Koninklijke Verenigde Leder, Oisterwijk
Inleiding.
In het zuidoostelijke deel van het terrein bevindt zich het oudste gebouw van de fabriek, bestaand uit twee gekoppelde bouwlichamen. Het dateert uit de jaren 1918-1921 en werd ontworpen door architect Henri Biggelaar.
Het betreft hier een tweelaags gebouw onder een zadeldak uit 1918, waarin zich een MAGAZIJN bevond met daarin een KANTOORGEBOUW, een KLEEDGELEGENHEID en een KANTINE. In 1921 werd daar een eenlaags bouwvolume aan vastgebouwd dat eveneens als MAGAZIJN en KANTOORGEBOUW ging dienen.
De voorgevel, aan de zuidkant, ligt aan een klein grasveld. Alle vier de gevels van het gebouw liggen vrij. Het gebouw is opgetrokken in een zakelijke stijl die elementen vertoont van het Traditionalisme met een enkel - uit latere tijd daterend - expressionistisch detail. In het in 1918 gebouwde deel bevond zich oorspronkelijk in de voorgevel een kantoorgedeelte. De overige vertrekken waren opslagplaatsen van leder, huiden en chemicaliën. Aan de achterzijde bevond zich een kleedkamer voor het personeel en een schaftlokaal. De functie-indeling van de aanbouw uit 1921 kwam hiermee grotendeels overeen. Aan de zuidzijde kantoorvertrekken en aan de noordzijde magazijnen. De voorgevel is in later tijd nieuw opgemetseld. De vensters en deuren (met oorspronkelijk hijsluiken op de verdieping) zijn vervangen. De kleine schoorsteen aan de zuidzijde is verdwenen. Om tegemoet te kunnen komen aan de in de loop der jaren veranderde functie-eisen is het gebouw op diverse plaatsen enigszins gewijzigd (nieuwe toegangspoorten, vensters dichtgemetseld, etc.). In het gebouw is nu de bedrijfskantine gevestigd. Verschillende ruimten worden nog voor opslag gebruikt.
Omschrijving.
Op een rechthoekige plattegrond liggen twee gekoppelde bouwlichamen. Aan de oostzijde een tweelaags bouwvolume onder een zadeldak met muldenpannen. Topgevels bekronen de voor- en achterzijde van het pand. De zijgevels worden onder het dak afgesloten met een bakgoot op klossen. Op het dak een kleine schoorsteen en op het rechterdakschild aan de achtergevel een tot net onder de topgevel oprijzende daktoren. In de dakschilden verschillende klapraampjes. Aan de westzijde een eenlaags bouwvolume onder een plat dak afgedekt met bitumen. In het dak vier -later afgeplatte- daklichten. Het gebouw heeft dragende bakstenen muren waarvan de travee-indeling bepaald wordt door het inwendige ijzerskelet met breedflens profielijzers. Houten secundaire balken en vloerdelen vormen de vloeren. Op de vernieuwde voorgevel na is het gebouw opgetrokken met een uit België afkomstige oranjekleurige baksteen in diverse kleurschakeringen, gemetseld in Vlaams verband. De symmetrische voorgevel, nieuw opgemetseld in een donkerbruine steen in kruisverband, telt op de begane grond vijf traveeën met nieuwe 1-ruitsvensters met een klapraam erboven onder een strek. Bij het tweelaagse bouwvolume repeteren deze vensters zich in de tweede bouwlaag en in het gevelveld sluit een identiek venster de gevel af. Licht uitkragend metselwerk omlijst de voorgevel en geveltop, bij de afgeplatte en met natuursteen beklede tuitgevel met een klimmende lijst. In de gevel een achttal muurankers.
De achtergevel is op de begane grond overeenkomstig ingedeeld. Aan weerszijden van de deur zitten openslaande houten 6-ruits ramen met 2-ruits klapramen erboven. De meeste vensters hebben een bakstenen afzaat. In het eenlaagse bouwvolume bevindt zich een mogelijk latere, met profielijzer overspannen poort met een dubbele beglaasde deur en daarnaast een vast raam met 8- ruitsbovenlicht. Op de verdieping twee klapraampjes. Het silhouet van de tuitgevel wordt doorbroken door de daktoren. In de muur diverse muurankers.
