R.K. kerk H. Barbara, Dreumel
Inleiding
De R.K. KERK, toegewijd aan H. BARBARA, staande aan de Rooijsestraat, is een in 1868-1869 naar ontwerp van de Tilburgse architect H. van Tulder in neo-gotische stijl gebouwde kruisbasiliek met toren, waarvan de onderbouw dateert uit 1870-1871 en de bovenbouw uit 1925-1926. Als gevolg van zware beschietingen van oktober tot december 1944 is de kerk en vooral de toren ernstig beschadigd. In 1945 werd herstel uitgevoerd door architect H. van de Leur uit Nijmegen. Hij bouwde in 1946 een nieuwe sacristie. Pas in 1960 werden de klokkenverdieping en de spits van de toren voltooid.
De kerk bezit een interessante inventaris, die voor wat betreft de kleinere mobilia stukken omvat vanaf het midden van de 18de eeuw tot circa 1950. Het meeste groot meubilair is vervangen, zoals het hoogaltaar in 1950 en de communiebanken in 1956-1957. Van de oorspronkelijke altaren is alleen het Maria-altaar bewaard. Vermeldenswaardig zijn verder de neo-gotische biechtstoelen, een bidstoel, het triomfkruis en enkele heiligenbeelden.
Omschrijving
De neo-gotische kerk heeft een basilicale opzet en is gebouwd op een rechthoekig grondplan met een enkelvoudig transept, waarvan de armen één travee buiten de totale schipbreedte uitsteken. Het priesterkoor bestaat uit drie traveeën met een vijfachtste sluiting, waarvan de eerste travee in open verbinding staat met de rechtgesloten zijkoren. Aan de ingangszijde bevindt zich een uitspringende, vierkante toren. Tegen de eerste travee van de linkerzijbeuk werd in 1960 een zeshoekige doopkapel gebouwd.
De kerk en de toren zijn opgetrokken in baksteen. Natuursteen is toegepast voor de cordonlijsten, afzaten en venstertraceringen. In het interieur is alles gepleisterd, alleen de bakstenen gewelfvelden zijn in het zicht gelaten. Het metselwerk is uitgevoerd in kruisverband.
Rondom loopt een uitgemetselde plint. Het schip heeft een zadeldak met toelopend dakschild van het koor. Op de kruising met het zadeldak van het transept bevindt zich een ranke dakruiter met spits. Lessenaardaken dekken de zijbeuken. De dakvlakken zijn gedekt met leien in Maasdekking. De torenspits is gedekt met leien in Rijndekking.
De symmetrische VOORGEVEL bestaat uit de naar voren gebouwde toren op een vierkante plattegrond. De gevelvlakken ter weerszijden van de toren vormen de rechte afsluiting van de zijbeuken. De TOREN werd aanvankelijk slechts tot op de nokhoogte van het kerkdak opgetrokken. In 1925 werd de bovenbouw van de toren voltooid door architect Van Aalst, die het oorspronkelijke ontwerp van Van Tulden een weinig heeft gewijzigd. Na de oorlogsschade van 1944 herbouwde architect H. van de Leur pas in 1960 de klokkenverdieping en de spits, in een iets vereenvoudigde vorm. De toren is circa 60 meter hoog en bestaat uit zes, door cordonlijsten van elkaar gescheiden, geledingen met blinde spaarvelden, spitsboogvormige vensters en aan iedere zijde drie spitsbogige galmgaten. De toren wordt geschoord door overhoeks geplaatste steunberen aan de frontzijde. De toegang bevindt zich in de toren aan de voorzijde en bestaat uit een houten dubbeldeur met smeedijzeren beslag en een spitsboogvormig bovenlicht voorzien van glas-in-lood in een natuurstenen tracering. Ter weerszijden een blindnis, waartegen een beeld van respectievelijk Maria en Jozef is geplaatst.
