Bredaseweg 106, Oosterhout

Inleiding.

Ten zuidwesten van de Oosterhoutse dorpskom is gesitueerd de voormalige "N.V. Noord-Brabantsch-Beiersch BIERBROUWERIJ De Gekroonde Bel". De brouwerij bevindt zich op een aan de Bredaseweg gelegen industrieterrein, dat overigens buiten de bescherming valt. Het voor bescherming in aanmerking komende deel van de brouwerij is prominent aan de Bredaseweg gesitueerd, in de nabijheid van de voormalige tramlijn Breda-Oosterhout, en bestaat uit een MACHINEHUIS met aangrenzend BROUWHUIS en KANTOORGEBOUW. De voormalige brouwerij werd ontworpen in 1901 door architect J. Verheul Dzn. (Rotterdam) in een Overgangsstijl met detaillering in sobere Art Nouveau. De tegeltableaus zijn vervaardigd in de fabriek Holland te Utrecht. De bouwstijl van de landelijk bekende architect J. Verheul (1860-1948) ontwikkelde zich van een op de renaissance gebaseerde architectuur via een Hollandse variant van de Art Nouveau naar een op het Berlagiaanse rationalisme geïnspireerde architectuur.

De brouwerij trad in de loop van 1901 in werking en werd al snel een succes. Tussen 1906 en 1912 liet de gemeente Oosterhout het Wilhelminakanaal graven in de onmiddellijke nabijheid van de brouwerij waardoor de bereikbaarheid nog verbeterde. Vanaf 1923 werden er ook chemische en farmaceutische producten gemaakt. In 1927 gingen de zaken zo slecht dat de brouwerij even later haar poorten moest sluiten. De fabriek werd verkocht aan een bierbottelarij. Diverse functiewijzigingen volgden in de hieropvolgende jaren. Thans wordt de brouwerij als bedrijfs- en kantoorruimte gebruikt. De interieurs zijn grotendeels gewijzigd en gemoderniseerd en de oorspronkelijke apparatuur is verdwenen. Toch zijn in de uiterlijke verschijngsvorm de typerende karakteristieken van een middelgrote, moderniserende stadsbrouwerij bewaard gebleven.

De N.V. Noord-Brabantsch-Beiersch Bierbrouwerij "De Gekroonde Bel" is het resultaat van een fusie tussen de (voorheen aan de Heuvelstraat gevestigde) brouwerij van de familie Smits uit Oosterhout en de brouwerij van de heer Oomen en de gebroeders Van Dijk uit Heusdenhout. De organisatievorm van een Naamloze Vennootschap was vrij zeldzaam bij de tot ver in de twintigste eeuw voornamelijk als familiebedrijf gerunde brouwerijen en is kenmerkend voor de schaalvergroting in de branche rond de eeuwwisseling. De brouwerij legde zich voornamelijk toe op de productie van ondergistend 'Beiers' bier, een nieuwe uit Duitsland afkomstige productiemethode die na 1885 snel populair werd door het succes dat Heineken ermee had. Daarnaast bleef men ook bovengistende bieren produceren. Het voor het brouwproces benodigde water betrok men door middel van een op 1 kilometer afstand van het industrieterrein gelegen pomp die het heldere grondwater via een pijpleiding bij de brouwerij bracht.

Omschrijving.

Het beschermde deel van de met pseudo-handvorm baksteen in kruisverband gemetselde brouwerij beslaat een samengestelde plattegrond. Het voormalige machinehuis is bewust in het midden gesitueerd en bestaat uit een eenlaags volume op rechthoekige plattegrond (16,6 m. lang, 9,2 m. breed en 6 m. hoog) onder plat met een borstwering aan de straatzijde. De uitbouwen aan de achterzijde (voormalige ketelhuizen uit 1935 en 1941 op de plaats van het oorspronkelijke ketelhuis) vallen buiten de bescherming.

De zich vanuit het machinehuis naar alle fabrieksruimten vertakkende leidingen konden door de centrale ligging zo kort mogelijk gehouden worden. Symmetrische, drie traveeën brede straatgevel. Drie grote rondbogige vensters (waarin nu nieuwe kozijnen in oude vorm), omlijst met bakstenen archivolten op hardstenen aanzetstenen en met hardstenen afzaten, zorgden voor voldoende ventilatie en daglicht. In de penanten (dichtgezette) getoogde ventilatie-openingen onder strekken. Onderlangs de gevel een hardstenen plint waarboven geometrisch siermetselwerk.

Bovenlangs de gevel een balustrade met natuurstenen kantelen, siermetselwerk, verspringende casementen en (in de bouwtijd met opschriften gesierde) gevelvelden. De zoldering bestaat uit houten balken met een stalen onderslagbalk met I-profiel die over de gehele lengte van de ruimte loopt, slechts geschraagd door twee gietijzeren, zich verjongende kolommen met aangegoten vierdelige consoles.

Aan de zuidzijde grenst het voormalige brouwhuis, een loodrecht op de Bredaseweg gelegen hoog volume op rechthoekig grondplan (10 x 12 x ca. 20 m.) met twee bouwlagen en een kapverdieping onder een zadeldak tussen topgevels met gekanteelde schouderstukken en decoratieve gevelbekroning. Bakgoten op natuurstenen consoles. Twee- en eenlaags aan- en uitbouwen aan de achterzijde vallen buiten de bescherming.