De oostelijke rechterzijgevel bestaat uit negen ongelijke traveeën, gedeeltelijk overeenkomend met de spaarnissen die ontstaan doordat de gevel is verdikt op die plaatsen waar het inwendige profielijzer in het muurwerk rust. In de gevel zijn deuren, poorten en vele typerende vensters ingebouwd. De toegangen liggen in het verlengde van de toegangen van de belendende ververij. Op de begane grond twee deuren, waarvan één op expressionistische wijze wordt omlijst en gedecoreerd met geometrisch houten raamwerk, siermetselwerk en ijzerwerk, waarschijnlijk rond 1925 in de gevel ingebouwd. Verder twee poorten hangend aan een rolconstructie, met respectievelijk een tweedelige en ééndelige poortdeur. Op de verdiepingslaag in de tweede travee een kruiskozijn met in elk kozijnvak een houten 16-ruits raam. In de derde travee een dubbel houten luik met beweegbare schoepen als zonwering en voor ventilatie.
Volgens de ontwerptekeningen van Biggelaar was het oorspronkelijk de bedoeling de gehele bovenverdieping van deze luiken te voorzien. Of dit in eerste instantie ook is gebeurd is onzeker, maar gezien het gebruik van het gebouw als lederopslagplaats kan dit zeker mogelijk zijn geweest. Verder vaste houten 16-ruitsramen met 16-ruits tuimelramen of vaste 16-ruitsramen erboven. Onder de ramen een bakstenen afzaat. Overigens in de gevel onder andere vaste ramen met 8-ruits klapraam erboven en 16-ruits stolpramen. In de laatste travee aan de zuidzijde bevindt zich de daktoren, alwaar zich in de derde bouwlaag een hijsluik bevindt. In de gevel diverse muurankers. Ook de westelijke linkergevel wordt opgedeeld in negen ongelijke traveen. Op de verdieping bevinden zich in de spaarnissen veel verschillende vensters, zoals 32-ruitsvensters met 32-ruits bovenlichten. In de gevel diverse muurankers. Op de begane grond (onderdeel van het eenlaagse bouwvolume) vallen met name de centrale traveeën op, waarin de muurnissen door middel van profielijzers geheel geopend worden voor grote raampartijen. De ramen in deze gevel zijn gedeeltelijk voorzien van houten rolluiken.
Waardering
Het object is van algemeen belang omdat het als oudste (en nog in gebruik zijnde) onderdeel binnen het hele fabriekscomplex een grote cultuurhistorische waarde bezit. Het is van belang als vroege manifestatie van een sociaal-economische ontwikkeling, de opkomende leerindustrie tijdens de Eerste Wereldoorlog. Verder is het object van industrieel-archeologisch belang als een bijzondere uitdrukking van een technische en typologische ontwikkeling. Het gebouw geeft een goede indruk van de functionele opzet van een kleine, compacte leerfabriek uit het begin van de twintigste eeuw.
Het object bezit ook een architectuurhistorische waarde op grond van de toegepaste constructietechniek en de gehanteerde stijlvorm. Verder zijn de ensemblewaarden van belang. Het object is onderdeel van een groter geheel dat van nationaal belang is.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding.
Ten noorden van de spoorlijn Tilburg-Boxtel is op een steenworp afstand van het centrum van Oisterwijk gelegen de 'N.V. Lederfabriek Oisterwijk', thans geheten de 'Koninklijke Verenigde Leder B.V.' De grote vraag naar leer, alsmede de gunstige infrastructurele ligging van het terrein aan uitvalsweg en spoorweg deden Chris van der Aa en Jan Vermetten op 27 oktober 1916 besluiten in Oisterwijk een leerfabriek op te richten volgens de destijds modernste productiemethoden. Met gebruikmaking van het toen revolutionaire chroomlooiingsproces wilde men kalfsleer, lakleer en suèdekalfsleer produceren.
