Zandpad 5, Nieuwersluis
Omschrijving complexonderdeel 2
De evenwijdig aan het Zandpad, nabij de brug over de Vecht gelegen MILITAIR SCHOOLGEBOUW c.q. PUPILLENSCHOOL, gebouw C, is gesitueerd aan de westzijde van de voormalige appèl- en exercitieplaats van het kazernecomplex. Het gebouw is in 1877-1878 gebouwd in neorenaissancestijl met classicistische kenmerken naar ontwerp van de Eerstaanwezend Ingenieur (E.A.I.) der Genie te Naarden L.J. Hielen. In 1936-1937 is het gebouw in dezelfde stijl met een verdieping verhoogd.
Het is een ondiep, langgerekt gebouw van 7 bij 46 meter met twee hoekpaviljoens. Het bestaat uit drie bouwlagen onder een zadeldak met de nok evenwijdig aan de weg aansluitend op een afgeplat schilddak, gedekt met gesmoorde tuiles du Nord. De goten zijn voorzien van geprofileerde gootlijsten. De voor- en achtergevel tussen de hoekpaviljoens zijn opgetrokken in grauwe baksteen in staand verband voorzien van een wit bepleisterde plint, waterlijst, banden en strekken boven de vensters met decoratief sluitsteenornament, die voor een horizontale geleding van de gevel zorgdragen.
De beide hoekpaviljoens voorzien van hoekpilasters en kroonlijst met gekoppelde consoles ter ondersteuning van de dakgoot, hebben een witgesausde bepleistering met aan de voor- en achterzijde imitatievoegwerk. In de voor- en achtergevel zijn negenruits vensters toegepast en in de zijgevels zesruits vensters. Op de begane grond en eerste verdieping zijn het grotendeels schuifvensters en op de tweede verdieping vensters met een naar binnen klappend bovenlicht.
De voorgevel (westzijde) is in totaal vijftien vensterassen breed met een symmetrisch ingedeelde middenpartij van elf vensterassen breedte, geflankeerd door een twee venstersterassen brede partij van de hoekpaviljoens. De centrale ingangspartij wordt geaccentueerd door een rijk versierde bepleisterde omlijsting bestaande uit pilasters met een frontonbekroning. Binnen de omlijsting bevindt zich op de begane grond een dubbele paneeldeur met roedenverdeeld bovenlicht en op de verdieping een zesruits venster met rondboog bovenlicht voorzien van smalle omlopende boven- en zijlichten. Aan weerszijden van de ingang zijn twee metalen wapenschilden aangebracht. Boven de deuren bevindt zich een cartouche, geflankeerd door schilddragende leeuwen op een console met de tekst "PUPILLENSCHOOL onder beschermheerschap van z.m. den Koning opgericht 27 januari 1877". Op de tweede verdieping is boven het fronton van de omlijsting een opzetstuk aangebracht met op de uiteinden gevederde helmen en in het midden het rijkswapen. Het wapenschild is voor een rondboogvormige vensteropening geplaatst van de later toegevoegde verdieping.
Aan weerszijden van de ingang bevinden zich op elke etage vijf vensters. De vensters zijn in een reeks van één-drie-één geplaatst. De drie vensters in het midden worden van elkaar gescheiden door smalle muurdammen met een bepleisterde afdekplaat. Op de begane grond bevindt zich in plaats van een venster uiterst links en rechts een dubbele deur voorzien van gietijzeren deurroosters onder een roedenverdeeld bovenlicht.
De gevelpartij van de hoekpaviljoens hebben op de begane grond een deur en een venster met een rondboog bovenlicht binnen een licht risalerend gevelvlak bekroond door een fronton. Op de eerste verdieping zijn binnen een verdiept veld geflankeerd door pilasters en onder een getoogde strek twee vensters geplaatst en op de tweede verdieping een tweelichts venster met rondboog bovenlicht. Het tympaan van het fronton bevat een wapenschild met de letter W en vlaggen. Boven het fronton is een ridderhelm geplaatst. Op een band onder de kroonlijst is bij het linker paviljoen de tekst "TROUW TOT IN DE DOOD" aangebracht en bij het rechter paviljoen "EER AAN DE WAPENEN". Op het dakschild aan de voorzijde is een dakkapel voorzien van een omlijsting met een palmetvormig ornament als bekroning en een rondboogvenster geplaatst.
De achtergevel vertoont dezelfde indeling als de voorzijde met een centrale door een bepleisterde omlijsting geaccentueerde ingangspartij, maar zonder de specifieke versieringen en opschriften.
