Steenweg 51, Waardenburg
Omschrijving
Woonhuis van het type AMBTSWONING (1) bestaande uit een eenlaags, deels witgepleisterd hoofdvolume met rechthoekige plattegrond, afgesloten door een U-vormig omlopend schilddak gedekt met gesmoorde kruispannen van omstreeks 1875-1900. Aan de noordzijde hiervan bevindt zich een uitbreiding uit begin twintigste eeuw. De uitbreiding bestaat uit een eenlaags rechthoekig bouwvolume afgesloten door een schilddak gevolgd door een identiek bouwvolume met plat dak. Deze uitbreiding is deels wit gepleisterd, deels gemetseld in kruisverband, onderbroken door speklagen. Aan de oost- en zuidzijde van het hoofdgebouw bevindt zich een later geplaatste serre. Op de twee hoeken van het omlopend schilddak en in het linker- en rechter dakschild bevinden zich een bakstenen schoorsteenschacht en verscheidene oorspronkelijke tweeruits dakramen.
Grenzend aan de niet gepleisterde VOORGEVEL (zuidgevel) met hardstenen plint van het hoofdgebouw bevindt zich een betegeld bordes over de gehele breedte. Centraal in het bordes bevindt zich een eenvoudige steektrap met hardstenen aantreden, die toegang geeft tot de ingangspartij. De ingangspartij bevindt zich in de licht risalerende middenas, bestaande uit een paneeldeur met segmentboogvormig bovenlicht. Rechts van de houten geprofileerde deuromlijsting met hardstenen onderdorpel bevindt zich een trekbel met ijzeren opengewerkt handvat. De paneeldeur met glasindeling wordt afgeschermd door een smeedijzeren sierrooster met art nouveau invloeden. Een identiek rooster bevindt zich in het bovenlicht, geplaatst aan de binnenzijde. In de linkeras bevindt zich een serre, geplaatst op het bordes. De met glas dichtgezette houten serre met plat dak bestaat uit één bouwlaag. De voorzijde bestaat uit vier gekoppelde enkelruits ramen met houten borstwering en glas-in-lood bovenlicht. De linkerzijde bestaat uit twee gekoppelde ramen met identieke borstwering en bovenlicht. De rechterzijde is identiek aan de linkerzijde met uitzondering van de schuifdeur met glasindeling uiterst rechts. De ramen worden van elkaar gescheiden door geprofileerde regels en stijlen. De serre wordt aan de bovenzijde afgesloten door een kroonlijst met geprofileerde consoles. In de rechteras bevindt zich een dubbele glasdeur met segmentboogvormig bovenlicht afgesloten door een segmentboog met uitgemetselde rollaag. De gevel eindigt uiterst rechts in een hoekliseen, aan de bovenzijde afgesloten door een kroonlijst met bakgoot met in het dakschild in het verlengde van de linker- en rechteras een dakkapel. De dakkapellen bestaan uit een vier-ruits stolpraam met houten omlijsting afgesloten door een driehoekig fronton met achterliggend zadeldak met aan weerszijden een geprofileerde bakgoot. De LINKERZIJGEVEL bestaat uit een terug gelegen wit gepleisterde zijgevel van de uitbreiding, een wit gepleisterde achtergevel van het hoofdgebouw en een witgepleisterde linkerzijgevel van het hoofdgebouw met zwart geschilderde plint. In de linkerzijgevel van het hoofdgebouw bevinden zich links twee identieke zes-ruits schuiframen met onder elk raam een kelderlicht met diefijzers. Rechts in deze gevel bevinden zich twee identieke, lager geplaatste T-vensters aan weerszijden geflankeerd door persiennes. In het dakschild bevindt zich een oorspronkelijk twee-ruits dakraam.
De ACHTERGEVEL is de noordgevel van de uitbreiding afgesloten door een plat dak met bakgoot met een onregelmatige vensterindeling. De gevel met gepleisterde plint is opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband met speklagen ter hoogte van de onder-, wissel- en bovendorpel van de vensteropeningen. De vensteropeningen worden afgesloten door een gemetselde boogtrommel en een segmentboog met wit gepleisterde sluitsteen. Links in de gevel bevindt zich een T-venster, gevolgd door een hoog, smal venster met diefijzers en een ingangspartij uiterst rechts. De ingangspartij bestaat uit een eenvoudige steektrap met drie hardstenen aantreden en een bordes. Het hardstenen bordes wordt aan weerszijden geflankeerd door een smeedijzeren traphek.
De RECHTERZIJGEVEL met gepleisterde plint bestaat uit de wit gepleisterde oostgevel van het hoofdgebouw, de sterk risalerende oostgevel van de uitbreiding afgesloten door een schilddak en de licht terug gelegen oostgevel van de uitbreiding met plat dak. In de gepleisterde gevel bevindt zich van links naar rechts een T-venster, een B-venster met glas-in-lood bovenlicht, een vijfzijdige erker met plat dak en een B-venster. De erker bestaat uit een stenen onderbouw, een geprofileerde houten borstwering, waarboven vijf B-vensters van elkaar gescheiden door geprofileerde stijlen afgesloten door een kroonlijst en een geprofileerde bakgoot. In de rechterzij-as van de erker bevindt zich in plaats van een B-venster, een paneeldeur met glasindeling en een bovenlicht. Een eenvoudige bakstenen steektrap met aan één zijde een smeedijzeren traphek geeft toegang tot de erker. Het risalerend, respectievelijk teruggelegen geveldeel met gepleisterde plint is opgetrokken in kruisverband met speklagen ter hoogte van de onder-, wissel- en bovendorpels van de vensteropeningen afgesloten door een bakgoot op klossen. In het risalerende geveldeel bevindt zich een twee-ruits venster met diefijzers gevolgd door een driestrooksvenster. In dit geveldeel bevinden zich drie art nouveau muurankers. Centraal in het terug gelegen geveldeel bevindt zich een steektrap met drie hardstenen aantreden en een bordes aan weerszijden geflankeerd door een smeedijzeren traphek. De steektrap geeft toegang tot een paneeldeur met een bovenlicht afgeschermd door diefijzers. Aan weerszijden van de ingangspartij bevindt zich een koekoek.
Het INTERIEUR is grotendeels in oorspronkelijke staat behouden gebleven met onder meer paneeldeuren, marmeren vloer en marmeren schoorsteenmantels, stucplafonds en sjabloonschilderingen. Het hoofdgebouw bestaat uit een gang met aan weerszijden twee kamers met geëtst glas in de deuren van het tochtportaal. Van bijzondere waarde zijn de `witte' en de `bruine' kamer met classicistische/ neo-renaissance schoorsteenmantels met cassettenplafonds. In de bruine kamer bevinden zich nog oorspronkelijke sjabloonschilderingen en een houten lambrizering. De gang in het hoofdgebouw is doorgetrokken in de uitbreiding. Hier bevindt zich slechts aan één zijde van de gang de keuken en bijkeuken met oorspronkelijke schouw, tegelvloer, vaste kasten en een waterpomp.
Waardering
Woonhuis van het type AMBTSWONING (1) bestaande uit een hoofdgebouw uit het einde van de negentiende eeuw met aan de noordzijde een uitbreiding uit het begin van de twintigste eeuw.
- Van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een goed bewaard gebleven historisch gegroeide ambtswoning met zeer waardevol interieur.
- Van stedenbouwkundige waarde vanwege de ligging van de ambtswoning, als onderdeel van het complex, aan de noordzijde van de Steenweg. De zuidgevel met acht lindebomen vormen het gezicht naar de straat.
- Van cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een ambtswoning, als onderdeel van een complex, uit het einde van de negentiende, begin twintigste eeuw met waardevol interieur representatief voor het leven van een notabele buiten de stad.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
COMPLEX bestaande uit een WOONHUIS (1), een KOETSHUIS/ PAARDENSTAL met ROKERIJ (2), een ommuurde MOESTUIN met KASSEN (3), een TUINMANSSCHUUR (3) en een TUINMANSSCHUUR met HONDENHOKKEN (3) gelegen aan de noordzijde van de Steenweg binnen de bebouwde kom van Waardenburg in de gemeente Neerijnen. Een historisch gegroeid complex in 1832 eigendom van de toenmalige burgemeester van Waardenburg, D. Spillenaar, overgeërfd door N. Spillenaar, eveneens burgemeester van Waardenburg. In 1832 is er sprake van een L-vormig huis met erf. Omstreeks 1875 is er sprake van een huis, een schuur, een stal en een tuinmansschuur. Het woonhuis ondergaat in deze periode diverse verbouwingen. De stal (het latere koetshuis) wordt verbreed, de schuur is verdwenen en twee kassen zijn toegevoegd vermoedelijk binnen de ommuurde moestuin. Rond de eeuwwisseling (1900) krijgt het complex zijn huidige vorm, na de uitbreiding van het woonhuis, de bouw van een tweede tuinmansschuur in 1905 alsmede uitbouwen tegen de kassen. In 1969 is het gehele perceel met opstallen in een openbare veiling verkocht.
Het WOONHUIS (1) is gesitueerd aan de noordzijde van de Steenweg met de zuidgevel als voorgevel gekeerd naar de straatzijde. Het woonerf wordt bepaald door acht regelmatig verdeelde lindebomen die de voorgevel en een deel van de linker- en rechterzijgevel omsluiten.
Aan de noordwestzijde van het woonhuis bevindt zich het KOETSHUIS/PAARDENSTAL met ROKERIJ (2). De rokerij bevindt zich in de westgevel te herkennen aan twee ijzeren segmentboogvormige kleine deuren. Aan de noordzijde van het woonhuis bevindt zich de ommuurde MOESTUIN met tegen de zuidzijde van de noordmuur een glazen KAS, twee vrijstaande open bakstenen KASSEN (3) en twee TUINMANSSCHUREN. De TUINMANSSCHUUR met aangrenzende HONDENHOKKEN bevindt zich aan de zuidzijde van de moestuin. Het buitengebied aan de zuidzijde wordt begrensd door een smeedijzeren spijlen hekwerk. De TUINMANSSCHUUR met rechthoekige plattegrond bestaande uit twee bouwlagen en een zolder is gesitueerd in de noordwest hoek van de moestuin. De tuinmansschuren zijn opgenomen in de ommuring, die in hoogte varieert.
Waardering
COMPLEX bestaande uit een WOONHUIS, een KOETSHUIS/ PAARDENSTAL met ROKERIJ, een ommuurde MOESTUIN met één glazen KAS, twee vrijstaande bakstenen KASSEN, een tweelaags TUINMANSSCHUUR en een éénlaags TUINMANSSCHUUR met hondenhokken.
- Van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een goed bewaard gebleven complex bestaande uit een historisch gegroeide burgemeesterswoning met een goed bewaard gebleven interieur, een koetshuis met rokerij, een ommuurde moestuin met kassen, tuinmansschuur en een tuinmansschuur met hondenhokken.
- Van stedenbouwkundige waarde vanwege de ensemblewaarde van de verschillende complexonderdelen.
- Van cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een complex representatief voor het leven van een notabele bestaande uit een burgemeesterswoning, een koetshuis/paardenstal met rokerij en een ommuurde moestuin met kassen en twee tuinmansschuren.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Ambtswoning | Woningen en woningbouwcomplexen | Dienstwoning(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Steenweg | 51 | – | 4181 AK | Waardenburg | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | W | 967 | – | Waardenburg |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1875 | 1900 | – | vervaardiging |
1900 | 1925 | – | verbouwing |