Gemma-klooster, Sittard

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Inleiding

SLOTKLOOSTER met KLOOSTERKAPEL, PORTIERSWONING en TUINMUUR, 1938. Gebouwd in een traditionele bouwtrant door de Sittardse aannemer Tummers, in opdracht van de Eerw. Zusters Passionisten te Haastrecht, naar een ontwerp van architect Jos. Wielders te Sittard. Aan het ontwerp heeft het concept van een 'gebedsburcht' ten grondslag gelegen, hetgeen door de architect werd vertaald in hoge gesloten gevels met zware gedrongen buitendeuren, kleine getraliede vensters en hoge ronde hoektorens.

Het klooster is gesitueerd op een in noordelijke richting afhellend perceel aan de oostzijde van de Leijenbroekerweg, achter de lineaire bebouwing aldaar en is bereikbaar via een korte oprijlaan.

In 1972 werd het slotklooster verbouwd om het gebouw een minder gesloten karakter te geven. Daartoe werd de toegangstrap met keermuur voor de kloosteringang verwijderd en de entree in een uitgebouwd volume geplaatst. Het koor in het open gedeelte van de kloosterkapel werd vernieuwd, het traliewerk tussen de kapeldelen vervangen door stalen deuren glas-in-lood. In 1981 werd de noordelijke kloostervleugel voorzien van een liftkoker.

Omschrijving
Het slotklooster heeft een onregelmatige U-vormige PLATTEGROND, met een aan de zuidzijde gesitueerde binnentuin. Het klooster is grotendeels voorzien van een souterrainverdieping, twee BOUWLAGEN en een zolderverdieping. De oostelijke noviciaatsvleugel en de kapel hebben slechts een kruipruimte.

Het klooster wordt gedekt door in nokhoogte variërende, deels gewelfde zadelDAKEN met rood genuanceerde Hollandse pannen. Luifelgoten annex overstekken op consoles. De traptorens van de oostelijke noviciaatsvleugel hebben kegelvormige daken met leien, evenals de ingesnoerde torenspits van de kloosterkapel. De portierswoning aan de noordwestzijde heeft een schilddak met rood genuanceerde Hollandse pannen en dakkapellen, alsmede een kort verbindingsvolume met het klooster onder een plat dak. Nokschoorstenen, enkele hoge schoorstenen op de achterdakvlakken. Diverse dakramen.

Het Gemmaklooster heeft een rode bakstenen plint, een gele bakstenen optrek in kruisverband. Platvol voegwerk. Gebakken dorpelstenen, eveneens toegepast in de afdekking van de steunberen. Vensterstrekken, muizetanddecoraties. Stalen cq. houten vensters, veelal met traliewerken. Kapelinterieur in mergel.

De WESTVLEUGEL bepaalt het aanzicht van het klooster vanaf de Leijenbroekerweg. De zuidelijke helft van de de westvleugel wordt in beslag genomen door de KLOOSTERKAPEL. Aan de noordwestzijde is de PORTIERSWONING gerealiseerd. Tussen kapel en portierswoning bevindt zich de KLOOSTERENTREE.

De KLOOSTERKAPEL heeft een L-vormige plattegrond en is samengesteld uit een gesloten en een openbaar kapelgedeelte, welke dwars op elkaar zijn geprojecteerd. Aan de westzijde bevindt zich de buitengevel van het openbare kapelgedeelte, gedomineerd door een rond uitgemetselde hoektoren met ingesnoerde spits, overstek en nokkruis. Rondboogvormige galmgaten. Een gevelvlak met vier rondboogvormige stalen glas-in-lood vensters, onderling gescheiden door zich verjongende steunberen. Boven deze vensters een doorlopende muizetandlijst. De buitenentree van de kapel is geplaatst in een ten opzichte van de westgevel risalerend volume, waarboven het zadeldak enigszins gewelfd doorloopt en het overstek wordt gesteund door zwaar gedimensioneerde consoles. Verdiept in een rondboogvormige, schuin aflopende lijst met dubbele strek is de dubbele ronde houten entreedeur met beslag geplaatst. Aan de noordzijde van de buitenentree een zich verjongende steunbeer met ezelsrug; aan de westzijde een bordes met traptreden, keermuur met ezelsrug en een recente hellingbaan; aan de zuidzijde sluit de muur rond de binnentuin op de entreepartij aan.

