Strijthagerweg 15, Landgraaf
Inleiding
Voormalige INGENIEURSWONING, 1914, in een door elementen van Neo-Renaissance beïnvloede traditionele stijl. Gebouwd in opdracht van de particuliere Maatschappij tot Exploitatie van Limburgse Steenkoolmijnen Oranje Nassau, naar een ontwerp van het bouwbureau van deze mijnonderneming.
De ingenieurswoning werd gebouwd in de onmiddellijke nabijheid van de ingang van de mijn Oranje Nassau II. Thans is de ingenieurswoning gesitueerd in een sedert de mijnsluiting tot ontwikkeling gekomen woongebied.
In 1954 werd de oorspronkelijke erfscheiding aan de zuidelijke voortuinzijde ingrijpend gewijzigd. De bakstenen kolommen en smeedijzeren hekwerken werden verwijderd, waarna een laag bakstenen muurtje met ezelsrug resteerde. De toegang recht tegenover de voordeur van de woning werd daarbij in westelijke richting verplaatst. Tevens werd het voordeurbordes vernieuwd, waarbij de traptreden vanwege voornoemde nieuwe toegang van de voorzijde naar de linkerzijde van het bordes werden verplaatst.
In 1955 werd het pand op diverse onderdelen aangepast. De vensters van de eerste bouwlaag in de zuidelijke voorgevel werden ontdaan van hun luiken. Het dubbele kruiskozijn met gedeelde bovenlichten ten westen van de entree werd vervangen door een hoger enkelvoudig kruiskozijn, waarvoor het metselwerk tussen plint en onderdorpel werd uitgebroken. Beide oorspronkelijke T-vensters met gedeeld bovenlicht werden, met behoud van de kozijnvorm, op dezelfde wijze vernieuwd. In de oostelijke zijgevel werden twee T-vensters in de eerste bouwlaag vervangen door een aanzienlijk erkervenster. De serre tegen de achtergevel aan de noordzijde werd voorzien van nieuwe deuren, een nieuw balkonhekwerk en een nieuw plat dakdeel.
In 1988 werd het pand gedeeltelijk verbouwd tot kantoorwoning. Hierbij werd op de zolderverdieping een werk-, vergader- en archiefruimte ingericht. Daartoe werd in de oostelijke zijgevel ter hoogte van de zolderverdieping een aanzienlijk halfrond venster aangebracht. Als gevolg hiervan kwamen twee van de drie oorspronkelijke vensterkozijnen te vervallen. In het achterdakvlak werd een dakvenster gelegd. De achtergevelerker werd voorzien van een nieuwe balkonbalustrade.
De lage bakstenen tuinmuur met ezelsrug aan de voortuinzijde, het bakstenen entreebordes en het grote achtergevelterras zijn voor de bescherming van ONDERGESCHIKT belang. Van bescherming UITGESLOTEN zijn het tuinprieel alsmede het niet oorspronkelijke tuinhuis.
Omschrijving
De voormalige ingenieurswoning heeft een in hoofdvorm rechthoekige PLATTEGROND, die aan de zuidelijke voorgevelzijde ten dele licht risaleert en aan de noordelijke achtergevelzijde is voorzien van twee uitbouwen van één bouwlaag onder plat. De woning heeft een gedeeltelijke souterrainverdieping, twee BOUWLAGEN en een zolderverdieping, waarboven een vliering.
Het hoofdvolume van het woonhuis wordt gedekt door een WOLFDAK met rode betonpannen. Het risalerende voorgeveldeel loopt uit in een topgevel onder een wolfdak, dat is ingestoken op het voordakvlak. Bakgoten annex overstek op consoles, met decoratieve boeiboorden, geschraagd door het siermetselwerk in de kroonlijst. Hoge schoorsteen met kap op het voordakvlak alsook op het wolfeinde boven de linker zijgevel. Twee hoge schoorstenen op het achterdakvlak, waarvan één met geprofileerd schoorsteenkanaal in de achtergevel. Dakvenster op het achterdakvlak. De oorspronkelijke nokpionnen zijn niet meer aanwezig. Beide uitbouwen aan de achtergevel hebben PLATTE DAKEN.
De villa heeft oorspronkelijk rechthoekige houten VENSTERS, zowel T-vormig, kruisvormig alsook verticaal ingedeeld. Rechthoekige houten DEUREN, zowel enkelvoudig als dubbel. Diverse bovenlichten met kleine roedenverdeling. Decoratieve loodslabben boven de vensterkozijnen.
