Zandpad 5, Nieuwersluis
Omschrijving complexonderdeel 3
De EXERCITIELOODS c.q. LOGIESGEBOUW, gebouw B, gesitueerd aan de zuidzijde van de voormalige appèl- en exercitieplaats is in 1877-1878 gebouwd in neorenaissancestijl naar ontwerp van de Eerst Aaanwezend Ingeneiur der Genie te Naarden L.J. Hielen en W.K.T. Egter.
Het is een langgerekt pand van zeventien traveeën, bestaande uit één bouwlaag onder een zadeldak met overstek en de nok haaks op de weg, gedekt met gesmoorde tuiles du Nord. De nokvorsten worden afgesloten door ronde sluitpannen. De houten bakgoot met geprofileerde gootlijst wordt gedragen door gesneden voluutvormige consoles. De gevels zijn boven een natuurstenen plint opgetrokken in grauwe baksteen met horizontale banden in gele baksteen en natuurstenen blokken op constructief en decoratief belangrijke plaatsen. De gevels worden geleed door pilasters versierd met wit bepleisterde blokken. Tussen de pilasters zijn verschillende typen vensters met stalen kozijnen en roedenverdeling geplaatst, veelal voorzien van diefijzers. De hoofdingang bevindt zich binnen een uitgebouwd portaal onder een steekkap in het midden van de noordgevel, gericht naar de appèl- en exercitieplaats. De dubbele getoogde deur met ruiten, voorzien van diefijzers, is gevat in een eensteens verdiept gemetseld kozijn. Aan weerszijden de dubbele deur is een smal ovaal venster aangebracht. Hierboven wordt het dakoverstek gedragen door dubbele, gesneden consoles waartussen een getoogde geveltopversiering is aangebracht, die de bovenlijn van de deuren volgt. Aan weerszijden van het uitgebouwde portaal bevindt zich een getoogd venster en vervolgens per travee een of twee hoge smalle vensters. De zuidgevel heeft links van het midden twee brede getoogde vensters met een vierpas rondboog roedenverdeling. Aan weerszijden hiervan zijn per travee een of twee hoge smalle vensters geplaatst.
De gevel aan de Vechtzijde (westzijde), geflankeerd door hoekpilasters voorzien van een blok met diamantkopmotief heeft een risalerende middenpartij onder een dakoverstek gedragen door gesneden consoles. Het risaliet met penanten, die een rondboogvormige ontlastingsboog dragen, bevat een getoogde dubbele paneeldeur en een rond venster met een bepleisterde omlijsting. In de ontlastingsboog boven de deur is een sluitsteen met het jaartal 1878 aangebracht. Aan weerszijden van het risaliet bevindt zich een rondboogvormig spaarveld onder een ontlastingsboog, waarbinnen een rond venster is geplaatst voorzien van een bepleisterde omlijsting met een decoratieve natuurstenen sluitsteen. De oostgevel is voorzien van hoekpilasters en een licht risalerende middenpartij. Binnen het risaliet bevindt zich een dichtgezette getoogde deuropening met daarboven een natuurstenen band en een rond venster met omlijsting voorzien van gietijzeren ornamenten. Ter weerszijden van het risaliet is een rond venster geplaatst.
Het interieur is aangepast aan de bestemming van cellengebouw.
Waardering complexonderdeel 3
Het gebouw is van algemeen belang vanwege de krijgscultuur- en architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een exercitieloods gebouwd in 1878 in neorenaissancestijl als onderdeel van het kazernecomplex. Tevens is het gebouw van ensemblewaarde vanwege de ligging aan de appèl- en exercitieplaats, alsmede in functionele en stilistische samenhang met de overige complexonderdelen.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding complex
Het aan de oostzijde van de Vecht gesitueerde KAZERNECOMPLEX te Nieuwersluis werd in de jaren 1878 tot 1881 gerealiseerd op het oostelijk gedeelte van de oude vesting. Het complex is ontworpen door de Eerstaanwezend Ingenieurs der Genie te Naarden W.K.T. Egter, L.J. Hielen, W.J. Rahder en G.L. Kepper in neorenaissancestijl met classicistische kenmerken. In de tweede helft van de negentiende eeuw was er bij de landmacht een tekort aan vrijwilligers en kaderpersoneel ontstaan. Om hierin te voorzien, besloot de Minister van Oorlog tot de oprichting van een nieuw kazernecomplex met een speciaal opleidingsinstituut, een zogenaamde Pupillenschool. Bij de keuze van Nieuwersluis als vestigingsplaats voor dit nieuwe instituut, zullen de gunstige ligging aan de spoorlijn Utrecht-Amsterdam, de aanwezigheid van een station, alsmede de beschikbare ruimte, doorslaggevend geweest zijn.