De fabriek ligt aan de Almystraat, een afkorting van 'Amsterdamse Ledermaatschappij', verwijzend naar het bedrijf dat de fabriek in Oisterwijk in 1920 overnam. In de jaren twintig van de 20ste eeuw maakte de fabriek een snelle groei door, hetgeen geleid heeft tot veranderingen in de bestaande structuren en de totstandkoming van nieuwe gebouwen. Op het terrein werd een spoorwegnet aangelegd, zodat goederen per spoor konden worden aan- en afgevoerd. Begin jaren dertig van de 20ste eeuw was de fabriek de grootste overlederfabriek van Europa, en ondanks de slechte economische situatie wist de fabriek een vooraanstaande plaats op ledergebied te behouden. Ten behoeve van de veiligheid en het welbevinden van personeel en bedrijf werden door een vooruitstrevende bedrijfsleiding diverse voorzieningen getroffen. Zo waren er onder andere een eigen Rode Kruisinrichting met ongevallendienst, een op het terrein gehuisveste eigen bedrijfsbrandweer, een eigen bedrijfsturnhal, een sportpark met voetbalclub en goedkope woningbouw voor de arbeiders van de fabriek. De voor bescherming in aanmerking komende objecten zijn in de loop der jaren door drie verschillende architecten gebouwd; Henri Biggelaar, de Duitse architect Fr. Hildner en O. Triebel. Voor het ontwerp van de diverse onderdelen vormden rationalistische uitgangspunten over het algemeen de basis. Stilistisch zijn invloeden herkenbaar uit het Traditionalisme, het (Kubistisch) Expressionisme en het Functionalisme.
Omschrijving.
Voor bescherming komen zes onderdelen in aanmerking: allereerst het oudste gebouw, dat oorspronkelijk voornamelijk als MAGAZIJN diende met daarin een KANTOORGEBOUW, KANTINE en KLEEDGELEGENHEID uit 1918-1921 (1). Dit gebouw bevindt zich in het zuidoostelijke deel van het huidige fabrieksterrein, enigszins teruggelegen van de Almystraat en met de nokrichting loodrecht op deze straat. Ten tweede het MACHINEGEBOUW met KETELHUIS (2). Dit object dateert uit 1924 en vormt het meest noordelijk gelegen onderdeel van het te beschermen fabriekscomplex. Ten derde een deel van de grote U-vormige PRODUCTIEHAL/DROGERIJ/MAGAZIJN met voormalig KANTOORGEBOUW uit 1924-1925 (3), centraal gelegen op het terrein. Vervolgens de in het zuidwesten, pal naast de Almystraat gelegen voormalige BRANDWEERGARAGE uit 1925 (4). Verder het hier vlak achter gelegen KANTOORGEBOUW met MAGAZIJN uit de jaren 1924-1928 (5). Dit gebouw ligt grotendeels met de gevel evenwijdig aan de Almystraat. Ten slotte het GEDENKTEKEN uit 1941 (6), dat zich op een grasveldje aan de Almystraat bevindt, vlak voor de kopgevel van object 1. De gebouwen zijn vandaag de dag gesitueerd op het, sinds eind 2001 niet meer in gebruik zijnde, voormalige bedrijfsterrein, dat overigens als terrein buiten de bescherming valt.
Waardering.
Het complex is van algemeen belang omdat het cultuurhistorische waarden bezit. Het vormt een bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische ontwikkeling. De fabriek, de grootste in Europa in de jaren dertig van de 20ste eeuw, illustreert de ontwikkeling van de onder invloed van de Eerste Wereldoorlog explosief gegroeide lederindustrie. De talrijke voorzieningen die de bedrijfsleiding voor het welbevinden en de veiligheid van het eigen personeel had getroffen, illustreren het pionierskarakter van het bedrijf. Verder is het complex in industrieel-archeologisch opzicht van belang als een bijzondere uitdrukking van een technische en typologische ontwikkeling, daar het een goed beeld geeft van een gefaseerd uitgebreide, in de kern traditionele leerfabriek. Voorts bezit het complex architectuurhistorische waarden. Het is van belang voor de geschiedenis van de architectuur en de bouwtechniek, op grond van de grote verscheidenheid aan in de diverse objecten toegepaste constructietechnieken en gehanteerde stijlvormen. Verder is het complex van bijzonder belang voor het oeuvre van de verscheidene betrokken architecten. Het complex bezit ook ensemblewaarden. De situering is van belang daar het fabrieksterrein van invloed is op de ontwikkeling van de dorpskern. Verder is de historisch-ruimtelijke relatie met wegen en spoorweg -waarbij treinen over het terrein reden- van belang. Tot slot heeft de fabriek zeldzaamheidswaarde. Het complex is van belang vanwege de bouwtechnische, typologische en functionele zeldzaamheid.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Magazijn | Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen | Opslag | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Almystraat | 10 | A | 5061 PA | Oisterwijk | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 7569 | – | Oisterwijk |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1918 | 1921 | – | vervaardiging |
1925 | 1925 | – | verbouwing |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Biggelaar, H. ; Noord-Brabant | architect / bouwkundige / constructeur | – |