De zuidgevel van de kapel heeft een hoog in de kopgevel ingezet rond stalen venster met glas-in-lood, voorzien van een halfronde profiellijst en een waterspuwer. Daaronder een blinde uitbouw onder een zadeldakje, aan weerszijden geflankeerd door zich verjongende steunberen. In de oostgevel een tweetal rondboogvormige stalen glas-in-lood vensters, onderling gescheiden door een zich verjongende steunbeer. Dwars tegen deze oostgevel bevindt zich het uitgebouwde volume van het gesloten kapelgedeelte onder een licht gewelfd zadeldak, voorzien van een enigszins verlaagde noklijn. In de zuidgevel van deze uitbouw een reeks van drie gekoppelde rondboogvormige stalen vensters met glas-in-lood. In de oostgevel drie gekoppelde, in hoogte variërende stalen spitsboogvensters met glas-in-lood, met aan weerszijden een rondboogvormig stalen glas-in-lood venster. Deze spits- en rondboogvensters worden onderling gescheiden door zich verjongende steunberen. In de kop van de oostgevel een klein, rond stalen venster. Klokkenstoel met gelui bestaande uit twee klokken van een anonieme gieter, 1938, diam. resp. 50 cm en 42 cm.

Aan de noordzijde sluit de KLOOSTERENTREE aan op de kloosterkapel. Aan de westzijde een kloostergang van één laag onder plat, waarvan de kopgevel is afgedekt met pannen. In de buitengevel van deze gang vier ronde stalen vensters met negenruits indeling en traliewerk, vier waterspuwers. In het souterrain vier rechthoekige houten vensters met traliewerk. Deze kopgevel onttrekt een reeks bovenlichten aan het oog, die zorgt voor de lichtinval in de kloosterverblijven van de eerste bouwlaag. De kloostergang loopt aan de noordzijde uit in het dwars uitgebouwde volume van de kloosterentree. Dit volume wordt gedekt door een zadeldakje en heeft een rondboogvormige houten deur met beslag. Deze deur is verdiept geplaatst in een afgeschuinde lijst. De kopgevel van de entreepartij, aan weerszijden uitkragend en gedragen door consoles heeft een nis met heiligenbeeld. In de korte gevelzijden van het uitgebouwde entreevolume ronde stalen vensters met kleine roedeverdeling. In de terugliggende tweede laag, hoog onder het overstek, een reeks van vijf rechthoekige verticaal ingedeelde vensters met zesruits roedeverdeling per glaspaneel.

De oostgevel van dit westelijke kloostervleugeldeel bestaat uit een uitgebouwde eerste bouwlaag onder plat met balkon, waarin een reeks van drie rechthoekige kruiskozijnen met kleine roedeverdeling. In de tweede laag een reeks van drie identieke vensterkozijnen, alsmede een rechthoekige balkondeur met zij- en bovenlichten en kleine roedeverdeling in de glaspanelen. In het souterrain een reeks rechthoekige verticaal ingedeelde vensters met kleine roedeverdeling in de glaspanelen, voorzien van traliewerk. De PORTIERSWONING, vanwege de helling van het perceel lager gelegen dan het klooster, sluit middels een korte verbindingsgang onder plat aan de noordwestzijde aan op het klooster. Van de zuidgevel is uitsluitend de tweede laag zichtbaar, waarin een reeks van vier rechthoekige houten vensters met bovenlicht en achtruits roedeverdeling. In de eerste laag van de westgevel drie soortgelijke vensters; in de tweede laag, onder de muizetandlijst, twee kleine rechthoekige houten vierruits vensters. In de eerste bouwlaag van de noordgevel een rond negenruits venster met halfronde profiellijst en een rechthoekig vensterkozijn met bovenlicht en kleine roedeverdeling in de glaspanelen. In de tweede laag twee van dergelijke vensters. In de eerste laag van de oostgevel, ten dele aan het oog onttrokken door de perceelsommuring aan de noordzijde, een rond stalen venster met kleine roedeverdeling; een rechthoekige houten deur met vierruits bovenlicht; twee kleine rechthoekige vierruits vensters. In de tweede laag een rond stalen venster met kleine roedeverdeling en twee kleine rechthoekige vierruits vensters.

In de noordgevel van het verbindingsvolume onder plat een rechthoekig venster met kleine roedeverdeling, waarboven een halfrond venster met kleine roedeverdeling.

De NOORDVLEUGEL, waarvan de souterrainverdieping aan het oog wordt onttrokken door een tuinmuur met ezelsrug, telt dertien vensterassen. Een middenrisaliet van drie assen, voorzien van een ingestoken kap, met aan weerszijden gevelvlakken van vijf vensterassen. In twaalf van de dertien assen, alsmede in de korte gevelzijden van het middenrisaliet, achtereenvolgens een rechthoekig verticaal ingedeeld souterrainvenster met zesruits roedeverdeling in de glaspanelen en traliewerk; een rechthoekig kruiskozijn met zestienruits roedeverdeling; een rechthoekig verticaal ingedeeld venster met zesruits roedeverdeling in de glaspanelen. In de vierde as van het rechter geveldeel een de gehele gevelhoogte in beslag nemend stalen trappenhuisvenster met kleine roedeverdeling. De drie reftervensters in het linker geveldeel hebben kunststof voorzetramen.

De NOORDVLEUGEL is aan de binnenplaatszijde in de souterrainverdieping voorzien van rechthoekige verticaal ingedeelde vensters met zesruits roedeverdeling in de glaspanelen; in de eerste laag de kloostergang met zeven segmentboogvormige, dubbel verticaal ingedeelde vensterkozijnen met zesruits roedeverdeling per glaspaneel. Tussen het vierde en het vijfde venster een segmentboogvormige houten buitendeur. In de tweede laag rechthoekige verticaal ingedeelde vensters met zesruits roedeverdeling per glaspaneel.

In de oksel van de noord- en zuidvleugel een smalle hoge liftkoker onder een zadeldakje, alsmede een ronde traptoren met kegeldak. In de noordzijde van deze traptoren een verticale reeks van vier ronde stalen vensters met zesruits roedeverdeling en geel gekleurd glas. Muizetandlijst.

De OOSTELIJKE VLEUGEL, de zogenoemde noviciaatsvleugel, biedt een zeer gesloten aanblik. In beide lagen een reeks van acht cq. zeven hoog in de kloostergangen geplaatste vensters met traliewerk: in de eerste laag rechthoekige negenruits vensters, in de tweede laag rechthoekige zesruitsvensters. Boogfriesjes, muizetanden.

De oostvleugel wordt aan de zuidzijde beëndigd door een ronde traptoren met kegeldak, waarin smalle horizontaal ingedeelde trappenhuisvenstertjes met glazen bouwstenen. De zuidgevel is blind, behoudens een rechthoekig vensterkozijn met achtruits roedeverdeling en traliewerk.

