Inleiding

`Huize het Klooster' is een voormalige BOERDERIJ gelegen in het buurtschap Zennewijnen dat binnendijks ten westen van de Waal ligt, in het buitengebied tussen Ophemert en Tiel. Zennewijnen is een historische heerlijkheid waar in de dertiende eeuw het vrouwenklooster `Mariënschoot' werd gesticht. Dit klooster werd in 1379 door brand verwoest. Huize het Klooster is ongeveer op de plaats van dit oude klooster gelegen en de naam van de boerderij alsmede de naburige begraafplaats verwijzen nog naar deze geschiedenis. Omstreeks 1887 (gevelsteen) is het huidige pand gebouwd waarschijnlijk ter vervanging van een T-boerderij. De nieuwe boerderij werd gebouwd in opdracht van Theunis Sillevis, die door een huwelijk in 1887 in bezit kwam van het goed. De familie Sillevis heeft tot 1995 in het huis gewoond. De nieuwe boerderij kenmerkt zich door een villa-achtig voorhuis met eclecticistische elementen. Het voorhuis is verbonden met een bijgebouw met voormalige melkkamer en keuken, en met een vermoedelijk oudere schuur die een statig gepleisterde voorgevel bezit. De boerderij is thans in gebruik als woonhuis. Bij een verbouwing zijn de achterliggende schuren gesloopt en is op het oude erf een siertuin aangelegd ten behoeve van een hoveniersbedrijf. Hierdoor is de ensemblewaarde die het complex oorspronkelijk bezat in zekere mate aangetast. Ook het oorspronkelijke hekwerk is vernieuwd.

Omschrijving

Het volledig onderkelderde villa-achtige VOORHUIS en de naastgelegen HALLESCHUUR zijn aan de achterzijde met elkaar verbonden door een dwarsgeplaatst TUSSENLID onder zadeldak. Het VOORHUIS is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond met rechtsvoor een driezijdig vooruitspringend gedeelte. De villa is twee bouwlagen en een zolderverdieping hoog en wordt afgedekt met een samengesteld afgeplat schilddak belegd met geglazuurde en gesmoorde Hollandse pannen. Het dak heeft een gemetselde schoorsteen en in de dakschilden boven de zijgevels bevinden zich dakkapellen met wangen. De afwatering vindt plaats via een bakgoot. De driezijdige erker wordt bekroond door een smeedijzeren windwijzer op de nok. De gevels zijn opgetrokken in baksteen in staand- en in kruisverband en ze hebben een uitgemetselde en deels gepleisterde plint. Deze plint wordt afgesloten door een hardstenen waterlijst, die aan de zijgevels in kunststeen is uitgevoerd. Op de scheiding van de verdiepingen is een cordonlijst aangebracht en de gevel wordt afgesloten door een geprofileerd en gepleisterd fries en de kroonlijstachtige goot. In de gevels zijn T-schuifvensters toegepast met segmentvormig getoogde bovenlichten gevuld met glas-in-lood. De vensters zijn omgeven door een geprofileerde omlijsting bekroond met een kuif. Bijna alle vensters zijn voorzien van niet-oorspronkelijke persiennes. De asymmetrisch ingedeelde VOORGEVEL omvat de vooruitspringende erker en een terugliggend gedeelte waarvoor zich een, deels gereconstrueerde, houten veranda bevindt. In elke zijde van de erker bevindt zich een venster van het reeds beschreven type. In de uitgemetselde plint aan de kopse zijde bevindt zich een stichtingssteen met de tekst: `Eerste steen gelegd door Teuntje Sillevis/2 juli 1887'. Binnen de veranda bevindt zich in de gevelhoek de ingang met een dubbele paneeldeur onder getoogd bovenlicht gevuld met glas-in-lood. De paneeldeur bezit gietijzeren roosters. De deur is omgeven door een geprofileerde omlijsting op hardstenen drempel en neuten. Links van deze ingangspartij bevinden zich dubbele serredeuren onder glas-in-lood bovenlichten. De deuren zijn voorzien van grote ruiten en van grote gepaneelde luiken. De veranda is opgebouwd op een verhoogd terras omgeven door een hardstenen stoeprand en belegd met zwarte en gele tegels in een geometrisch patroon. De houten constructie is links dichtgezet met ruiten binnen houten stijlen en regels, op een in staand verband gemetselde onderbouw. Aan de voorzijde bevinden zich drie opengewerkte houten stijlen. Het lessenaarsdak is aan de voorzijde afgezet met een sierrand. Boven deze aanbouw bevat de gevel drie vensters zoals beschreven. De asymmetrisch ingedeelde RECHTER ZIJGEVEL heeft geheel rechts in de plint een getoogd kelderlicht met tralies. In dezelfde vertikale as bevinden zich in de eerste en tweede bouwlaag een venster van het reeds beschreven type. De LINKER ZIJGEVEL heeft in de plint enkele getoogde kelderlichten met diefijzers en centraal in de eerste en tweede bouwlaag een vensters van het reeds beschreven type. Tegen de ACHTERGEVEL van de villa sluit het tussenlid aan dat één bouwlaag en één zolderverdieping hoog is en dat wordt afgesloten met een zadeldak belegd met gesmoorde Hollandse pannen. Op de nok van het dak bevindt zich een hoge gemetselde schoorsteen.De gevels zijn opgetrokken in baksteen in kruisverband op een gepleisterde plint en in de gevels zijn ankers toegepast. De LINKER ZIJGEVEL van het tussenlid is uitgevoerd als tuitgevel en bezit centraal in de eerste bouwlaag een schuifvenster met glas-in-lood bovenlicht. Hierboven bevindt zich een venster met bovenlicht (valraam). De ACHTERGEVEL van het tussenlid heeft rechts een schuifvensters en links een vernieuwde gevelopening tussen twee vensters. De RECHTER ZIJGEVEL van het tussenlid sluit aan tegen de zijgevel van de schuur. Deze HALLESCHUUR is opgetrokken in baksteen en wordt afgedekt door een wolfdak belegd met rode Hollandse pannen. De vermoedelijk gewijzigde VOORGEVEL van de schuur is uitgevoerd in pleisterwerk met schijnvoegen en omvat een getoogde dubbele inrijdeur geflankeerd door twee getoogde vensters. Hierboven bevinden zich drie ramen van hetzelfde type. De RECHTER ZIJGEVEL bevat drie gewijzigde halfronde stalramen en een laadluik in het dakschild. Tegen de LINKER ZIJGEVEL sluit het tussenlid aan. De ACHTERGEVEL is symmetrisch ingedeeld en omvat in de centrale as een dubbele inrijdeur en een dubbel laadluik erboven. Ter weerszijden hiervan bevinden zich in elke bouwlaag twee vensters zoals beschreven. Rechts en links in de gevel bevindt zich een staldeur. Het INTERIEUR van de boerderij bestaat in het woonhuis uit een gang die uitloopt in een bordestrap en aan weerszijden woonvertrekken met schouwen en bewerkte plafonds bezit (houten plafonds en stucplafonds). De vensters zijn voorzien van binnenluiken. Op de verdieping bevinden zich enkele slaapkamers en op de zolder een met kraalschoten afgescheiden meidenkamer. Het tussenlid bevat van oorsprong af de keuken, die thans vernieuwd is, een melkkamer en knechtenkamers op de zolder die via een houten trap in de melkkamer te bereiken is. De halleschuur bezit nog oorspronkelijke paardestallen. De gebintstructuur is nog aanwezig, maar de stallen zijn verwijderd en de vloer van de schuur is voorzien van beton.

Waardering

BOERDERIJ `Het Klooster', vermoedelijk gebouwd in 1887 op een oudere bouwplaats

-Van architectuurhistorische waarde als goed voorbeeld van een in oorsprong boerenbedrijf met een villa-achtig voorhuis en twee overgebleven bijgebouwen, gebouwd door een belangrijke boerenfamilie aan het einde van de negentiende eeuw. De boerderij is in hoofdvorm en detaillering goed bewaard gebleven en valt op door het villa-achtige voorhuis versierd in eclectische stijl met vensters met kuiven. De halleschuur die vermoedelijk een oudere oorsprong heeft, bezit een in pleisterwerk met schijnvoegen uitgevoerde voorgevel, die aansluit bij het statige karakter van het voorhuis. De in het interieur bewaard gebleven elementen en indeling sluiten aan bij de monumentale waarde van het exterieur.

-Van stedenbouwkundige waarde als onderdeel van het historisch gegroeide ensemble in Zennewynen. De boerderij bezit met de omliggende boerderijen en huizen en de begraafplaats een gezamenlijke geschiedenis en samen vertegenwoordigen ze een grote ensemblewaarde.

-Van cultuurhistorische waarde vanwege de aan het complex verbonden geschiedenis die teruggaat tot in de middeleeuwen.

-Van archeologische waarde vanwege de veronderstelde oudheidkundige resten van het kloostercomplex.