Inleiding

Op het landgoed De Bunthorst- De Groote Slink, dat in de huidige vorm en aanleg uit de periode ca. 1910-ca. 1930 dateert, staat, aan de Particuliere Weg, de voormalige DIENSTWONING van de tuinman van De Groote Slink, daterende uit omstreeks 1910. Thans is het huis in gebruik als vakantiewoning.

Omschrijving

Het onderkelderde eenlaags woonhuis heeft een T-vormige plattegrond, die door een uitbreiding in de zuidoostelijke hoek omstreeks 1925 is gewijzigd in een L-vormige plattegrond.

Het huis wordt gedekt door een samengesteld zadeldak met betonnen sneldekkers. De gevels zijn opgetrokken in baksteen.

Het bovenste deel van de gevels is bepleisterd. De dakgoot is middels houten klampen in de muur bevestigd.

In de straatgevel is in het terugliggende deel een voordeur met vierruits licht, met er naast een klein venster, afgesloten met een opgeklampt luik, waarachter waarschijnlijk een vierruits licht. In het rechter (= zuidelijke) deel van de straatgevel is het oorspronkelijke venster uitgebroken en vervangen door een paar vernieuwde openslaande deuren, waarvan de zesruits bovenlichten oorspronkelijk zijn. Bijzonder is de bovenliggende versiering in het metselwerk: de overgang naar het bovenliggende driedelige venster in de topgevel wordt gevormd door een naar boven sterk verjongend, in het pleisterwerk terugliggend, gemetseld veld van gele baksteen. Het middelste deel van het driedelige zoldervenster heeft een vierkant bovenlicht.

De zuidelijke zijgevel heeft een halfvenster met luik, die het vierruits bovenlicht niet bedekt. Er boven hangt een oorspronkelijke klok. De achtergevel heeft dezelfde indeling als de voorgevel. Op de plaats van de vernieuwde deuren is hier de oorspronkelijke situatie bewaard gebleven: twee brede en hoge keldervensters, elk voorzien van vier dievenklauwen, waarboven twee openslaande vensters. De overgang naar het driedelige zonldervenster in de topgevel wordt ook hier, zoals in de voorgevel, gevormd door een terugliggend veld met ornamentaal metselwerk. In het uitspringende deel in de noordelijke gevel een halfvenster met luik en vierdelig bovenlicht, in de zijgevel eenzelfde vensterpartij als in de overige gevels: een tweedelig openslaand venster met zesruits bovenlicht, waarboven het ornamentale veld met geel siermetselwerk en driedelig zoldervenster. Op het zuidelijke dakschild staat een kleine houten dakkapel met T-schuifvenster met achtruits bovenlicht, onder klein lessenaardak. De oorspronkelijke indeling van het interieur is grotendeels gehandhaafd; boven de kelder bevindt zich een opkamer, terwijl aan de straatzijde een woonkamer is. Vanuit de woonkamer leidt een trapje naar de opkamer. In de noordelijke uitbouw is de keuken en de trap naar de zolderverdieping gesitueerd. De aanbouw uit omstreeks 1920 biedt plaats aan een toilet en een badkamer.

Waardering

De dienstwoning heeft algemeen belang. Het huis heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een culturele, geografische en landschappelijke ontwikkeling, namelijk de ontginning van de Peel door particulieren in der periode kort na 1900. Het is van belang voor de geschiedenis van de architectuur en de tuinkunst, door de toepassing van landelijke en Traditionele stijlvormen. Het heeft ensemblewaarden wegens de situering, verbonden met de ontwikkeling van de Peel na 1900 en is van bijzondere betekenis wegens de relatie met groenvoorzieningen, wegen, wateren en bodemgesteldheid.