Landhuis Strypemonde, Rockanje
Inleiding
In 1937-1938 naar ontwerp van architect J.W. Janzen op een restant van de St. Pietersdijk gebouwd LANDHUIS, dat van oorsprong de functie had van buitenverblijf en jachthuis. Het vrij, in een landschappelijke parkaanleg staande huis is hoofdonderdeel van het in opdracht van James van Hoey Smith tot stand gekomen complex landgoed Strypemonde. Tegen de linker kopgevel van het in een Interbellumstijl gebouwde huis staat de aangebouwde dienstwoning met garage en een slachtkamer voor het wild.
Omschrijving
Vanuit een langwerpige, uit drie rechthoeken samengestelde plattegrond opgetrokken landhuis onder met geglazuurde, verbeterde Hollandse pannen gedekte zadeldaken met uitkragende dakgoten, die rusten op gesneden klampen. De in gele, groot formaat baksteen opgetrokken gevels zijn voornamelijk voorzien van rechtgesloten gevelopeningen met bredere bovendorpels. Onder het gehele pand bevindt zich een kruipruimte.
De voorgevel is een langsgevel met de hoofdentree onder een houten luifel met geprofileerde rand. De luifel rust op twee rechthoekige kolommen van baksteen. De rondboogvormige voordeur is binnen een omlijsting van brede, op natuurstenen neuten staande stijlen, driehoeken in de zwikken en een kroonlijst. Op de begane grond links van de deur staan twee smalle vensters en een met luiken behangen venster met kruisraam. De gevelpartij rechts van de deur bevat twee met luiken behangen vensters met kruisramen. De gevel is op de verdieping voorzien van vensters die recht boven die van de begane grond staan. In het midden een breed, liggend venster met twee vierruitsramen met houten middenstijl. Links ervan een smal, staand traplicht met vierruits-raam. Linksboven een venster met openslaande ramen. De kleine rechter vensters zijn twee-ruits. De twee in het risalerende en minder hoog opgaande rechter deel staande tweeruits-vensters zijn met luiken behangen. Het aanzien van de van vlechtingen voorziene rechter kopgevel wordt onder meer bepaald door een uitgemetselde uitbouw met schuine zijden en een met baksteentjes bekleed, uitkragend half schilddak, dat de schouw in de woonkamer omsluit. Dwars op de uitbouw staat een blind muurtje. Het venster links ervan is niet, het rechter venster wel met luiken behangen, evenals het kleine venstertje links en het grotere venster rechts op de zolderverdieping. In de top staat een rond venstertje met zesruits stalen raam. De puntgevel is bovendien voorzien van een hijsbalk, een vanuit de gevel en het voorste dakschild opgemetselde schoorsteen en uitgemetselde dakaanzetten. Het risalerende linker deel van de achtergevel telt drie vensters met luiken. In de smalle, dwarsmuur tussen voornoemde gevel en de brede, hoger opgaande gevelpartij rechts ervan staat een rechtgesloten deur. Iets links van het midden van die brede gevelpartij staan twee met luiken behangen vensters met kruisramen. De rondboogvormige deur in deze gevel heeft een roedenverdeling in de rondom doorlopende zij- en bovenramen. De deur bevat een rondboograam met een decoratief raamijzer van smeedwerk. Rechts van de deur staan een klein staand venster en twee grotere vensters met kruisramen, die met luiken zijn behangen. Het ronde venster met stalen raam hier rechts van staat in een lage uitbouw onder een lessenaardak, waarin de slachtruimte is ondergebracht. De verdieping is voorzien van zeven kleine vensters. De van vlechtingen voorziene linker kopgevel van het hoofdvolume bevat tussen dit lessenaardak en de kap van de dienstwoning slechts twee kleine vensters. De top bestaat uit een op een dubbele tuit met dekstenen gelijkende opbouw met een opening in het midden, waartussen een kleine luidklok hangt.
Tegen voornoemde kopgevel is de lager staande en smallere dienstwoning met garage gebouwd. De detaillering en het materiaalgebruik zijn als die van het jachthuis, maar de dienstwoning heeft heeft gevels met trasramen van geteerde baksteen. De voorzijde van de woning bevat op de begane grond van links naar rechts twee liggende garagevenstertjes met diefijzers, een deur met kruisraam en een klein venstertje rechts van de deur. Op de verdieping staan twee venstertjes en een luik.
De symmetrische kopgevel is voorzien van een brede, rechtgesloten gevelopening met over rails lopende, inschuifbare garagedeuren. In de verdieping staat een tweeruits-venster aan weerszijden van een hoge uitmetseling, uitmondend in een als schoorsteen fungerende tuit met dekplaat.
In de achtergevel van de dienstwoning bevinden zich in de eerste bouwlaag een deur en een liggend garagevenster met diefijzers. Op de verdieping één tweeruits venster. In de dwars op deze gevel staande gevel van het uitgebouwde slachthok onder lessenaardak, een klein venster aan weerszijden van een deur. De met de uitbouw verbonden muur is voorzien van een reeks wildhaken.
Aan de zuidwestelijke langsgevel bevindt zich een terras met twee, door een gemetselde rand en trap omzoomde niveaus, waarvan het bovenste dek is versteend en het lagere deel met gras is begroeid. In het gras is een in baksteen uitgevoerde cirkelvormige zonnewijzer opgenomen.
Het inwendige van het huis is voor een belangrijk deel in de oorspronkelijke staat bewaard gebleven met niveauverschillen tussen de vloeren van het middengedeelte, het rechter deel met de woonkamer en de dienstwoning links.
Centraal ligt een hal waaraan zowel de voor- als de achterdeur uitkomen. De hal heeft een vide geopend naar de voordeur en is rechts verbonden met een gang die naar de woonkamer voert, links met een ondiepe gang naar de dienstwoning, waaraan ook trappenhuis en eetkamer grenzen.
Hal en gangen zijn evenals de overige ruimtes voorzien van een houten vloer. De gang naar de woonkamer is aan halzijde afgesloten door een dubbele deur van staal en glas. Aan weerszijden van deze gang bevindt zich een rechtgesloten, onder een korfboogvormig bovenlicht staande deur naar de bibliotheek en een eveneens rechtgesloten deur naar een slaapkamer. De bibliotheek bevat nog de originele boekenkasten en ossenbloedkleurig houtwerk. De sobere woonkamer is vanuit de gang te betreden via een sobere, onder een korfboogvormig bovenlicht met radiale roeden staande deur. De woonkamer heeft een met balken verstevigd plafond. Geheel rechts aan de gevel met de uitgebouwde haardpartij, bevindt zich de royale woonkamer. De kopgevelwand bevat een grote open haard met gemetselde halfronde schouw met een zich verjongende schouwmantel onder een brede, uitkragende boezem van staal, waarvan de vorm is geïnspireerd op de boeg van het schip de Eenhoorn. De vensters, die een fraai uitzicht bieden op de omringende landschappelijke tuin, zijn voorzien van diepe kozijnen met ribbelprofiel. De deuren zijn sobere plankendeuren. In de kamer een houten wenteltrap die naar de grote zolderkamer voert, met aan één zijde een gesloten wand en aan de andere zijde een spijlenbalustrade, beide met geprofileerde handlijsten. De trap wordt afgesloten door een lage deur in een boven het trapgat gebouwde, gesloten houten kajuit met een gewelfde wand, die staat in de grote zolderkamer. Op de zolder onder meer een aantal gastenkamers. Een deur in de zitkamer vormt de verbinding met de oorspronkelijke badkamer, die in vrijwel originele staat bewaard is gebleven. In de van een betegelde vloer en wanden voorziene badkamer staan een zwarte badkuip met de originele kranen, een zwarte wastafel en een eivormige plafondlamp. In de linker wand van de naar achteren lopende gang bevindt zich een boogvormige doorgang naar de garderobe met betegelde vloer, tegellambrizering en garderobekasten. Ook de w.c.-ruimte naast de trap heeft een tegellambrizering. Aan het eind van de gang naar de dienstwoning staat een rechtgesloten glasdeur met roedenverdeling onder een ronde, electrische windwijzer. De ruimte tegenover de trapopgang was oorspronkelijk de eetkamer en is voorzien van een overhoekse schouw met een convex gewelfde stalen rookvang.
De tweedelige houten trap naar de verdieping bestaat uit een scheluwetrap met gebogen aantreden, een tussenbordes en een steektrap. De wand rechts van de scheluwetrap heeft een geprofileerde lambrizering onder de handlijst en aan de linker zijde een doorlopende, gesloten houten balustrade met een identieke profilering. De gecanneleerde trappaal wordt bekroond door een gebeeldhouwde houten roofvogel van de hand van de beeldhouwer J. Altorf. De wanden aan het tussenbordes en de steektrap zijn voorzien van een tegellambrizering met handbeschilderde Delfts Blauwe tegels die afkomstig zijn uit Delftse en Haagse huizen. De betegeling wordt onderbroken door een smalle houten lambrizering als die aan de scheluwetrap. De muur tussen vide en trap heeft een driekwartronde beëindiging. Het smeedijzeren hek (1941) is onder meer versierd met de tekens van de dierenriem. De verdieping bevat geheel links de genoemde grote zolderkamer met de trapkajuit, een rookkast voor het roken van het vlees van het wild, een van elders afkomstige negentiende eeuwse bedstee en een balk boven het venster, die als hijsbalk uit de buitenmuur steekt. De sobere verdiepingskamers zijn gebouwd als gastenkamers en bevatten geen bijzondere elementen. De badkamer is voorzien van een blauwe tegellambrizering en ook het toilet is voorzien van betegelde wanden. De oorspronkelijke indeling van de verdieping van de op een lager niveau staande dienstwoning met garage is gewijzigd. Vanuit het landhuis is de woning te bereiken via de deur onder de electrische windwijzer. Hierachter loopt een steektrap naar beneden en van daaruit loopt een tweede steektrap omhoog naar de dienstwoning. De muren rondom deze lage, met tegels bedekte vloer zijn voorzien van afgeronde hoeken en een lambrizering van gele geglazuurde tegeltjes. Ook het toilet heeft een betegeling. Een hoog in de wand staand luik maakt deel uit van het niet meer als zodanig in gebruik zijnde kolenhok. De ruimte achter een tweede luik was bestemd voor de opslag van munitie. Het slachthok is voorzien van wildrekken. Op de zolder zijn met de dakspanten verbonden stijlen geplaatst, die zijn voorzien van gaten voor het inschuiven van stalen rekken, die dienden voor het drogen en uithangen van onder meer de jachtuitrusting.
Waardering
Het landhuis, voormalig jachthuis, is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de situationele en de architectuurhistorische waarde.
- Het jachthuis is van cultuurhistorische belang als een goed voorbeeld van een bijzonder type huis en als een belangrijk onderdeel van een gebied dat een bijzonder landschappelijke ontwikkeling heeft doorgemaakt.
- Het jachthuis heeft architectuurhistorische waarde vanwege de kwaliteiten van het ontwerp van zowel het in- en het exterieur, die een sterke samenhang hebben. Het huis is tevens van belang als een representatief werk uit het oeuvre van architect Janzen.
- Het jachthuis heeft situationele en ensemblewaarde vanwege de bijzondere samenhang met omringende landschap en de bijgebouwen.
