Sluizencomplex St. Josephstraat, Haghorst
Inleiding.
SCHUTSLUIS nummer IV, aangelegd in 1923, uitgevoerd als bajonetsluis.
Hoewel de ontwikkeling van electromotoren in een beginstadium verkeerde, werden alle sluizen toch met dergelijke motoren uitgerust.
De sluisdeuren zijn in 1965-1966 vernieuwd.
Omschrijving.
De schutsluis bestaat uit een bajonetsluis met boven- en beneden sluishoofd. Het geheel is utilitair uitgevoerd, zonder decoratie. De sluishoofden zijn van machinale baksteen met afgeronde granieten hoekblokken en dekstenen. Er zijn bovendien ter versterking gietstalen aanslaglijsten aanwezig. Elk sluishoofd heeft twee stel vernieuwde houten puntdeuren, waarop een loopbrug met reling. De deuren zijn voorzien van gietstalen halsbeugels die middels stangen zijn verbonden met door elektromotoren aangedreven panamawielen. Deze panamawielen bevinden zich in de trottoirs langs de schutkolken. De kassen waarin de wielen zich bevinden zijn afgesloten door stalen luiken.
Aan de bovenzijde zijn de schutwanden voorzien van betonnen dekzerken met gietstalen aanslagstijlen. Langs de schutkolken liggen betegelde trottoirs, waarin een groot aantal vaste bolders is geplaatst.
Het vullen en ledigen van de schutkolken voltrekt zich via omloopriolen die in de gemetselde sluiswanden zijn aangebracht: deze zijn af te sluiten met behulp van electrisch bediende cilinderschuiven. Bij de hierboven beschreven draaibare bolders bevinden zich ook cirkelvormige stalen afdekplaten voor de plaatstalen kokers waarin de electrisch bediende cilinderschuiven zijn geplaatst waarmee de omloopriolen worden bediend. Voor de ingang van sluis zijn remmingwerken en meerstoelen geplaatst uit ca. 1923, waar de schepen tijdens het wachten konden aanmeren.
Waardering.
De schutsluis is van algemeen belang. Het object heeft cultuurhistorische waarden als uitdrukking van een sociaal-economische ontwikkeling door het creëren van een oost-westverbinding door middel van de aanleg van een kanaal in het zuiden van Nederland. Het is tevens van belang als bijzonder voorbeeld van een technische ontwikkeling, onder meer de vroege toepassing van electromotoren. Het heeft ensemblewaarden als onderdeel van een groter geheel, namelijk de infrastructuur samenhangend met het Wilhelminakanaal. De sluis is gaaf bewaard gebleven, in samenhang met de nog aanwezige oorspronkelijke aanleg en de structurele en visuele gaafheid van het gehele complex.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding.
Het complex bestaat uit de SCHUTSLUIS (1), de BRUG (2), het SCHAKELHUIS-POMPSTATION (3) en de SPUISLUIS (4). Het bijbehorende sluiswachtershuisje wordt buiten beschouwing gelaten, omdat deuren en vensters op storende wijze vernieuwd zijn. De onderdelen stammen uit 1923, met uitzondering van de spuisluis, die in 1929 is aangelegd. De sluis is van het schutsluistype en heeft nummer IV van een reeks die oorspronkelijk vijf sluizen telde. Het complex is gelegen over het Wilhelminakanaal, dat gegraven werd van 1909 tot 1923 als verbinding tussen de Zuid-Willemsvaart en de Mark. Het werd aangelegd als een der vijf sluizen die dienden ter overbrugging van een verval van 15 meter.
Schuiven en deuren werden electrisch bediend, het benodigde water voor het schuuten werd gewonnen uit de Zuid-Willemsvaart, aangevuld met pompstations nabij de sluizen. Het geheel ligt aan de rand van Haghorst, een plaatsje dat door de aanleg van het kanaal en het sluiscomplex een bescheiden ontwikkeling doormaakte. Het complex wordt omgeven door een groot aantal fors uitgegroeide loofbomen. De stijl van de sluis en brug is puur functioneel, het pomphuis heeft Berlagiaanse elementen en de spuisluis heeft een zakelijke, Functionalistische stijl en lijkt een verkleinde vorm van het latere stuwcomplex te Lith. De voorgedrukte en gestandaardiseerde bouwtekeningen zijn gesigneerd door ir. C.L. Schuller tot Peursum.
Waardering.
Het complex is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarden als uitdrukking van een sociaal-economische ontwikkeling door het creëren van een oost-westverbinding door middel van de aanleg van een kanaal in het zuiden van Nederland. Het complex is tevens van belang als bijzonder voorbeeld van een technische ontwikkeling, onder meer de vroege toepassing van electromotoren. Het heeft architectuurhistorische waarden door de sobere, onder meer aan de Overgangsstijl gerelateerde vormentaal. Het heeft ensemblewaarden als onderdeel van een groter geheel, namelijk de infrastructuur samenhangend met het Wilhelminakanaal. Het geheel is gaaf bewaard gebleven, met name de nog aanwezige oorspronkelijke aanleg en de structurele en visuele gaafheid van het gehele complex.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Doorlaatbrug | Weg- en waterbouwkundige werken | Brug(C) | oorspronkelijke functie | – |
Schutsluis | Weg- en waterbouwkundige werken | Waterkering en -doorlaat | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Moergestelseweg | 2 | – | – | Haghorst | – | BY | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Weg- en waterbouwkundige werken | Brug(C) | – | Ophaalbrug (C) |
Weg- en waterbouwkundige werken | Waterkering en -doorlaat | – | Gekoppelde sluis |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | N | 1658 | – | Hilvarenbeek |
– | N | 1878 | – | Hilvarenbeek |
– | N | 1659 | – | Hilvarenbeek |
– | N | 1622 | – | Hilvarenbeek |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1923 | 1923 | Sluis en brug uit 1923 | vervaardiging |