De LINKERZIJGEVEL toont de zes traveeën van het schip en het transept met ter linkerzijde de drie koortraveeën met koorsluiting en ter rechterzijde de uitgebouwde toren en doopkapel. Het gevelvlak van de zijbeuk bevat zes spitsboogvormige vensters, voorzien van kleurloos glas-in-lood met natuurstenen tracering. Tussen de vensters en op de hoeken zijn steunberen geplaatst. Het middenschip rijst boven de zijbeuk uit met zes spitsboogvormige vensters, waartussen steunberen. Tegen de eerste travee is in 1960 een zeshoekige doopkapel gebouwd onder een met leien gedekt schilddak. De transeptgevel is voorzien van een topgevel. Het gevelvlak, geflankeerd door steunberen, bevat een hoogopgaand, spitsboogvormig venster, voorzien van kleurloos glas-in-lood met natuurstenen tracering. In de geveltop een lancetvenster. De koortraveeën bevatten eveneens spitsboogvormige vensters met kleurloos glas-in-lood in een natuurstenen tracering. Aan deze zijde bevinden zich twee aanbouwen, verschillend in hoogte, onder een lessenaardak. De ACHTERGEVEL wordt gevormd door de vijfachtste sluiting, waarin spitsboogvormige vensters met een natuurstenen tracering tussen steunberen zijn geplaatst. De drie middelste venster zijn voorzien van figuratief glas-in-lood (1961).
De RECHTERZIJGEVEL toont de zes traveeën van het schip en het transept met ter rechterzijde de drie koortraveeën met koorsluiting en ter linkerzijde de uitgebouwde toren. Het gevelvlak van de zijbeuk bevat zes spitsboogvormige vensters, voorzien van kleurloos glas-in-lood met natuurstenen tracering. Tussen de vensters en op de hoeken zijn steunberen geplaatst. Het middenschip rijst boven de zijbeuk uit met zes spitsboogvormige vensters, waartussen steunberen. Tegen de eerste travee is het tussenlid (apart monumentnummer 523074) geplaatst dat de kerk (apart monumentnummer 523074) met de pastorie verbindt. De transeptgevel is voorzien van een topgevel. Het gevelvlak, geflankeerd door steunberen, bevat een hoogopgaand, spitsboogvormig venster, voorzien van kleurloos glas-in-lood met natuurstenen tracering. In de geveltop een lancetvenster. De koortraveeën bevatten eveneens spitsboogvormige vensters met kleurloos glas-in-lood in een natuurstenen tracering. Aan deze zijde werd in 1946 een sacristie gebouwd.
Het INTERIEUR is geheel bepleisterd, alleen de bakstenen gewelfvelden zijn in het zicht gelaten. De wandopbouw van het middenschip toont een arcadereeks. Opmerkelijk is de vlakvulling tussen de arcades en de lichtbeukzone waar een soort vensterbanktriforium wordt oversneden door een binnen een gelijkzijdige spitsboogdriehoek opgenomen driepasvormige tracering. In feite wordt deze zone gevormd door een blinde voortzetting van de lichtbeukvensters ter hoogte van de aansluitende dakconstructie van de zijbeuken. De muurvlakken met de boogzwikken boven de schiparcaden waren oorspronkelijk met figurale voorstellingen beschilderd. De bundelpijlers zijn voorzien van bladkapitelen ter hoogte van de aanzet van de gordelbogen en de ribben van het bakstenen kruisgewelf. Tegen de bundelpijlers van het schip zijn op neo-gotische consoles twaalf 1.60 meter hoge heiligenbeelden geplaatst. In de zijbeuken, die eveneens in baksteen zijn overwelfd zijn voor de opvang van de gewelfribben schalken met bladloze kapitelen toegepast. Aan de torenzijde is de kerk door een spitsboog met de zangerstribune in de toren verbonden. Van de oorspronkelijke altaren is het Maria-altaar bewaard. Verder zijn onder meer van belang de neo-gotische biechtstoelen, een bidstoel, het triomfkruis en enkele heiligenbeelden.
Waardering
Aan de Rooijsestraat gelegen bakstenen, neogotische R.K. PAROCHIEKERK, gewijd aan H. BARBARA, kruisbasiliek met toren, met leien gedekt, gebouwd 1868-1869 naar ontwerp van architect H. van Tulder.
- Van architectuur-historische waarde vanwege het bouwtype en de bouwstijl, vanwege de plaats in het oeuvre van H. van Tulder, vanwege de gaafheid van de hoofdvorm en de detaillering en vanwege de gaafheid van het interieur en de inventaris.