De voormalige ingenieurswoning is opgetrokken in BAKSTEEN, gemetseld in kruisverband, deels vernieuwd knip- en snijwerk in de voegen. Geprofileerde plint met gestucte lijst. Gepleisterde aanzet- en sluitstenen in de vensterstrekken, gepleisterde speklagen. Hardstenen vensterdorpels, balkonconsoles. Smeedijzeren balkonhekwerk. Sierankers. De VOORGEVEL (zuidzijde) is asymmetrisch ingedeeld en telt vier vensterassen. Het voorgevelrisaliet is twee vensterassen breed. In beide bouwlagen heeft dit risaliet twee rechthoekige houten T-vensters, waarvan de vensters in de tweede laag kleine roedenverdeling in de bovenlichten hebben. In de topgevel een verticaal ingedeeld houten vensterkozijn met verticaal ingedeelde glaspanelen.
Centraal in de voorgevel, naast genoemd risaliet, is de hoofentree geplaatst. Rechthoekige houten paneeldeur met zij- en bovenlichten. Vóór de entreedeur het in 1954 vernieuwde bakstenen bordesje. De bovenlichten hebben kleine roedenverdeling. Hierboven, in de tweede laag, een balkon op consoles met een decoratief smeedijzeren borstwering. Het balkon is toegankelijk middels een rechthoekige, dubbele houten balkondeur met een 12-ruits roedenverdeling in het bovenlicht.
Links naast de hoofdentree een vensteras, die in beide lagen is voorzien van een rechthoekig dubbel houten kruiskozijn. Het kozijn in de tweede laag heeft kleine roedenverdeling in het bovenlicht.
De rechter ZIJGEVEL (oostzijde) is onregelmatig ingedeeld. In de eerste laag een rechthoekig houten T-vensters alsmede het in 1955 geplaatste grote erkervenster. In de tweede laag een rechthoekig houten T-venster met achtruits bovenlicht en twee blinde rechthoekige vensteropeningen. In de topgevel een klein rechthoekig, verticaal ingedeeld zoldervenster en een in 1988 aangebracht halfrond kantoorvenster met een verticaal ingedeeld kozijn. De linker ZIJGEVEL (westzijde) is symmetrisch ingedeeld over drie vensterassen. Elke as heeft in de plint een rechthoekig, verticaal ingedeeld souterrainvenster. De middenas telt twee rechthoekige houten vensters met bovenlicht (toilet en badkamer) alsmede een rechthoekig houten zoldervenster. De as aan de zuidwestzijde heeft in beide bouwlagen een blinde rechthoekige vensteropening en een rechthoekig, verticaal ingedeeld houten zoldervenster. De as aan de noordwestzijde heeft in beide bouwlagen een rechthoekig, dubbel houten kruiskozijn met kleine roedenverdeling in de bovenlichten. Het kozijn in de eerste laag is tweemaal horizontaal geleed. Hierboven wederom een rechthoekig, verticaal ingedeeld zoldervenster.
De ACHTERGEVEL (noordzijde) is asymmetrisch ingedeeld en voorzien van hoeklisenen. Het siermetselwerk van de kroonlijst schraagt de overstekconsoles. Centraal in de eerste laag van de achtergevel de rechthoekige houten achterdeur met zijlichten. Hierboven twee trappenhuisvensters met rechthoekige houten kruiskozijnen. Ten westen hiervan de uitgebouwde bijkeuken van één bouwlaag onder plat, waarboven een in een hoge schoorsteen uitlopend geprofileerd schoorsteenkanaal. De bijkeukenuitbouw is aan de westzijde blind en heeft een rechthoekige houten deur in de noordgevel. In de oostgevel twee rechthoekige houten vensters, waartussen een rechthoekig verticaal ingedeeld houten venster.
Ten oosten van de middenas een uitgebouwde erker met balkon (deels). De erker heeft rechthoekige, dubbele houten tuindeuren, verticaal gelede houten vensters en bovenlichten. Metselmozaïek tussen de geprofileerde plint en de erkervensters. Het balkon heeft een vernieuwde borstwering en is toegankelijk middels rechthoekige, dubbele houten balkondeuren met zij- en bovenlichten. De bovenlichten zijn voorzien van kleine roedenverdeling.
Het perceel wordt aan de oost-, noord- en zuidzijde omgeven door een bakstenen ommuring met ezelsrug, waarvan de kolommen een gecementeerde bovenafdekking hebben. Tegen deze muur staat, aan de westzijde van de achtertuin, een authentieke, met het naburige pand Strijthagerweg 13 gecombineerde schuur.
Het INTERIEUR van deze voormalige ingenieurswoning is wat betreft de indeling op enkele punten gewijzigd. De indeling met kamers-en-suite op de begane grond is verwijderd; in de gang op de verdieping is een tussenwand geplaatst; de oorspronkelijk L-vormige slaapkamer met balkon aan de zuidzijde is opgedeeld in twee gescheiden ruimten door een in het verlengde van de gangwand geplaatste scheidingswand. De zolderverdieping is heringedeeld en ingericht als kantoorruimte. In dit interieur zijn onder meer van belang het oorspronkelijke trappenhuis alsmede de oorspronkelijke stucplafonds op drie kamers van de tweede bouwlaag.
Waardering
De voormalige ingenieurswoning van de particuliere mijn Oranje Nassau II is van cultuurhistorische waarde en vertegenwoordigt nationaal belang als bijzondere uitdrukking van de ontplooiing van de mijnindustrie sedert het laatste decennium van de negentiende eeuw. De woning is als zodanig ook een bijzondere exponent van een typologische ontwikkeling, die directe samenhang vertoont met de huisvesting van het hogere mijnpersoneel.
De architectuurhistorische waarden van de woning worden bepaald door de bouwstijl, door de betrokkenheid van het bouwbureau van de Oranje Nassau-mijnen, door de esthetische kwaliteiten van het ontwerp en de ornamentiek.
De situering van het pand werd bepaald door de ontwikkeling van de mijnindustrie in het tweede decennium van de twintigste eeuw in het algemeen en de exploitatie van de mijn Oranje Nassau II in het bijzonder. De oorzakelijke relatie tussen de woning en het mijnbedrijf is vanwege de herinrichting van het voormalige mijnterrein niet meer als zodanig herkenbaar. Niettemin is de ingenieurswoning van bijzondere betekenis voor het aanzien van de omringende wijk en de gemeente in het algemeen. De ingenieurswoning maakt deel uit van een ensemble, dat vanwege de oorspronkelijke situering nabij de voormalige mijningang uiting geeft aan de sociale stratificatie samenhangend met het mijnwezen, waarbij dient te worden aangetekend dat de woninggroep het Eikske op enige afstand is gelegen.
De woning beschikt over een redelijk tot hoge mate van architectonische gaafheid van exterieur en interieur. Vanuit de geschiedenis van de mijnbouw bezien betreft het een zeer zeldzaam exemplaar van een ingenieurswoning van een particuliere mijnonderneming.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding en omschrijving
Het complex DIENSTWONINGEN ORANJE NASSAU II omvat het voormalige woonhuis van de mijnpolitieman met mijnvakschooltje (1913), een dubbele hoofdopzichterswoning (1913) alsmede een ingenieurswoning (1914). Deze panden werden gebouwd in opdracht van de particuliere Maatschappij tot Exploitatie van Limburgse Steenkoolmijnen Oranje Nassau, naar een ontwerp van het bouwbureau van deze onderneming.
Het woonhuis van de mijnpolitieman met vakschooltje bevindt zich aan de zuidzijde van de Strijthagerweg. De dubbele hoofdopzichterswoning en de ingenieurswoning aan de noordzijde van de Strijthagerweg liggen daar in lineair verband tegenover.
De complexonderdelen kenmerken zich door een traditionele bouwstijl, met elementen van Neo-Renaissance. Bouwvolume, architectuur en ornamentiek van deze dienstwoningen hangen samen met de status van de oorspronkelijke bewoners op het mijnbedrijf.
Waardering
De voormalige dienstwoningen van de particuliere mijn Oranje Nassau II zijn van cultuurhistorische waarde en vertegenwoordigen algemeen belang als bijzondere uitdrukking van de ontplooiing van de mijnindustrie vanaf het laatste decennium van de negentiende eeuw. Het complex is als zodanig ook een bijzondere uitdrukking van een typologische ontwikkeling, samenhangend met de huisvesting van het hogere mijnpersoneel.
De architectuurhistorische waarden van het complex worden bepaald door de bouwstijl, de betrokkenheid van het bouwbureau van de Oranje Nassau-mijnen, door de esthetische kwaliteiten van het ontwerp en de ornamentiek.
De situering van de dienstwoningen werd bepaald door de snelle ontwikkeling van de mijnindustrie in het tweede decennium van de twintigste eeuw en de exploitatie van de mijn Oranje Nassau II in het bijzonder. De oorzakelijke relatie tussen de dienstwoningen en het mijnbedrijf is vanwege de herinrichting van het voormalige mijnterrein niet meer als zodanig herkenbaar. Niettemin is het complex van belang voor het aanzien van de omringende wijk en de gemeente Landgraaf in het algemeen. Het complex geeft door architectonische vormgeving en situering bij de voormalige mijn-ingang uiting aan de sociale stratificatie van het mijnwezen, waarbij ook kan worden aangetekend dat de kolonie het Eikske op enige afstand van de voormalige mijningang is gelegen.
Het complex beschikt over een redelijke tot hoge mate van architectonische gaafheid. Bovendien is het complex in bovenregionaal kader typologisch en functioneel zeldzaam te noemen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Strijthagerweg | 15 | – | 6372 AC | Landgraaf | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | C | 33 | – | Landgraaf |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1914 | 1914 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Bouwbureau Oranje Nassau Mijnen ; Limburg | architect / bouwkundige / constructeur | – |