In 1877 werd begonnen met het dempen van de binnengracht en het egaliseren van de binnen- en buitenwal met uitzondering van een bastion aan de zuidzijde van dit vestinggedeelte, waardoor het oostelijke gedeelte van de vesting haar defensieve functie grotendeels verloor. De in hoofdlijnen nog aanwezige buitengracht ging als slingerende, langgerekte waterpartij deel uitmaken van het in landschappelijke stijl aangelegde park van het complex. Het nieuw opgerichte gebouwencomplex gesitueerd rondom een rechthoekige appèl- en exercitieplaats, omvatte de Pupillenschool uit 1877-1878, die op de plaats van en mogelijk gedeeltelijk op funderingen van de oude kazerne uit 1746 is gebouwd. Voorts de Koning Willem III-kazerne uit 1878-1881 en twee exercitieloodsen, waarvan één vrijwel direct als logiesgebouw in gebruik werd genomen. Daarnaast verrezen op het terrein een ziekenbarak, de directeurswoning, een onderwijzerswoning en een blok van vier onderofficierswoningen. Aan de overzijde van de oorspronkelijke buitengracht werd aan de oostzijde een groot exercitieterrein binnen het voormalige schootsveld ingericht. Ten zuiden van ziekenbarak kwam een kleine exercitiebatterij voor praktijkoefeningen met licht geschut en klein model geweer. Op 1 januari 1896 werd het militaire opleidingsinstituut al weer opgeheven. Na de opheffing heeft het complex tot 1922 een regelmatig wisselende bezetting van militaire eenheden gehad. Deze ontwikkeling bracht bestemmingswijzigingen van de gebouwen met zich mee, die een aantal grotere en kleinere verbouwingen en aanpassingen tot gevolg hadden. Bovendien kwamen er nieuwe gebouwen bij, waarvoor andere gebouwen moesten wijken.
In 1922 werd in het complex een strafinrichting voor militairen, het Depot, gevestigd. Tevens kreeg het gedeeltelijk de bestemming van opleidingsinstituut voor het Korps Politietroepen. Vanaf 1935 vervulde het Korps een belangrijke rol bij de grensbewaking en beveiliging van het land. Vanwege de toenemende oorlogsdreiging onderging het Korps in die periode een uitbreiding. In verband met de groeiende personeelsbezetting werd de voormalige Pupillenschool met een verdieping in dezelfde stijl verhoogd en weer in gebruik genomen als schoolgebouw. In 1950 kwam het complex onder de Generale Staf als Depot voor Discipline voor de drie krijgsmachtonderdelen, Landmacht, Luchtmacht en Marine. In 1961 kreeg het complex tevens bestemming als Militair Huis van Bewaring, waartoe een nieuw paviljoen werd opgetrokken. Vanaf dat jaar viel het complex onder toezicht van de Ministeries van Defensie en Justitie. Sinds 1982 maakte het Ministerie van Justitie ook formeel gebruik van het complex. Voor dat ministerie onderging het complex opnieuw enkele uitbreidingen onder andere in 1985, 1990 en 1993. In de loop van 1999 zullen enkele gebouwen worden gesloopt ten behoeve van nieuwbouw, waaronder het paviljoen uit 1961 en een gebouw uit 1985, dat gesitueerd is op een deel van de voormalige appèl- en exercitieplaats. Om het open karakter van de voormalige appèl- en exercitieplaats te herstellen, zal hier geen nieuwe bebouwing verrijzen. Vanaf 1 maart 1999 resorteert het gehele complex onder het Ministerie van Justitie en fungeert het als penitentiaire inrichting. Van de historische negentiende-eeuwse bebouwing is in 1961 de onderwijzerswoning afgebroken. De directeurswoning is omstreeks 1987 afgestoten, evenals de voormalige onderofficierswoningen. Beide maken derhalve feitelijk geen deel meer uit van het complex. De exercitieloods aan de zuidzijde van de voormalige appèl- en exercitieplaats is intern verbouwd, waarbij de oorspronkelijk open kap dichtgezet is en een zestal glazen daklichten is aangebracht. De andere exercitieloods, kreeg in 1935 grote dakkapellen. Van beide gebouwen is de oorspronkelijke in patroon gelegde tweekleurige dakpanbedekking verdwenen.
Omschrijving complex
Het kazernecomplex gesitueerd op de oostelijke Vechtoever op het oostelijk deel van de voormalige vesting Nieuwersluis beslaat een trapeziumvormig terrein grenzend aan het Zandpad, parallel aan de Vecht gelegen. Het complex omvat de navolgende waardevolle complexonderdelen:
1. Koning Willem III-kazerne, gebouw A 2. Pupillenschool, gebouw C 3. Exercitieloods/logiesgebouw, gebouw B 4. Exercitieloods, gebouw D 5. Ziekenbarak, gebouw I 6. Onderofficierswoningen, gebouw H 7. Directeurswoning, gebouw F
De bebouwing concentreert zich aan de wegzijde rondom een rechthoekig terrein (voormalige appèl- en exercitieplaats). Aan de westzijde staat evenwijdig aan de weg het Zandpad de Pupillenschool. Aan de noord- en zuidzijde bevinden zich een exercitieloods c.q. logiesgebouw, respectievelijk gebouw D en B. Aan de oostzijde is in de as van de centrale oprijlaan vanaf het Zandpad de Koning Willem III-kazerne gesitueerd. De voormalige directeurswoning staat aan de noordwestzijde van het terein aan het Zandpad ten noorden van de exercitieloods (D). Ten zuiden van de exercitieloods c.q. logiesgebouw (B) is evenwijdig aan de weg het blok onderofficierswoningen gelegen. In de noordoosthoek staat de enigszins geïsoleerd gelegen voormalige ziekenbarak met een ten zuiden hiervan een exercitiebatterij. Het gedeelte van het terrein waar zich de bebouwing concentreert wordt aan de oostzijde afgesloten door de voormalige buitengracht van de vesting, die zich als een langgerekte waterpartij door een landschappelijk aangelegde parkstrook slingert. Over het water liggen twee bruggen die toegang verschaffen tot het grote door een bomenrij omzoomde exercitieterrein c.q. sportterrein, gesitueerd ter plaatse van het voormalig schootsveld van de vesting. Binnen de gracht ligt aan de zuidzijde van het terrein een bastion van de voormalige vesting.
Waardering complex Het kazernecomplex is van algemeen belang vanwege de krijgscultuur- en architectuurhistorische waarde als redelijk gaaf voorbeeld van een kazernecomplex met een opleidingsinstituut gebouwd in de periode 1887-1881 in neorenaissancestijl met classicistische elementen, gesitueerd op het oostelijke gedeelte van de voormalige vesting Nieuwersluis met de voormalige buitengracht als slingerende waterpartij en een bastion aan de zuidzijde als waardevolle restanten van deze vesting. Tevens vanwege de ruimtelijke samenhang rondom de voormalige appèl- en exercitieplaats, alsmede de functionele samenhang van de verschillende complexonderdelen. Voorts vanwege de landschappelijke en stedenbouwkundige waarde door de markante situering aan de Vecht, nabij de brug in de kern van Nieuwersluis.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Excercitieloods | Verdedigingswerken en militaire gebouwen | Militair verblijfsgebouw | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Zandpad | 5 | – | 3631 NK | Nieuwersluis | – | BY | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | D | 1696 | – | Loenen |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1877 | 1878 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Defensie, Ministerie van ; Utrecht | opdrachtgever | – |
Hielen, L.J. ; Utrecht | ingenieur | – |
Egter, W.K.T. ; Utrecht | ingenieur | – |