- Van stedenbouwkundige waarde vanwege het silhouet in het dorpsbeeld en de ongeschonden relatie met de omgeving. Ensemblewaarde in relatie tot de ter rechterzijde gelegen pastorie.
- Van cultuurhistorische waarde vanwege de verschijningsvorm en de bestemming als godshuis, welke zijn verbonden met de religieuze ontwikkeling van Dreumel in de tweede helft van de 19de eeuw. In cultuurhistorisch opzicht van belang voor de ontwikkelingsgeschiedenis van de R.K. kerk te Dreumel.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
COMPLEX bestaande uit de R.K. KERK (1), toegewijd aan H.BARBARA, van de architect H. VAN TULDER uit 1868-1869, pastorie van de architect J. VAN OORSCHOT uit 1922 (2) en een H. HARTBEELD uit 1926 (3), ontworpen door de beeldhouwer AUGUST FALISE. De neo-gotische kerk bestaat uit een driebeukig, basilicaal schip en de vierkante, uitspringende toren met de ingangspartij. De kerk is gebouwd in 1868-1869, de onderbouw van de toren stamt uit 1870-1871, de bovenbouw uit 1925-1926. Aan de westzijde werd tegen de eerste travee van de linkerzijbeuk in 1960 een zeshoekige doopkapel gebouwd. De kerk en de toren zijn opgetrokken in baksteen, natuursteen is toegepast voor de cordonlijsten, afzaten en venstertraceringen.
Rechts van de kerk ligt de in baksteen opgetrokken pastorie uit 1922. De pastorie staat met de kerk in verbinding middels een lange, met zadeldak toegeruste, gesloten galerij in het verlengde van de pleingevel (linkerzijgevel). De siertuin voor de pastorie wordt aan de voorzijde afgesloten door een smeedijzeren hek. Rechts van de pastorie bevindt zich de oprit achter een dubbel, smeedijzeren toegangshek. Aan de linkerzijde ligt het kerkplein; aan de achterzijde een siertuin. Op het voorplein voor de kerk staat een bronzen H. Hartbeeld uit 1926, vervaardigd door de gieterij J.P. Etermann, naar een ontwerp van de Wageningse beeldhouwer August Falise. Het beeld is geplaatst op een door een rollaag afgesloten vierkante bakstenen sokkel en voorzien van het opschrift ZIET UW/ KONING.
Waardering
COMPLEX, bestaande uit een R.K.KERK, PASTORIE en HEILIG HARTBEELD, uit de jaren tussen 1868 en 1926.
- De kerk is van architectuurhistorische waarde vanwege het bouwtype, de bouwstijl en de plaats in het oeuvre van de architect H. van Tulder. De pastorie is van architectuurhistorische waarde vanwege het bouwtype en de gaafheid van de hoofdvorm en de detaillering. Het Heilig Hartbeeld is van architectuur(kunst)historische waarde als een gaaf bewaard gebleven voorbeeld van in de katholieke traditie staande beeldhouwkunst uit het interbellumen vanwege de plaats in het oeuvre van August Falise.
- Van stedenbouwkundige waarde vanwege de ongeschonden relatie die de drie complexonderdelen met elkaar hebben en vanwege de bijzondere betekenis van het complex voor het aanzien van het dorp Dreumel.
- Van cultuurhistorische waarde van wege het feit dat het complex verbonden is met de religieuze ontwikkeling van Dreumel in de periode 1850-1940.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Parochiekerk | Religieuze gebouwen | Kerk en kerkonderdeel | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Rooijsestraat | 63 | – | 6621 AK | Dreumel | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Religieuze gebouwen | Kerk en kerkonderdeel | – | Kruisbasiliek |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 1696 | – | Dreumel |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1868 | 1869 | – | vervaardiging |
1870 | 1871 | onderbouw toren | verbouwing |
1925 | 1926 | bovenbouw toren | verbouwing |
1945 | 1945 | – | restauratie |
1946 | 1946 | bouw nieuwe sacristie | verbouwing |
1960 | 1960 | voltooing klokkenverdieping en spits | verbouwing |