De beide zijgevels zijn drie vensterassen diep. Boven de vensters op de begane grond is een rondboogvormige ontlastingsboog met een verdiept boogveld aangebracht. De vensters op de beide etages hebben een segmentboogvormige bekroning. De interne hoofdstructuur van het gebouw is intact met een centraal gelegen trappenhuis met gietijzeren bordestrappen tot de tweede verdieping. Het trapgedeelte ter hoogte van de volgende verdieping is van hout (1936). Van de verschillende vertrekken zijn de originele balkenplafonds grotendeels aan het zicht onttrokken door moderne systeemplafonds. De zolderkappen, uit 1936 (van middengedeelte) en uit 1877 (van beide hoekpaviljoens, die bij de verbouwing in 1936 zijn opgetild) zijn oorspronkelijk.
Waardering complexonderdeel 2
Het militaire schoolgebouw is van algemeen belang vanwege de krijgscultuur- en architectuurhistorische waarde wat betreft hoofdvorm, gevelindeling, detaillering van het exterieur, en enkele interieurlementen als redelijk gaaf voorbeeld van een schoolgebouw, een zogenaamde pupillenschool, gebouwd in 1877 in neorenaissancestijl met classicistische kenmerken. Tevens is het gebouw van ensemblewaarde in ruimtelijke samenhang als onderdeel van het kazernecomplex en vanwege de ligging aan de voormalige appèl- en exercitieplaats. Voorts is het van belangrijke stedenbouwkundige waarde vanwege de markante situering aan het Zandpad, nabij de brug over de Vecht in de kern van Nieuwersluis.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding complex
Het aan de oostzijde van de Vecht gesitueerde KAZERNECOMPLEX te Nieuwersluis werd in de jaren 1878 tot 1881 gerealiseerd op het oostelijk gedeelte van de oude vesting. Het complex is ontworpen door de Eerstaanwezend Ingenieurs der Genie te Naarden W.K.T. Egter, L.J. Hielen, W.J. Rahder en G.L. Kepper in neorenaissancestijl met classicistische kenmerken. In de tweede helft van de negentiende eeuw was er bij de landmacht een tekort aan vrijwilligers en kaderpersoneel ontstaan. Om hierin te voorzien, besloot de Minister van Oorlog tot de oprichting van een nieuw kazernecomplex met een speciaal opleidingsinstituut, een zogenaamde Pupillenschool. Bij de keuze van Nieuwersluis als vestigingsplaats voor dit nieuwe instituut, zullen de gunstige ligging aan de spoorlijn Utrecht-Amsterdam, de aanwezigheid van een station, alsmede de beschikbare ruimte, doorslaggevend geweest zijn.
In 1877 werd begonnen met het dempen van de binnengracht en het egaliseren van de binnen- en buitenwal met uitzondering van een bastion aan de zuidzijde van dit vestinggedeelte, waardoor het oostelijke gedeelte van de vesting haar defensieve functie grotendeels verloor. De in hoofdlijnen nog aanwezige buitengracht ging als slingerende, langgerekte waterpartij deel uitmaken van het in landschappelijke stijl aangelegde park van het complex. Het nieuw opgerichte gebouwencomplex gesitueerd rondom een rechthoekige appèl- en exercitieplaats, omvatte de Pupillenschool uit 1877-1878, die op de plaats van en mogelijk gedeeltelijk op funderingen van de oude kazerne uit 1746 is gebouwd. Voorts de Koning Willem III-kazerne uit 1878-1881 en twee exercitieloodsen, waarvan één vrijwel direct als logiesgebouw in gebruik werd genomen. Daarnaast verrezen op het terrein een ziekenbarak, de directeurswoning, een onderwijzerswoning en een blok van vier onderofficierswoningen. Aan de overzijde van de oorspronkelijke buitengracht werd aan de oostzijde een groot exercitieterrein binnen het voormalige schootsveld ingericht. Ten zuiden van ziekenbarak kwam een kleine exercitiebatterij voor praktijkoefeningen met licht geschut en klein model geweer. Op 1 januari 1896 werd het militaire opleidingsinstituut al weer opgeheven. Na de opheffing heeft het complex tot 1922 een regelmatig wisselende bezetting van militaire eenheden gehad. Deze ontwikkeling bracht bestemmingswijzigingen van de gebouwen met zich mee, die een aantal grotere en kleinere verbouwingen en aanpassingen tot gevolg hadden. Bovendien kwamen er nieuwe gebouwen bij, waarvoor andere gebouwen moesten wijken.