De binnenplaatsgevel van de noviciaatsvleugel heeft in de eerste laag twee gekoppelde, kleine rechthoekige vensters met horizontale indeling en twaalf verticaal ingedeelde rechthoekige vensters met zesruits roedeverdeling in de glaspanelen; in de tweede laag twee gekoppelde, kleine rechthoekige vensters met horizontale indeling, negen verticaal ingedeelde rechthoekige vensters met zesruits roedeverdeling in de glaspanelen en drie dubbel verticaal ingedeelde rechthoekige vensters met zesruits roedeverdeling in de glaspanelen. Aan de noordzijde, voor de noordelijke kloostervleugel, is het perceel voorzien van een bakstenen OMMURING met ezelsrug, aan de noordoostzijde voorzien van een rondboogvormig houten poortje. De kloostertuin aan de zuidzijde wordt geheel omgeven door een bakstenen ommuring met steunberen, ezelsruggen cq. pannenafdekking. En sluit aan op de buitenentree van de kloosterkapel. Het Gemmaklooster beschikt over een INTERIEUR dat inclusief de indeling vrijwel ongewijzigd bewaard is gebleven. In dit interieur zijn onder meer van belang de naar een ontwerp van architect Wielders gerealiseerde meubileringen, kastenwanden en paneeldeuren; de gele bakstenen lambriseringen en de tegelvloeren in de trappenhuizen; de westelijke kloostergang met zware rondboogvormige houten deuren met stootbeslag; de kloostergang in de noordvleugel met bakstenen korfboogribben, waartussen gepleisterde gevelvelden met rechthoekige houten paneeldeuren in lijsten met kruismotief; het trappenhuis in de toren tussen de noord- en oostvleugel met ronde stalen vensters, stalen balustrade en houten handlijsten. Verder is van belang het interieur van de dubbele kapel met mergel binnenmuren. Het vrij toegankelijke kapelgedeelte heeft een lage rode bakstenen plint, een gele bakstenen lambrisering met strek, mergelmuren en vijf kruisribgewelven met vijf scheibogen, waarvan de eerste met spitsboogrib tussen schip en koor. Tweemaal acht kerkbanken van de meubelmakerij Gerbers-Oberdorf te Sittard. Triomfkruis, lezenaar, tabernakel en kruiswegstaties van na-oorlogse datum. Gepolijst marmeren altaar op vergroot priesterkoor. De vloer is naderhand belegd met Noorse lei. Vier respectievelijk twee vensters in de zijwanden van het schip en een rond stalen venster met gebrandschilderd glas-in-lood in de zuidelijke schipwand, met voorstellingen van de H.Gemma en de strijd tussen goed en kwaad, vervaardigd door Joep Nicolas. Het interieur van het gesloten kapeldeel, geïnspireerd op de een driebeukige basilicale indeling met vlakke houten plafonds, wordt in drieën gedeeld door twee aanzienlijke rondbogen, waartussen een ten dele verhoogd plafond. Drie spitsboogvormige neo-gotische vensters, atelier Verstraaten te Utrecht, 1929; 30 knielbanken in tribune-opstelling over vijf niveau's, vervaardigd door meubelmakerij Gerbers-Oberdorf te Sittard. Scheiding met het toegankelijke kapeldeel door middel van een stalen rondboogdeur, verticaal ingedeeld en voorzien van glas-in-lood, ter vervanging van het oorspronkelijke traliewerk.

Waardering

Het slotklooster van de Zusters Passionistinnen is van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een geestelijke en typologische ontwikkeling. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door de bouwstijl, door het belang van het slotklooster voor het oeuvre van architect Wielders, door de hoogwaardige esthetische kwaliteit van diens ontwerp, het materiaalgebruik en de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur. Het klooster is vanwege de situering verbonden met de ontwikkeling en uitbreiding van Sittard en van bijzondere betekenis voor het aanzien van de stad. Het klooster is wat betreft exterieur en interieur in zeer hoge mate gaaf bewaard gebleven en van belang voor de visuele gaafheid van de bebouwde omgeving. Bovendien beschikt het klooster over een hoge mate van typologische zeldzaamheid. Het slotklooster vertegenwoordigt een algemeen belang vanwege het geheel van voornoemde waarden.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
521641
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Klooster Religieuze gebouwen Klooster, kloosteronderdl oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Leyenbroekerweg 52 6132 CG Sittard Ja
Beukeboomweg 21 6132 AC Sittard
Beukeboomweg 23 6132 AC Sittard
Beukeboomweg 25 6132 AC Sittard
Beukeboomweg 27 6132 AC Sittard
Beukeboomweg 29 6132 AC Sittard
Beukeboomweg 31 6132 AC Sittard
Beukeboomweg 33 6132 AC Sittard
Beukeboomweg 35 6132 AC Sittard
Beukeboomweg 37 6132 AC Sittard
Beukeboomweg 39 6132 AC Sittard
Beukeboomweg 41 6132 AC Sittard
Beukeboomweg 43 6132 AC Sittard
Beukeboomweg 45 6132 AC Sittard
Beukeboomweg 47 6132 AC Sittard
Beukeboomweg 49 6132 AC Sittard
Beukeboomweg 51 6132 AC Sittard
Beukeboomweg 53 6132 AC Sittard
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
2933 G 3086 A1 Sittard
2933 G 3086 A2 Sittard
G 2933 Sittard
G 3085 Sittard
G 2800 Sittard
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1938 1938 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Wielders, Jos. ; Limburg architect / bouwkundige / constructeur
Zusters Passionisten ; Limburg opdrachtgever
Naar boven