- Het jachthuis is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van zowel het exterieur als het interieur.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
Complex HISTORISCHE BUITENPLAATS STRIJPEMONDE, bestaande uit een in 1937-1938 naar ontwerp van architect J.W. Jantzen gebouwd LANDHUIS, van oorsprong buitenverblijf en jachthuis (1), een BOERDERIJ DE SCHAAPSKOOI (3), een TOEGANGSHEK (4), een BRUG (5), een PONYSTAL met HOOIBERG (6), een HOUTSCHUUR (7), twee VEESHELTERS (8), gesitueerd in een HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2) met een grote afwisseling van gesloten en open delen, met vijverpartijen en een grootschalige formele bosaanleg (waarin verlandschappelijkte elementen) uit het begin van de 19de eeuw en onder meer een specifieke binnenduinvegetatie. De naam Strypemonde moet worden gerelateerd aan het voormalige zeegat de Strype dat ooit nabij de historische buitenplaats uitmondde. De buitenplaats is gelegen en neemt het grootste deel in beslag van de polder Windgat, dat als grafelijke bezitting in 1479 ter bedijking en tegelijkertijd in erfpacht werd uitgegeven. De polder is aan de oostzijde gesitueerd tegen de al eerder aangelegde Noorderdijk en wordt aan de westzijde door de Pietersdijk afgesloten. Laatstgenoemde dijk vormt tevens de grondslag van de nederzetting van genoemd landhuis. Door verjonging van de duinen in de afgelopen twee eeuwen was het in de 20ste eeuw mogelijk om de aanleg van het park voor een deel ten westen van de Pietersdijk te laten plaatsvinden. Doordat de polder tot ver in de 18de eeuw door de aanwezigheid van een met de zee in open verbinding staande kreek bij hoogtij regelmatig onderliep bleef het tot aan het einde van die eeuw moeilijk om de polder in culture te brengen. De karakteristieke in het veld bewaard gebleven verkaveling in smalle rechte stroken waartussen afwateringslopen heeft waarschijnlijk pas omstreeks 1800 plaatsgevonden toen de opening naar de zee werd gedicht. Al eerder was er echter sprake van een agrarische nederzetting. Boerderij de Schaapskooi -de ontginningsboerderij van de polder- vertoont namelijk bouwsporen, die terug gaan tot in het derde decennium van de 18de eeuw. Tussen 1800 en 1819 (Kadastraal Minuutplan) werd pal langs de boerderij een grootschalig in rechte vakken waartussen lanen verdeeld rechthoekig bos aangelegd. De bosaanplant vond in eerste instantie plaats om de weilanden tussen de Noorderdijk en het bos tegen zandverstuivingen te beschermen maar waarschijnlijk ook om het land ten oosten van de Noorderdijk tegen deze verstuivingen bescherming te bieden. Tevens werd houtopbrengst van het bos voor de ovens van bakkerijen gebruik. Het bos werd niet gelijktijdig met de verkaveling van de polder maar erna aangeplant: het verkavelingspatroon van het polderland is namelijk als grondslag van het bos zichtbaar gebleven. Omstreeks 1850 kwam de polder alsmede alle grond in de punt van Voorne in bezit van de Maatschappij ter Exploitatie van Voorne's Duin. Boerderij de Schaapskooi werd tevens rentmeesterskantoor van deze Maatschappij. Eén der exploitanten was William Smith. Na diens dood in 1919 erfde diens twee zonen William en James de gronden in Voorne. Al eerder had zoon William omstreeks 1910-1911 het familielandhuis en als complex beschermde historische buitenplaats Olaertsduyn laten bouwen, nadat het oude familie-jachthuis genaamd Jachtlust (achter de buitenplaats Kooysight) in Oostvoorne voor verdere bewoning te vervallen raakte. James van Hoey Smith nam na de dood van zijn vader het beheer over van onder meer de polder Windgat en kocht in 1922 de buitenplaats Overburgh in Oostvoorne. In 1927 schonk James van Hoey Smith, één der oprichters van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, 800 hectaren grond ten zuiden en oosten van de huidige buitenplaats Strijpemonde aan bovengenoemde vereniging. Voor een gering bedrag werden 400 overige hectaren ten noorden van Strijpemonde verkocht aan het Administratiefonds Rotterdam, die dit bezit vervolgens inbracht bij het Zuid-Hollands Landschap. Nadat de