In 1922 werd in het complex een strafinrichting voor militairen, het Depot, gevestigd. Tevens kreeg het gedeeltelijk de bestemming van opleidingsinstituut voor het Korps Politietroepen. Vanaf 1935 vervulde het Korps een belangrijke rol bij de grensbewaking en beveiliging van het land. Vanwege de toenemende oorlogsdreiging onderging het Korps in die periode een uitbreiding. In verband met de groeiende personeelsbezetting werd de voormalige Pupillenschool met een verdieping in dezelfde stijl verhoogd en weer in gebruik genomen als schoolgebouw. In 1950 kwam het complex onder de Generale Staf als Depot voor Discipline voor de drie krijgsmachtonderdelen, Landmacht, Luchtmacht en Marine. In 1961 kreeg het complex tevens bestemming als Militair Huis van Bewaring, waartoe een nieuw paviljoen werd opgetrokken. Vanaf dat jaar viel het complex onder toezicht van de Ministeries van Defensie en Justitie. Sinds 1982 maakte het Ministerie van Justitie ook formeel gebruik van het complex. Voor dat ministerie onderging het complex opnieuw enkele uitbreidingen onder andere in 1985, 1990 en 1993. In de loop van 1999 zullen enkele gebouwen worden gesloopt ten behoeve van nieuwbouw, waaronder het paviljoen uit 1961 en een gebouw uit 1985, dat gesitueerd is op een deel van de voormalige appèl- en exercitieplaats. Om het open karakter van de voormalige appèl- en exercitieplaats te herstellen, zal hier geen nieuwe bebouwing verrijzen. Vanaf 1 maart 1999 resorteert het gehele complex onder het Ministerie van Justitie en fungeert het als penitentiaire inrichting. Van de historische negentiende-eeuwse bebouwing is in 1961 de onderwijzerswoning afgebroken. De directeurswoning is omstreeks 1987 afgestoten, evenals de voormalige onderofficierswoningen. Beide maken derhalve feitelijk geen deel meer uit van het complex. De exercitieloods aan de zuidzijde van de voormalige appèl- en exercitieplaats is intern verbouwd, waarbij de oorspronkelijk open kap dichtgezet is en een zestal glazen daklichten is aangebracht. De andere exercitieloods, kreeg in 1935 grote dakkapellen. Van beide gebouwen is de oorspronkelijke in patroon gelegde tweekleurige dakpanbedekking verdwenen.
Omschrijving complex
Het kazernecomplex gesitueerd op de oostelijke Vechtoever op het oostelijk deel van de voormalige vesting Nieuwersluis beslaat een trapeziumvormig terrein grenzend aan het Zandpad, parallel aan de Vecht gelegen. Het complex omvat de navolgende waardevolle complexonderdelen:
1. Koning Willem III-kazerne, gebouw A 2. Pupillenschool, gebouw C 3. Exercitieloods/logiesgebouw, gebouw B 4. Exercitieloods, gebouw D 5. Ziekenbarak, gebouw I 6. Onderofficierswoningen, gebouw H 7. Directeurswoning, gebouw F
De bebouwing concentreert zich aan de wegzijde rondom een rechthoekig terrein (voormalige appèl- en exercitieplaats). Aan de westzijde staat evenwijdig aan de weg het Zandpad de Pupillenschool. Aan de noord- en zuidzijde bevinden zich een exercitieloods c.q. logiesgebouw, respectievelijk gebouw D en B. Aan de oostzijde is in de as van de centrale oprijlaan vanaf het Zandpad de Koning Willem III-kazerne gesitueerd. De voormalige directeurswoning staat aan de noordwestzijde van het terein aan het Zandpad ten noorden van de exercitieloods (D). Ten zuiden van de exercitieloods c.q. logiesgebouw (B) is evenwijdig aan de weg het blok onderofficierswoningen gelegen. In de noordoosthoek staat de enigszins geïsoleerd gelegen voormalige ziekenbarak met een ten zuiden hiervan een exercitiebatterij. Het gedeelte van het terrein waar zich de bebouwing concentreert wordt aan de oostzijde afgesloten door de voormalige buitengracht van de vesting, die zich als een langgerekte waterpartij door een landschappelijk aangelegde parkstrook slingert. Over het water liggen twee bruggen die toegang verschaffen tot het grote door een bomenrij omzoomde exercitieterrein c.q. sportterrein, gesitueerd ter plaatse van het voormalig schootsveld van de vesting. Binnen de gracht ligt aan de zuidzijde van het terrein een bastion van de voormalige vesting.
Waardering complex Het kazernecomplex is van algemeen belang vanwege de krijgscultuur- en architectuurhistorische waarde als redelijk gaaf voorbeeld van een kazernecomplex met een opleidingsinstituut gebouwd in de periode 1887-1881 in neorenaissancestijl met classicistische elementen, gesitueerd op het oostelijke gedeelte van de voormalige vesting Nieuwersluis met de voormalige buitengracht als slingerende waterpartij en een bastion aan de zuidzijde als waardevolle restanten van deze vesting. Tevens vanwege de ruimtelijke samenhang rondom de voormalige appèl- en exercitieplaats, alsmede de functionele samenhang van de verschillende complexonderdelen. Voorts vanwege de landschappelijke en stedenbouwkundige waarde door de markante situering aan de Vecht, nabij de brug in de kern van Nieuwersluis.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Kazerne | Verdedigingswerken en militaire gebouwen | Militair verblijfsgebouw | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Zandpad | 5 | – | 3631 NK | Nieuwersluis | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | D | 1696 | – | Loenen |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1878 | 1880 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Defensie, Ministerie van ; Utrecht | opdrachtgever | – |
Egter, W.K.T. ; Utrecht | ingenieur | – |