGEVELS van de hoekpanden risaleren ten dele. In de eerste laag van dit risalerende gevelvlak een rechthoekig keukenraam, waaruit bij pand nr. 66 de oorspronkelijke dubbele kruisvormige indeling is verdwenen. Daarboven, in de tweede laag, twee rechthoekige vensters onder een segmentboog. In de eerste laag van het terugliggende geveldeel een groot kozijn met dubbele terrasdeuren en zij- en bovenlichten met kleine roedeverdeling onder een segmentboogvormige strek en een vulstuk. Bij pand nr. 66 is dit kozijn vervangen door een schuifpui. In de tweede laag drie rechthoekige vensters onder een segmentboog.
De ACHTERGEVELS van de tussenpanden Wieënweg 62 en 64 hebben een uitgebouwde bijkeuken annex rijwielstalling van één laag onder een betonnen dakplaat. Deze bijkeuken is aan de terraszijde afgeschuind en voorzien van een rechthoekige houten buitendeur. Hoog onder de overstekende dakplaat twee rechthoekige vensters oorspronkelijk met dubbele verticale indeling. Bij pand nr. 62 zijn deze vensters vervangen door ongelede kozijnen. De rechthoekige houten deur van de voormalige rijwielstalling is bij pand nr. 64 nog aanwezig, bij pand nr. 62 is deze deuropening dichtgemetseld.
In de eerste laag van de achtergevel een rechthoekig, negenruits stalen keukenvenster onder een segmentboog. Bij pand nr. 62 heeft de keuken een rechthoekig, ongeleed aluminium vensterkozijn. Daarnaast een groot kozijn met dubbele terrasdeuren en zij- en bovenlichten met kleine roedeverdeling onder een segmentboogvormige strek en een vulstuk. Bij pand nr. 62 is dit kozijn vervangen door een aluminium kozijn, waarin de kleine roedeverdeling niet is gehandhaafd. In de tweede laag reeksen van drie en twee gekoppelde rechthoekige vensters, elk onder een segmentboog.
De gecombineerde BIJKEUKEN- EN GARAGE-UITBOUWEN van Wieënweg 60 en 66 hebben aan de straatzijde een dubbele, korfboogvormige houten garagepoort met beslag. Daarnaast, in de oksel met de zijgevel, een rechthoekig oorspronkelijk verticaal ingedeeld bijkeukenvenster. Op de hoek van de blinde garage-zijgevel van Wieënweg 66 is een steunbeer geplaatst. In de achtergevel van de bijkeuken een rechthoekige deur met bovenlicht, in de korte zijgevel van de garage een verticaal ingedeeld venster.
In de achtergevel van de garage bij Wieënweg 60 een rechthoekige houten deur.
In hoogte afnemende bakstenen ERFSCHEIDINGSMUUR met ezelsrug tussen de garages naast Wieënweg 60. De voortuinen worden omgeven door een lage bakstenen muur met ezelsrug. De achtertuinen van de tussenwoningen zijn vanaf de achtergevels deels gescheiden door een bakstenen muur.
De INTERIEURindeling van pand nr. 60 is op enkele punten aangepast: de badkamer is in een voormalige slaapkamer ingericht, de oorspronkelijke badkamer is gewijzigd; tussen de woon- en zitkamer geen schuifdeuren meer, de muurkasten tegen de tussenwanden zijn nog aanwezig. Voor het overige is het interieur van pand nr. 60 in hoge mate gaaf bewaard gebleven. Pand nr.62 heeft geen indeling in kamers-en-suite meer, één deur tussen gang en voorkamer is gedicht. De muur tussen bijkeuken en rijwielstalling is gesloopt. Bij pand nr. 64 is de indeling met kamers-en-suite er niet meer, één deur naar de gang is gedicht. Bij pand nr. 66 zijn de schuifdeuren tussen de woon- en zitkamer verwijderd.
Waardering
De ingenieurswoningen aan de Wieënweg zijn van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische en typologische ontwikkeling. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door de traditionele bouwstijl, door het belang van de woningen voor het oeuvre van architect Wielders, de esthetische kwaliteiten van diens ontwerp, het materiaalgebruik en de ornamentiek.
De woningen vormen een belangrijk onderdeel van het uitgestrekte, sterk hiërarchisch ingerichte woongebied in de onmiddellijke nabijheid van de terreinen van de voormalige Staatsmijnen Emma en Hendrik. Als zodanig zijn de ingenieurswoningen een bijzondere uitdrukking van de wijze van bouwen van bedrijfswoningen in Nederland, waarbij in de mijnstreek meer dan elders in Nederland het aanzien van de bewoner binnen het bedrijf tot uitdrukking werd gebracht.
Als gevolg van de specifieke situering zijn de ingenieurswoningen ten zeerste verbonden met de ontwikkeling en uitbreiding van de mijnstreek in het algemeen en Brunssum in het bijzonder. De woningen zijn van belang voor het aanzien van de mijnstreek en beschikken over een historisch-ruimtelijke relatie met de regionale bodemgesteldheid en de inmiddels geruimde mijnterreinen.
De woningen zijn van belang vanwege de van redelijk tot hoog variërende architectonische gaafheid en zijn van waarde voor de structurele en visuele gaafheid van de bebouwde omgeving. Bovendien beschikken de ingenieurswoningen over een redelijke architectuurhistorische zeldzaamheidswaarde; daarnaast in nationaal perspectief over een aanzienlijke typologische en functionele zeldzaamheidswaarde.
Het algemeen belang van de woningen wordt bepaald door de combinatie van de hierboven aangehaalde overwegingen.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Het complex INGENIEURSWONINGEN WIEëNWEG dateert uit 1941 en is gebouwd in opdracht van de Staatsmijnen in Limburg. Deze 16 ingenieurswoningen werden in een achttal varianten ontworpen door architect Joseph Wielders uit Sittard. De woningen zijn, verdeeld over zes eenheden met een grote architectonische variëteit, in lineair verband langs de Wieënweg gesitueerd. Vanwege deze locatie waren deze woningen op korte afstand van zowel de staatsmijn Emma als de staatsmijn Hendrik gelegen, waardoor op bijzondere wijze uiting werd gegeven aan de maatschappelijke status van de bewoners.
De vier tussengelegen en teruggerooide eenheden bestaan uit twee-onder-één-kap woningen. Twee eenheden tellen vier woningen onder één kap. Daarbij zijn de volgende typecombinaties toegepast: 7-8-8-7 (Wieënweg 36-42); 3-4 (Wieënweg 44-46); 1-2 (Wieënweg 48-50, 52-54, 56-58) en 5-6-6-5 (Wieënweg 60-62-64-66). Alle woningen hebben voor- en achtertuinen. Bakstenen erfscheidingsmuurtjes met ezelsrug. De achtertuinen aan de noordzijde hellen af in de richting van het voormalige mijnspoor tussen de staatsmijnen Emma en Hendrik. Dit mijnspoor is na de sluiting van de mijnen verdwenen.
De ingenieurswoningen zijn gebouwd in een traditionele landhuisstijl, waarbij zowel streekgebonden bouwmaterialen als stalen vensterkozijnen zijn toegepast. De tuinaanleg en de beplanting werd oorspronkelijk door de Staatsmijnen op uniforme wijze gerealiseerd en in stand gehouden. Het laatste is als zondanig niet meer herkenbaar.
Van bescherming UITGESLOTEN zijn alle sedert 1941 gerealiseerde aan- en bijbouwen.
Waardering
Het complex Ingenieurswoningen Wieënweg is van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische en typologische ontwikkeling. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door een door grensoverschrijdende invloeden bepaalde traditionele bouwstijl, door het belang van het complex binnen het oeuvre van architect Wielders, de esthetische kwaliteiten van het geheel, het materiaalgebruik en de ornamentiek. De woningen vormen een belangrijk onderdeel van het uitgestrekte, sterk hiërarchisch ingerichte woongebied in de onmiddellijke nabijheid van de terreinen van de voormalige Staatsmijnen Emma en Hendrik. De woningen zijn als zodanig een bijzondere uitdrukking van de wijze van bouwen van bedrijfswoningen in Nederland, waarbij in de mijnstreek meer dan elders in Nederland het aanzien van de bewoner binnen het bedrijf tot uitdrukking werd gebracht.
Als gevolg van deze specifieke situering zijn de ingenieurswoningen ten zeerste verbonden met de ontwikkeling en uitbreiding van de mijnstreek in het algemeen en Brunssum in het bijzonder. De woningen zijn van belang voor het aanzien van de mijnstreek en beschikken over een historisch-ruimtelijke relatie met de regionale bodemgesteldheid en de inmiddels verdwenen mijnterreinen.
Het complex is van belang vanwege de architectonische gaafheid, de architectonische kwaliteit van de samenstellende onderdelen en is van belang voor de structurele en visuele gaafheid van de bebouwde omgeving.
Bovendien beschikken de ingenieurswoningen over een redelijke architectuurhistorische zeldzaamheidswaarde; daarnaast in nationaal perspectief over een aanzienlijke typologische en functionele zeldzaamheidswaarde.
Het algemeen belang wordt bepaald door de combinatie van de hierboven aangehaalde overwegingen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Dienstwoning(K4) | Woningen en woningbouwcomplexen | Dienstwoning(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Wieënweg | 60 | – | 6445 CE | Brunssum | – | – | Ja |
Wieënweg | 62 | – | 6445 CE | Brunssum | – | – | – |
Wieënweg | 64 | – | 6445 CE | Brunssum | – | – | – |
Wieënweg | 66 | – | 6445 CE | Brunssum | – | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 4952 | – | Brunssum |
– | B | 4157 | – | Brunssum |
– | B | 4159 | – | Brunssum |
– | B | 4126 | – | Brunssum |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1941 | 1941 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Wielders, Jos. ; Limburg | architect / bouwkundige / constructeur | – |
Staatsmijnen ; Limburg | opdrachtgever | – |