buitenplaats Overburgh in 1932 door brand werd verwoest betrokken James van Hoey Smith en diens familie naar het even onder de dan nog niet als zodanig aangelegde buitenplaats Strypemonde gelegen oorspronkelijke pesthuis. Boerderij de Schaapskooi bleef boerderij en rentmeesterwoning van de landerijen maar diende sindsdien tevens als jachthuis van de familie James van Hoey Smith, die in het bos en aangrenzende duingebied jaagde. In 1937-1938 liet James op een restant van de Pietersdijk het landhuis Strijpemonde bouwen, naar ontwerp van architect J.W. Janzen, die tevens huisvriend van de familie was. Tegelijkertijd of kort hierna werd rondom het huis- wellicht deels in samenwerking met architect Janzen een zeer ruime parkaanleg in landschapsstijl aangelegd, bestaande uit een ruime parkweide met grootschalige vijverpartij in landschapsstijl. Het uitgraven van de vijver gebeurde met kruiwagens in het kader van een werkverschaffingsproject. Het zicht vanuit het huis op de weide met vijverpartij wordt door het al eerder genoemde bos uit de periode 1800-1819 begrensd. In dit bos werd een losmazig patroon van slingerpaden aangelegd en een nieuwe vijver met heuvelpartij. Een ruime in curven verlopende laan vanaf boerderij de Schaapskooi dient sindsdien als oprijlaan naar het landhuis. De vijverpartij van de in Ijsselsteen opgetrokken boerderij de Schaapskooi is oorspronkelijk een wiel. Het gehele park werd beplant met in Nederland zeldzame uitheemse bomen en planten, waaronder bamboe, kurkeik en een pinetum in het bos ten zuidwesten van het landhuis. Omstreeks 1960 werd in het bos uit de periode 1800-1819 een laan van Metasequoia aangelegd. De onderdelen van het complex Strijpemonde staan in een fraaie landschappelijke omgeving met een grote afwisseling van gesloten en open delen. In het park staan ondermeer het aan het begin van de oprijlaan gelegen toegangshek, een brug over de vijver, een ponystal met bijbehorende hooiberg aan de bosrand, een houtschuur ten noordwesten van de oprit bij het huis en tweetal veeshelters op het weiland, die alle dateren uit de bouwtijd van het landhuis en eveneens zijn ontworpen door architect J.W. Janzen.
De volgende onderdelen vallen buiten de bescherming: het familiegraf op het kadastrale perceel Rockanje sectie A nr. 1408, het pand Windgatseweg nr. 15 op het kadastrale perceel Rockanje sectie A nr. 1431 en het pand Windgatseweg nr. 20 op het kadastrale perceel Rockanje sectie A nr. 1407.
De complexonderdelen alsmede de omgrenzing van het park staan op de bij de bescherming behorende kaart aangegeven.
Waardering van het complex
Het complex historische buitenplaats Strijpemonde is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en de architectuurhistorische waarde:
- het complex is van cultuurhistorisch belang als een goed voorbeeld van een jonge buitenplaats gesticht in het binnenduingebied van Voorne-Putten, en als een belangrijk onderdeel van een gebied dat een bijzondere landschappelijke ontwikkeling heeft doorgemaakt;
- het complex heeft architectuurhistorische waarde vanwege de kwaliteit van het ontwerp van het interieur en exterieur van het landhuis en overige gebouwde complexonderdelen en vanwege de kwaliteit van het ontwerp van het park. Het huis is tevens van belang als een representatief werk uit het oeuvre van een vooraanstaand architect;
- het complex heeft ensemblewaarde vanwege de bijzondere samenhang tussen landhuis, de bij het huis behorende bijgebouwen en het omringende landschap, dat deel uitmaakt van een groter landschappelijk geheel;
het complex is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van de samenstellende onderdelen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Jachthuis | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Windgatseweg | 18 | – | 3235 NX | Rockanje | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 1519 | – | Rockanje |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1936 | 1937 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Janzen, A.R. ; Zuid-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |