Generaal Foulkesweg 68, Wageningen
Omschrijving
Voormalige CONCIERGEWONING (tegenwoordig als kantoor in gebruik) met open schuur gelegen tussen het "Schip van Blaauw" en de generaal Foulkesweg, gebouwd in 1922 in Amsterdamse schoolstijl. Hoewel het kleine pand duidelijke kenmerken bezit van deze expressieve bouwstijl is het sober uitgevoerd. Overeenkomstig het op enkele meters afstand gelegen laboratorium, bezit het eenlaagse pand met zolderverdieping identieke gebombeerde boeiboorden, is het dak belegd met rode daktegels en zijn de oorspronkelijke ramen van dorpels en kalven voorzien die zwaar zijn uitgevoerd. Het eenlaagse pand bezit een samengestelde plattegrond. De gevels zijn in baksteen (staandverband) opgetrokken. Met uitzondering van de eindgevel tegenover het "Schip van Blaauw", komen in alle dakschilden, voorzien van schubvorsten op de kepers, platgedekte dakkapellen voor. Op het afgeplatte schilddak bevindt zich op elk uiteinde een schoorsteen. De eindgevel (noordzijde) die naar de Gen. Foulkesweg is gekeerd bezit als enige een lessenaarsdak omdat hier de gevel is uitgebouwd. De houten schuur ligt dicht tegen de voorgevel van de woning aan en is opgebouwd uit houten (kraalprofiel)delen. De VOORGEVEL is haaks op de straat gezet. Geheel links is een modern tweeruits raam aanwezig. Ter plaatse van de terugwijkende rechterhelft van de gevel komt een uitkraging voor. In het gedeelte rechts bevindt zich een deur met tochtlatten met links een door drie kalven gedeeld zijlicht. De deuromlijsting rust op hardstenen neuten en dito dorpel. Het overige gedeelte van de gevel wordt ingenomen door twee kleine raampjes een aangrenzend aan de bakgoot en een ter plaatse van de kelder. Het dakschild bevat een dakkapel met gekoppeld drie ramen.
De LINKER ZIJGEVEL (noord) bestaat uit een uitbouw met twee blind uitgevoerde zijkanten. In de kopse zijde komt een driestrooksvenster voor, met in het dakvlak een dakkapel met draairaam.
De ACHTERGEVEL bezit links twee deuren waarvan de rechter is vernieuwd en aansluit op een modern venster. Ook de twee driestrooksvensters rechts zijn al dan niet licht gewijzigd. In het dakvlak komen twee dakkapellen voor. De linker bevat twee stolpramen, de rechter drie draairamen die elk door twee horizontale roeden zijn verdeeld.
De RECHTER ZIJGEVEL bevat enkel drie geschakelde draairamen onder de overkragende daklijst. In het verlengde van de langsgevels komen van het gebouw, schuin aflopende muurdammen voor die een klinkervloer omarmen.
Het INTERIEUR is eenvoudig en door kleine ruimten ingedeeld. In de gang bevindt zich een bordestrap met fraaie borstwering op de overloop. De paneeldeuren zijn gespaard, alsook een schouw en in de kamers een lambrizeringslijst.
Waardering
CONCIËRGEWONING, gebouwd in 1922 in Amsterdamse schoolstijl.
- Van architectuurhistorisch belang als redelijk gaaf en goed bewaard voorbeeld van een conciërgewoning.
- Van stedenbouwkundig belang vanwege zijn ligging op de Wageningse berg en de onderlinge relatie met de overige complex-onderdelen.
- Van cultuurhistorisch belang als onderdeel van het plan op de Wageningse Berg enkele onderwijsgebouwen te realiseren ten behoeve van de uitbreiding van het Landbouwhogeschoolonderwijs in het eerste kwart van de 20ste eeuw.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
COMPLEX voor de Landbouwhogeschool, ontstaan in de periode 1919/1920, bevat de volgende beschermde onderdelen:
A - LABORATORIUM VOOR MICROBIOLOGIE H. van Suchtelenweg 4), met rechts daarachter gelegen PROEFVAKKEN.
B - LABORATORIUM VOOR PLANTENFYSIOLOGIE (Gen. Foulkesweg 70;72)
C - Voormalige CONCIËRGEWONING met open schuur bij Plantenfysiologie (Gen. Foulkesweg 68)
De complexonderdelen maken deel uit van het plan op de Wageningse Berg een aantal gebouwen voor de Landbouwhogeschool te vestigen nadat uitbreidingsmogelijkheden op het bestaande terrein van Duivendaal beperkt bleken. De jonge architect C.J. Blaauw ontwierp drie laboratoria in Wageningen waarvan zich er op de Wageningse berg twee bevinden. Waarschijnlijk is de conciërgewoning, in een zelfde bouwstijl uitgevoerd, ook van de hand van Blaauw. Rechts achter het Laboratorium voor Microbiologie werden tegelijkertijd PROEFVAKKEN aangelegd ten behoeve van het wetenschappelijk landbouwkundig bodemonderzoek en het onderwijs. Allerlei vormen van grondonderzoek stonden in het begin van de vorige eeuw volop in de belangstelling. De grondvullingen zijn bij de aanleg speciaal aangevoerd.
Het Microbiologisch Laboratorium en het Laboratorium voor Plantenfysiologie zijn in 1922 gerealiseerd in een voor die tijd spraakmakende architectuur en hoge kosten. Het Laboratorium voor Tuinbouwplantenteelt (Haagsteeg 3a) zou een jaar later in (1923), in de wijk Pomona in een versoberde vorm worden uitgevoerd. Opmerkelijk aan de twee hiervoor genoemde gebouwen is het met name voor onderwijsgebouwen afwijkende, op plasticiteit en decoratieve vormgeving gerichte uiterlijk. Daarbij is gebruik gemaakt van verschillende materialen als hout en kalksteen, waarbij in de expressieve vormgeving duidelijk estethische kwaliteiten op de voorgrond treden. Binnen de rijke vormentaal van de Amsterdamse schoolstijl is vervolgens de (veelal expressieve) toepassing van baksteen kenmerkend, het horizontale karakter (gekoppelde ramen met zwaar uitgevoerde dorpels) met speelse verdelingen van diverse elementen over de gevels onder forse dakoverstekken, de brede opzet en sierlijke paraboolvormige bogen gecombineerd met gevelbeelden door Johan Polet.
Cornelis J. Blaauw (1885-1947), was van 1919-1924 werkzaam als architect in dienst van Rijksbouwmeester Th. Teewisse. Deze was verantwoordelijk voor de Landsgebouwen in het Eerste District en stelde jonge architecten aan in een periode, naar eerst later zou blijken van korte duur, waarin het hen mogelijk werd gemaakt vrij van door de Staat opgelegde richtlijnen te ontwerpen. Blaauw ontwierp zoals gezegd, drie laboratoria in Wageningen. Hij vestigde zijn naam met de drie villa's Meerhoek, Beek en Bosch en Boschkant, eind jaren 1910 in Bergen, in de eerder genoemde stijl.
Complexwaardering
Twee LABORATORIA en een CONCIËRGEWONING uitgevoerd in Amsterdamse schoolstijl, met achter één van de laboratoria gelegen PROEFVAKKEN
- Van architectuurhistorisch belang als voorbeeld van goed en gaaf bewaarde voorbeelden van twee laboratoriumgebouwen en een conciërgewoning, uitgevoerd in een expressieve stijl waarin verschillende materialen zijn toegepast, kenmerkend voor de Amsterdamse school. Voor Nederland uniek in hun soort en daardoor van hoge exemplarische waarde.
- Van stedenbouwkundig belang vanwege de ligging van het complex op de Wageningse berg en in relatie tot de andere onderdelen.
- Van cultuurhistorisch belang als voorbeeld van een ontwikkeling op het gebied van hoger onderwijs en die van het landbouwonderwijs in het bijzonder. De proefvakken zijn daarin voor Nederland uniek en zeldzaam in Europa.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Conciërgewoning | Woningen en woningbouwcomplexen | Dienstwoning(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Generaal Foulkesweg | 68 | – | 6703 BW | Wageningen | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | E | 5717 | – | Wageningen |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1922 | 1922 | – | vervaardiging |