Op de begane grond werd gebrouwen. Zeer hoge, verdiept gelegen rondbogige vensters (met nieuwe kozijnen in oude vorm) in de straatgevel en in de zuidgevel zorgden voor verkoeling in het hete brouwhuis en voor de toetreding van voldoende daglicht. De vensters worden geflankeerd door getoogde, deels dichtgezette openingen met gietijzeren ventilatieroosters. Een tegen de achtergevel geplaatste, achtzijdige schoorsteen zorgde voor de afvoer van emissies. De zoldering van de brouwruimte, die het zware bovengelegen koelschip moest dragen, bestaat uit een bakstenen troggewelf tussen I-vormige profielbalken over de lengte van het gebouw met over de breedte een uit twee gekoppelde profielbalken samengestelde onderslagbalk, in het midden geschoord door een kolossale gietijzeren kolom met aangegoten vierdelige console. In het koelschip op de tweede bouwlaag kon de hete wort afkoelen. Het koelschip was op grote hoogte gelegen om weinig last te hebben van het op de begane grond rondzwervend straatvuil en is aan de buitenzijde herkenbaar aan de langwerpige gevelopeningen met deels versoberde schuifvensters en diverse ventilatieroosters zoals voornoemd. Onder de kap bevond zich de moutzolder voor de opslag van de van elders aangevoerde mout. De vrijwel symmetrisch opgezette gevels worden verder verlevendigd en geleed door siermetselwerk en friezen met verspringende casementen, zoals ook bij het machinehuis. In de topgevel aan de straatzijde een versoberd tweehonderd tegels tellend polychroom tableau met een afbeelding van een kuip met gereedschap en hopbellen rondom.

Aan de noordzijde van het machinehuis grenst het representatieve voormalige kantoorgebouw. Het evenwijdig aan de weg gelegen volume beslaat een rechthoekige plattegrond en is opgebouwd uit een souterrain, twee bouwlagen en een kapverdieping onder een met Tuile du Nord-pannen gedekt zadeldak. Hoekoverbouwing in de oksel van machinehuis en kantoorgebouw in de vorm van een vierkant uitpuntende traptoren op een kwartronde voet. De toren wordt bekroond met een tentdakje, gedekt met geschubde daktegels. De kwartronde voet bestaat uit een gebogen stalen latei op kraagstenen en een polychroom bakstenen troggewelf tussen profielbalken. Aan de achterkant is het torenvolume verbonden met een tweelaags uitbouw onder plat over de halve langsgevel aan de achterzijde van het gebouw. De overige aan- en uitbouwen aan de achtergevel vallen buiten de bescherming.

Straat- en kopgevels worden geleed en verlevendigd met detaillering zoals voornoemd. Aan de dakvoet een bakgoot op natuurstenen consoles. Symmetrische straatgevel van twee traveeën breed met in de vensterdam op de begane grond een trechtervormig polychroom tegeltableau met afbeelding van een gekroonde bel.

Onder de hoekoverbouwing aan de zuidelijke kopgevel bevindt zich bovenaan een driezijdig afgeschuinde trap de getoogde entree met een dubbele, beglaasde houten strokendeur. Noordelijke kopgevel met een zolderluik in de topgevel en een grote getoogde entree naar de lagerkelder voor het laden en lossen. Achtergevel met bakgoot op bloktandlijst en eenvoudige steekankers. Diverse nieuwe toegangsdeuren uit later tijd. Getoogde, driedelige kelderlichten (dichtgezet); bel-étage met versoberde rondbogige vensters en schuifvenster onder getoogde strek; verdieping met versoberde schuifvensters en stolpvensters met driedelig bovenlicht onder getoogde strekken en samengestelde vensters in de uitbouw aan de achterzijde.

Waardering.

Het frontgedeelte van de voormalige bierbrouwerij, bestaande uit een voormalig kantoorgebouw, machinehuis en brouwhuis, is van algemeen belang. Het object bezit cultuurhistorische waarden. Het is van belang als bijzondere uitdrukking van de sociaal-economische ontwikkelingen in de Noord-Brabantse brouwersbranche. Het is van belang voor de typologische ontwikkeling van de modernisering van de middelgrote brouwerijgebouwen aan het begin van de twintigste eeuw. Het object bezit architectuurhistorische waarden. Het is van belang voor de geschiedenis van de bouwtechniek. Daarnaast is het van belang binnen het oeuvre van de landelijk bekende architect Verheul. Verder is het van belang vanwege de esthetische kwaliteit van de architectonische compositie en de verfijnde detaillering en het ambachtelijke metselwerk van diverse onderdelen, zoals de hoekoverbouwing. Het object bezit ensemblewaarden. Het is van belang als beeldbepalend onderdeel van een historisch gegroeid industrieel ensemble aan de Bredaseweg. Daarnaast vanwege de functionele historisch-ruimtelijke relatie met de wegen, waterwegen en bodemgesteldheid in de onmiddellijke omgeving.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
520025
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Bierbrouwerij Boerderijen, molens en bedrijven Industrie oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Bredaseweg 106 4902 NS Oosterhout Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
N 2505 Oosterhout
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1901 1901 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Verheul Dzn, J. ; Noord-Brabant architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven